Op de Wageningen Universiteit is commotie ontstaan over de jaarrede van Aalt Dijkhuizen, voorzitter van het college van bestuur. Dijkhuizen claimde dat we in 2050 wereldwijd twee keer zoveel voedsel nodig hebben. Daarom moet de landbouw de productie per hectare verdubbelen, dus fors intensiveren. Dat kan op een duurzame manier. Slagen we daar niet in, dan volgt honger. Als we in Europa minder vlees gaan eten, heeft dat weinig effect, want de Chinezen gaan juist méér vlees eten. De Nederlandse intensieve landbouw is een voorbeeld voor de hele wereld. 'De wereld van straks zal lijken op Nederland'. aldus Dijkhuizen. Dat we in 2050 twee keer zoveel voedsel moeten produceren is niet helemaal waar. Volgens de FAO volstaat 60 procent. In de akkerbouw kan de productie per hectare drastisch worden verhoogd in Afrika, Oost-Europa, Zuid-Amerika en delen van Zuidoost-Azië. Voor de veehouderij is het complexer. Op grootschalige, intensieve bedrijven is de ziektedruk relatief hoog. Dat betekent dat er vaak meer antibiotica wordt gebruikt en er meer resistente bacteriën ontstaan. Bovendien bestaat in de samenleving toenemende weerzin tegen het houden van dieren op industriële schaal. Het dier wordt gedegradeerd tot ding. Trekken we Dijkhuizens denklijn door, dan zouden we terug moeten naar de legbatterij en dat wil niemand. Dan het schrikbeeld van de honger. Daar gaat Dijkhuizen te kort door de bocht. Ook als de voedselproductie minder stijgt dan 60 procent zijn er strategieën om honger te voorkomen: minder biobrandstoffen produceren, in ontwikkelingslanden voedsel beter bewaren, in rijke landen minder vlees en zuivel consumeren, minder voedsel verspillen, overconsumptie terugdringen en wereldwijd de welvaart wat gelijkmatiger verdelen. Hoe kan Dijkhuizen gezien de aanzienlijke problemen Nederland tot gidsland uitroepen? Hij had beter krachtig tegengas kunnen geven tegen bijvoorbeeld het gebruik van antibiotica. Op dit terrein kan de wereld maar beter niet op Nederland gaan lijken.