Rondetafelgesprek in de gemeente Westerveld over lelieteelt en pesticiden

Omwonenden van leliepercelen in Westerveld voelen zich niet serieus genomen. Dat bleek op donderdagavond 6 maart 2014 tijdens een bijeenkomst over de lelieteelt in het gemeentehuis in Diever. Verschillende partijen konden hun standpunten toelichten over de effecten van gewasbeschermingsmiddelen. Het ging er fel aan toe in het bomvolle gemeentehuis. Omwonenden vrezen voor hun gezondheid als bollenboeren gebruik maken van middelen zoals metam-natrium om bijvoorbeeld grond te ontsmetten. De stoffen waaien uit over hun tuinen en onduidelijk is wat de effecten daarvan zijn op de volksgezondheid. Bijgevoegd een documentatie over dit thema van de hand van de toxicoloog Henk Tennekes. Naar het oordeel van Tennekes laat het Ctgb middelen toe die in de landbouw niets te zoeken hebben: het gebruik van metam-natrium verhoogt het risico op longziekten en het gebruik van imidacloprid roeit de insecten uit en daarmee ook alle soorten die van insecten afhankelijk zijn, zoals veel vogels van het boerenland. De gespreksleider in Westerveld deed pogingen de mensen met elkaar in gesprek te brengen. Tennekes, die deelnam aan de discussie, vroeg zich af waar je het in godsnaam over moet hebben als het cultuurlandschap door de boeren mag worden bezoedeld met uiterst giftige pesticiden.

Bron: RTV Drenthe, 7 maart 2014
http://www.rtvdrenthe.nl/nieuws/fel-debat-over-lelieteelt-westerveld#.U…

Henk Tennekes

ma, 03/03/2014 - 09:00

De omwonenden van bloembollenpercelen maken zich terecht zorgen om hun gezondheid en het milieu vanwege het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Uit onderzoek van de universiteit Leiden blijkt dat de grootste problemen in het Nederlandse oppervlaktewater worden veroorzaakt door een zestal verschillende stoffen: imidacloprid, metribuzine, carbendazim, pirimifos-methyl, metolachloor, en pirimicarb. Zeker drie van deze stoffen voldoen niet aan in de Nederlandse wetgeving opgenomen milieucriteria waaraan de toelaatbaarheid van een gewasbeschermingsmiddel getoetst dient te worden (zie ook de bijlage):

- Imidacloprid heeft een hoge oplosbaarheid in water, kan alleen door inwerking van licht in water worden afgebroken, is zeer persistent in de bodem, en heeft een hoog uitspoelingsgevaar. Imidacloprid voldoet niet aan de drie in de Nederlandse wetgeving opgenomen milieucriteria (persistentie in de bodem, uitspoelingsgevaar en giftigheid voor waterorganismen) waaraan de toelaatbaarheid van een gewasbeschermingsmiddel getoetst dient te worden.

- Metolachloor heeft een hoge oplosbaarheid en stabiliteit in water, is matig persistent in de bodem, en heeft een hoog uitspoelingsgevaar. Metolachloor voldoet niet aan zeker twee van de drie in de Nederlandse wetgeving opgenomen milieucriteria (uitspoelingsgevaar en giftigheid voor waterorganismen) waaraan de toelaatbaarheid van een gewasbeschermingsmiddel getoetst dient te worden.

- Pirimifos-methyl heeft een lage oplosbaarheid in water, kan alleen door inwerking van licht in water worden afgebroken, is matig persistent in de bodem, en heeft een hoog uitspoelingsgevaar. Pirimifos-methyl voldoet niet aan zeker twee van de drie in de Nederlandse wetgeving opgenomen milieucriteria (uitspoelingsgevaar en giftigheid voor waterorganismen) waaraan de toelaatbaarheid van een gewasbeschermingsmiddel getoetst dient te worden.
In de top 15 van de meest aangetroffen bestrijdingsmiddelen (probleemstoffen) in het oppervlaktewater in Noordoost-Nederland zitten ten minste acht stoffen (metolachloor, azoxystrobin, kresoxim-methyl, ethyleenthioureum, linuron, propoxur, pirimicarb, en glyfosaat) die onderdeel uitmaken van de spuitschema’s in de lelieteelt. Bij minstens twee van deze stoffen (metolachloor en propoxur) bestaat een hoog uitspoelingsgevaar, zodat de problemen eigenlijk voorgeprogrammeerd waren, en vier van deze stoffen (metolachloor, azoxystrobin, kresoxim-methyl, en pirimicarb) zijn zeer giftig voor waterorganismen. Het Ctgb laat stoffen toe die op basis van hun eigenschappen het grond- en oppervlaktewater kunnen verontreinigen in een land met een ondiep grondwaterpeil en veel akkerbouw op zandgronden die zeer gevoelig zijn voor uitspoeling, en grote schade kunnen veroorzaken bij waterorganismen. Naar mijn oordeel is dit een flagrante schending van de bestrijdingsmiddelenwet. Ook de gezondheid van omwonenden wordt bedreigd door het gebruik van gevaarlijke pesticiden , zoals het bodemontsmettingsmiddel metam-natrium. In combinatie met bodemvocht wordt metam-natrium omgezet in het schadelijke gas methylisothiocyanaat (MITC). Onnauwkeurig gebruik en/of stabiele weerscondities (warm, windstil, mistig,....) zorgen ervoor dat de gassen in de omgeving blijven hangen. Buurtbewoners klagen dan over de irriterende werking van deze stoffen (en soms ook over een doordringende geur). Afhankelijk van het bodemtype kan MITC tot 12 dagen of meer in de bodem aanwezig blijven. Naast MITC en waterstofsulfide kunnen ook methylisocyanaat (MIC), koolstofdisulfide en methylamine gevormd worden. Als MIC in contact komt met lucht verspreidt ze zich razendsnel, zoals bij de gasramp in Bhopal in India van 1984. De Bhopal gas tragedie is ongetwijfeld één van de ergste industriële catastrofes in de geschiedenis van de mensheid die sterfte van 2500-6000 en verminking van meer dan 200 000 mensen tot gevolg had. Er zijn meer dan 500 000 geregistreerde slachtoffers die de tragedie hebben overleefd. Klinische studies hebben chronische ziekten aangetoond in blootgestelde cohorten, zoals longfibrose, astma, chronische obstructieve longziekte (COPD), emfyseem, terugkerende luchtweginfecties, en hoornvliesbeschadigingen. De MIC damp is ongeveer 2 keer zo zwaar als lucht en verspreidt zich dus over de grond. Menging met de lucht erboven verloopt traag door het verschil in dichtheid. Bodemontsmetting met metam-natrium wordt toegepast van mei tot eind september, met een piek in juli en augustus. Door het California Pesticide Illness Surveillance Program worden volgende symptomen gerapporteerd na blootstelling aan MITC: Huid - verschillende gradaties van irritatie tot verbranding bij langdurige blootstelling aan de vloeibare vorm; Ogen - Waterige, brandende en jeukende ogen, 'vervaagd' zicht (wellicht te wijten aan cornea oedeem secundair aan een lichte cornea verbranding); Luchtwegen - irritatie van neus en keel, hoesten en kortademigheid. In bepaalde gevallen treedt 7 tot 9 uur na de blootstelling acuut longoedeem op; Algemene klachten- nausea, pijn in de borst, hoofdpijn, diarree, gevoel van zwakte, duizeligheid, algeheel malaise, salivatie en braken. Kinderen en ouderen zijn potentieel meer gevoelig dan gezonde volwassenen.

Henk Tennekes

vr, 07/03/2014 - 02:18

De omwonenden van lelieteelt maken zich terecht zorgen over hun gezondheid en het milieu. Het Ctgb laat middelen toe die in de landbouw niets te zoeken hebben. Het gebruik van metam-natrium verhoogt het risico op longziekten en had allang verboden moeten worden. Het gebruik van imidacloprid roeit de insecten uit en daarmee ook alle soorten die van insecten afhankelijk zijn, en had ook al lang moeten worden verboden. De gespreksleider in Westerveld deed pogingen de mensen met elkaar in gesprek te brengen. Waar moet je het in godsnaam over hebben als het in dit land wordt toegelaten dat het cultuurlandschap door de boeren kan worden bezoedeld met uiterst giftige pesticiden?