Algemeen

Decline of the viperine snake in a Mediterranean wetland

The Ebro Delta is a wetland area in which natural ecosystems have been partially replaced by rice fields. This mixed and productive landscape has allowed the establishment of a rich community of organisms. The viperine snake Natrix maura has traditionally been a common and abundant predator because the habitat is favorable and prey availability is high. In June 1995, we conducted a demographic study to evaluate relative densities of snakes in the rice fields. Thirteen years later, we repeated the same study in the same area and season. The field work consisted of 29 censuses of one hectare each, and snakes and their potential prey (green frogs and fish) were counted. In 1995, we found 27 snakes (0.93 animals/ha), these occupying 48% of the sites. Frogs and fish were observed in 23 of the 29 censuses (79%). In 2008, no snakes were found and frogs and fish appeared in only 11 of the samples (38%).

Are snake populations in widespread decline?

Long-term studies have revealed population declines in fishes, amphibians, reptiles, birds and mammals. In birds, and particularly amphibians, these declines are a global phenomenon. Among reptiles, snakes are top predators and therefore a decline in their numbers may have serious consequences for the functioning of many ecosystems. Our results show that, of 17 snake populations (eight species) from the UK, France, Italy, Nigeria and Australia, 11 have declined sharply over the same relatively short period of time. "All the declines occurred during the same relatively short period of time and over a wide geographical area that included temperate, Mediterranean and tropical climates," write the authors. "We suggest that, for these reasons alone, there is likely to be a common cause at the root of the declines and that this indicates a more widespread phenomenon." Although the paper stresses there is no proof of the cause of the losses, the researchers say they "suspect" loss or deterioration of habitats and declining prey are among the main problems faced by snake populations.

The Philippine cobra and 12 other reptiles have joined the official list of threatened species

Former Senator Juan Miguel Zubiri on Sunday said the Philippine cobra (Naja philippinensis) and 12 other reptiles have joined the official list of threatened species. In a statement, he said the snake was earlier identified near threatened but its declining population required its change in category. A highly venomous burly snake averaging a meter in length, Naja philippinensis thrives in low-lying plains, from thick jungles and forested areas to open fields and grasslands. It preys mostly on small rodents and frogs and occasionally, other snakes, lizards and birds. Predators of the Philippine cobra include humans, birds of prey, the king cobra, and the mongoose.
Zuniry, former chairman of the Senate environment and natural resources committee, said the other threatened species are the Loggerhead turtle (Caretta caretta), Southeast Asian box turtle (Cuora amboinensis), Spiny terrapin (Heosemys spinosa), South-east Philippine spitting cobra (Naja samarensis), Equatorial spitting cobra (Naja sumatrana), King cobra(Ophiophagus hannah), Southeast Asian softshell turtle (Pelochelys bibroni), Batanes pit viper (Trimeresurus flavomaculatus), Panay monitor lizard (Varanus mabitang) and three subspecies of the Malay monitor lizard. Of the 13 newly threatened reptiles, Zubiri, Pilipinas EcoWarriors convenor, said the Panay monitor lizard was labeled critically endangered. The rest were tagged either vulnerable or endangered.

Reptile extinctions mirror those of amphibians, say scientists

The severe global extinction crisis facing amphibian populations around the world may be mirrored in reptiles like snakes, lizards, turtles and crocodiles. A scientific study cites evidence that recent scientific research into amphibian declines far outweighs research into reptile declines, even though both groups of species may be facing a similar extinction threat. In May 2008, studies commissioned by the European Commission and carried out by IUCN, found that Europe's reptiles and amphibians were in similar degrees of trouble. 22.9% of Europe's native amphibian species were categorised as threatened with extinction, and 19.4% of reptiles. The study also reported that 4.3% of reptile species in Europe were listed as Critically Endangered, the most serious of the Red List categories. This is double the number of amphibians in the same category. "It is increasingly clear that amphibians are not alone in facing a major biodiversity crisis," said lead author Professor Trevor Beebee of the University of Sussex. "Other groups of ‘cold blooded' vertebrates, notably reptiles and freshwater fishes, are in the same boat."

Ook reptielen kampen in het laaglandregenwoud van Costa Rica met een raadselachtige, maar razendsnelle achteruitgang

Niet alleen kikkers en salamanders, maar ook reptielen kampen in het laaglandregenwoud van Costa Rica met een raadselachtige, maar razendsnelle achteruitgang. Vergelijkbare reducties zijn voor amfibieën eerder gevonden in de hogergelegen tropische bossen van Centraal-Amerika en Zuid-Amerika. Maar de achteruitgang van de reptielen komt als een verrassing. Dat concluderen Amerikaanse biologen uit een inventarisatie van de dichtheid van deze diersoorten in een ongerept deel van het plaatselijke oerwoud. In het wetenschappelijke tijdschrift Proceedings of the National Academy of Sciences schrijven Steven Whitfield van Florida International University in Miami en zijn collega’s dat het aantal amfibieën en reptielen dat in het gebied op de grond leeft tussen 1970 en 2005 met 75 procent is afgenomen. Volgens de auteurs is het onwaarschijnlijk dat, zoals eerdere publicaties stelden, een schimmel het reptielenprobleem geheel kan verklaren. Reptielen hebben van die schimmel (Batrachochytrium dendrobatidis) geen last.

De Zandhagedis is uitgestorven in Groningen en komt in Noord-Brabant en Zeeland nog slechts zeer incidenteel voor

Zoals de naam al doet vermoeden, komt de Zandhagedis (Lacerta agilis) in ons land op vrijwel alle, niet te vochtige zandgronden voor. Kerngebieden van de soort zijn de Veluwe, de duinen en de oostelijke Maasoever in Limburg. De soort wordt verder verspreid aangetroffen in de Achterhoek, Overijssel en Drenthe. Het dier bewoont de vlakke delen van de duinen, heideterreinen, open bosvlakten en bosranden, spoordijken en wegbermen. Ontlastingonderzoek heeft uitgewezen dat volwassen dieren zich onder andere voeden met snuitkevers, spinnen, vliegen, wantsen, kniptorren en sprinkhanen. In het boek ‘’Natuurlijke Historie’ uit 1932 (Boerman en Knip) wordt deze hagedis nog de ’gewone’ hagedis genoemd. Daaruit kan opgemaakt worden dat het dier toen verre van zeldzaam was. In elke provincie kwam het dier dan ook voor. Er is in die jaren daarna veel in het nadeel van de natuur veranderd, met name voor herpetofauna. De Zandhagedis is inmiddels uitgestorven in de provincie Groningen en komt in Noord-Brabant en Zeeland nog slechts zeer incidenteel voor. De achteruitgang heeft verder vooral plaats gevonden op de Utrechtse Heuvelrug.

Van de dagvlinders, reptielen en steenvliegen is meer dan driekwart van de soorten in gevaar

Zo’n 19 jaar geleden spraken 193 landen af dat in 2010 de achteruitgang van biodiversiteit gestopt zou moeten zijn. Deze doelstelling is bij lange na niet gerealiseerd. Het verlies aan natuurgebieden en daarmee het verlies aan planten- en diersoorten is zeer groot. De precieze aantallen zijn niet te kwantificeren aangezien we niet eens weten hoeveel soorten er zijn. Schattingen lopen uiteen van 5 miljoen tot 100 miljoen wereldwijd. Tot nu toe zijn hiervan maar rond de 1,8 miljoen soorten beschreven. Ongeveer 1,1 miljoen behoren tot de insecten. Van de ruim 35.000 soorten die in Nederland voorkomen is van ruim 6500 de mate van bedreiging bekend. Hieruit blijkt dat de helft bedreigd is. De verschillen tussen de soortgroepen zijn echter groot. Van de dagvlinders, reptielen en steenvliegen is meer dan driekwart van de soorten in gevaar.

De blauwgraslanden en de kalkgraslanden (en daarmee ook de biodiversiteit aan planten en insecten) zijn zo goed als verdwenen

In de tweede helft van de twintigste eeuw is de biodiversiteit sterk verminderd. De grootste biodiversiteit aan planten en insecten wordt gevonden in weinig productieve graslanden, die vroeger veel voorkwamen. In de 20e eeuw is een zeer groot deel van het weinig productieve grasland (half-natuurlijk grasland) omgezet in hoogproductief grasland. Voorbeelden van weinig productieve graslanden zijn de blauwgraslanden, waarvan nu minder dan 0,1 procent van het areaal van rond 1900 over is, en de kalkgraslanden, die ten opzichte van 1900 nog maar 5 procent beslaan.

Het aantal wespendieven op de Veluwe neemt vanaf de jaren negentig beduidend af

Voor een goed natuurlijk evenwicht op de Veluwe zouden er ongeveer 150 paren wespendieven moeten zijn. Dat zijn er nu ongeveer 90. Dit blijkt uit onderzoek in opdracht van de provincie. Het onderzoek is in opdracht van de provincie Gelderland vond plaats in twee gebieden op de Veluwe en in de buurt van Lochem (bijlage). Om gegevens te verzamelen zijn de vogels tussen 2008 en 2010 intensief gevolgd. Een van de mogelijke oorzaken van de achteruitgang heeft te maken met wespen.