knipsels

Duitse boeren kunnen de enorme vraag naar biologische producten niet meer bijbenen

Duitsland is volgens het onderzoeksinstituut voor biologische landbouw na de Verenigde Staten de op één na grootste afzetmarkt voor biologische producten ter wereld. In 2012 ging er voor zo’n 7 miljard euro om in de sector. Ook in 2013 bleef de stijgende lijn behouden. “De marktontwikkeling is wederom positief en dat is hoopgevend”, bevestigt Stefan Zwoll, voorman van de bond van ecologische levensmiddelen tegenover de krant Handelsblatt. “Maar de boeren kunnen de vraag niet bijbenen.” Eén van de redenen is vraag naar biomassa voor energieopwekking. Hiervoor wordt mais verbouwd en dat levert meer op dan de biologische teelt van graan of andere gewassen. Zeker als alles verbouwd wordt volgens de biologische eisen, klaagt Zwoll. Door de enorme toename van de biomassa zijn ook de pacht- en koopprijzen voor akkers gestegen. “We vechten om hectaren, dat zie je overal in Duitsland.”

Zwitserse telers geven de goede richting aan - levensmiddelen weer meer uit regionale productie

Zwitserse telers verzamelen momenteel handtekeningen voor het initiatief 'Für mehr Ernährungssicherheit' (Voor meer voedselzekerheid). Het initiatief van het 'Schweizer Bauernverband' (SBV) wil dat levensmiddelen weer meer uit regionale productie gaan stammen. De initiatiefnemers en hun helpers wilden onder meer voor de ingang van Coop-, Migros- en Volg-filialen handtekeningen verzamelen. Teler Werner Locher vindt dat zinvol: "Voor dit initiatief ligt het voor de hand om daar handtekeningen te verzamelen waar boodschappen gedaan worden." De supermarkten stonden dit echter niet toe. Alle drie gaven daarvoor als reden aan dat zij principieel geen platform bieden voor politieke kwesties. Een makkelijk smoesje? Het initiatief zou de retailers namelijk een doorn in het oog kunnen zijn. Wanneer het initiatief zou worden aangenomen, zouden zij namelijk hun inkoopstrategie moeten veranderen en zouden ze minder producten mogen importeren. Dat denkt ook Locher: "Ze zijn bang dat de markt deels weer gedeliberaliseerd wordt."

Uit een recent Frans onderzoek blijkt dat pesticiden schadelijk zijn voor de hersenprestaties van boeren die er vaak aan worden blootgesteld

Hun cognitieve capaciteiten, dus hun leervermogen lijkt er schade door op te lopen. Vorige week werden de resultaten gepresenteerd tijdens een conferentie over veiligheid en gezondheid. Hieruit blijkt een duidelijke achteruitgang in de hersenprestaties van boeren in Zuidwest-Frankrijk die tijdens hun werk worden blootgesteld aan pesticiden. Dr Isabelle Bladi, specialist arbeidsomstandigheden aan de Bordeaux Segalen University legt uit dat dit onderzoek inderdaad ”verschillen laat zien in prestatietests tussen personen die beroepshalve blootgesteld aan pesticiden en zij die hier niet mee te maken hebben. ” De wetenschappers onderzochten honderden boeren in de Gironde-streek, vooral groentetelers die pesticiden gebruiken. In deze vochtige streek zijn dat vooral fungiciden, dat zijn schimmeldodende chemicaliën. De controlegroep werd gevormd door agrarische werkers die geen gif gebruikten. Hun vaardigheden werden in een looptijd van tientallen jaren drie keer getest. De monitoring bevestigde dat er bij de ‘pesticiden-groep’ cognitieve stoornissen optreden. zegt Dr Baldi.

Het gaat steeds slechter met de meeste Overijsselse weidevogels

Van de aantallen uit 1994 (het eerste jaar van het meetnet) is nog maar 42% over. Eerst waren het vooral de Grutto en de Veldleeuwerik die in aantallen afnamen. Sinds 2000 gaat het echter ook slecht met de Scholekster en de Kievit. De neerwaartse trend voor de Veldleeuwerik zet door. In verschillende delen van Salland en Twente zijn ze nu vrijwel verdwenen. Maar ook in sommige polders in West-Overijssel is sprake zijn van een achteruitgang. De informatie over de ontwikkelingen van de weidevogels is gebaseerd op het door de Provincie Overijssel in 1994 gestarte weidevogelmeetnet. Dit meetnet is bedoeld om de ontwikkelingen van de aantallen broedende weidevogels te volgen. Om het jaar wordt van 45 locaties (locaties zijn tussen de 50-100 ha groot) de weidevogelstand vastgesteld. Metingen werden in 2013 uitgevoerd door het bureau EcoGroen Advies uit Zwolle.

Het kabinet neemt het advies Gezondheidsraad over om een blootstellingsonderzoek te starten onder omwonenden van teelten met een intensief gebruik van pesticiden

Het kabinet neemt het advies van de Gezondheidsraad over om een meerjarig blootstellingsonderzoek te starten onder omwonenden van bollenvelden, fruitboomgaarden en andere teelten met een intensief gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Tegelijkertijd moet er ook naar de gezondheidseffecten worden gekeken. Het kabinet heeft het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) al gevraagd voorbereidingen te treffen om een meerjarig blootstellingsonderzoek te kunnen starten. Dat schrijft staatssecretaris Mansveld van Infrastructuur en Milieu mede namens minister Schippers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en staatssecretaris Dijksma van Economische Zaken aan de Tweede Kamer.

Het einde van de monarchvlinders

Het is een van de fascinerendste en meest onverklaarbare verschijnselen in de natuur: de trek van de monarchvlinder van Midden- naar Noord-Amerika. Maar de toekomst van de vlinder en zijn wonderbaarlijke trek is ernstig in gevaar. Vermoed wordt dat bestrijdingsmiddelen de belangrijkste oorzaak zijn van een afname in de populatie van ruim 1 miljard vlinders naar 35 miljoen. Liefst 4.500 kilometer kan deze vlinder reizen, dat wil zeggen, verdeeld over minstens vijf generaties. Iedere lente trekken de vlinders (die maar twee tot 5 weken leven) vanuit Mexico richting het noorden. De uiteindelijke noordelijke nakomelingen (die wonderlijk genoeg zes tot negen maanden leven) vliegen in de herfst de hele reis terug naar het zuiden. Hoe de vlinders dit voor elkaar krijgen is nog altijd onverklaard, ze kunnen het tenslotte niet van hun ouders hebben geleerd.

Minister EZ benoemt twee nieuwe collegeleden voor Ctgb

De minister van Economische Zaken heeft twee nieuwe collegeleden benoemd van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb). Het betreft prof. dr. Annemarie van Wezel als lid en dr.ir. Martin Wolfs als plaatsvervangend lid. Annemarie van Wezel is toxicoloog en als onderzoeker verbonden aan het KWR Watercycle Research Institute. Zij vervult daar de functie van 'principal scientist'. Daarnaast is zij hoogleraar Waterkwaliteit en Gezondheid aan de Universiteit Utrecht. Eerder vervulde zij functies bij het RIVM en bij het Planbureau voor de Leefomgeving. Met haar ruime ervaring in het toxicologisch onderzoek, met risicobeoordeling op het gebied van de waterkwaliteit en de evaluatie van het milieubeleid is Annemarie van Wezel een aanvulling binnen het college voor de inhoudsdomeinen water en milieu en toxicologische risico’s. Zij volgt binnen het Ctgb ir. Paul van Erkelens, dijkgraaf van Wetterskip Fryslân, die is teruggetreden als collegelid vanwege het bereiken van de maximale statutaire termijn. Martin Wolfs is fysisch chemicus Hij is gepensioneerd en bekleedde in zijn werkzame leven na een periode van onderzoeker bij het researchlaboratorium van Unilever, als researchleider chemie en fysica, diverse functies bij Nederlandse inspectiediensten. Zo was hij van 2003 tot 2004 plaatsvervangend directeur generaal Voedsel en Waren Autoriteit en in de periode 2003 tot 2009 voormalig plaatsvervangend inspecteur generaal voor de Inspectie Verkeer en Waterstaat. Binnen het college zal hij met name het inhoudsdomein chemie versterken en het werkterrein biociden voor zijn rekening nemen. Daarnaast brengt hij ervaring in op het terrein van de handhaving. Wolfs volgt drs. D.H. Meijer op die vorig jaar is teruggetreden als plaatsvervangend lid van het college.

Volgens het Ctgb zijn de risico's van middelen met neonicotinoïden voor bijen en mensen verwaarloosbaar

Mierenlokdoosjes, vliegenstrips en andere producten waarin bepaalde insecticiden zitten, blijven te koop. De Tweede Kamer had op initiatief van de Partij voor de Dieren aangedrongen op een verkoopverbod aan particulieren van de bestrijdingsmiddelen die gevaarlijk zijn voor bijen en hommels. Daarvoor bestaat geen grondslag, zo heeft staatssecretaris Wilma Mansveld (Milieu) aan de Kamer geschreven. Ze baseert zich daarbij op onderzoek van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb). Volgens het college zijn de risico's van middelen met zogeheten neonicotinoïden voor bijen en mensen verwaarloosbaar. In een reactie schrijft de toxicoloog Henk Tennekes dat het Ctgb bij de beoordeling van imidacloprid de wettelijke kaders waaraan het Ctgb gebonden is heeft overtreden. Imidacloprid voldoet aan geen van drie in de Nederlandse wetgeving opgenomen milieucriteria waaraan de toelaatbaarheid van een gewasbeschermingsmiddel getoetst dient te worden (persistentie in de bodem, uitspoeling naar het grondwater, en de risico’s voor waterorganismen). Staatssecretaris Mansveld heeft met haar adviesaanvraag aan een incompetente instantie het primaat van de politiek de facto afgegeven aan Nefyto, de belangenorganisatie van de agrochemische industrie in Nederland, aldus Tennekes.

Een nieuw EU project – Biocomes - biedt boeren, tuinders en bosbouwers uitzicht op tenminste elf nieuwe duurzame gewasbeschermingsmiddelen

Een nieuw EU project – Biocomes - biedt boeren, tuinders en bosbouwers uitzicht op tenminste elf nieuwe duurzame gewasbeschermingsmiddelen. Het betreft biologische gewasbeschermingsmiddelen die zijn gebaseerd op de natuurlijke vijanden van een schadelijk organisme. Ze worden ontwikkeld voor de bestrijding van belangrijke plantenziekten zoals echte meeldauw in granen, Monilinia vruchtrot in fruit en plaaginsecten als de plakker (Lymantria dispar) en de dennensnuitkever in de bosbouw. De nieuwe producten zullen milieuvriendelijke alternatieven bieden voor belangrijke chemische gewasbeschermingsmiddelen in de Europese land- en tuinbouw en in de bosbouw.

Natuurbehoud in een klein land met een extreem intensieve landbouwsector

Binnenkort komt staatssecretaris Sharon Dijksma met een aangepast voorstel voor een nieuwe Wet natuurbescherming. Een wet die van grote invloed zal zijn op de toekomst van onze natuur. Voor de gezamenlijke natuur-, landschaps- en dierenwelzijnsorganisaties reden om een visie uit brengen waarin we aangeven wat volgens ons de hoofdpunten van de nieuwe wet moeten zijn. Alleen met een duidelijke visie op het doel en de inhoud van de wet zal deze maximaal kunnen bijdragen aan behoud en herstel van de Nederlandse natuur.