Weidevogels

De grutto heeft geen schijn van kans in een met pesticiden bezoedeld Hollands landschap

Het broedseizoen 2015 van de grutto (Limosa limosa) is opnieuw dramatisch verlopen. Er zijn te weinig jongen opgegroeid om het uitsterven van de grutto een halt toe te roepen. Al vanaf de jaren ’60 zijn de grutto’s in ons land aan het verdwijnen. Het slechte broedseizoen van dit jaar én dat van 2014 versnelt deze achteruitgang. Sinds 2011 houdt Sovon Vogelonderzoek Nederland voor Vogelbescherming Nederland bij hoeveel gruttokuikens er tijdens het broedseizoen opgroeien. Om de achteruitgang van de grutto te stoppen, zouden er jaarlijks 10.000 kuikens moeten uitvliegen. Dit jaar kwamen er slechts 4600 jonge grutto’s bij, een zelfde aantal als vorig jaar. Daarmee gaat het aantal grutto’s in ons land nog verder achteruit. Tot de jaren ’60 was de grutto met ruim 125.000 broedpaar een algemene vogel die symbool stond voor het platteland. In 2011 was er nog maar 40.000 paar over en ook dat aantal zal gezien de recente broedsuccessen sterk afgenomen zijn.

Aerial insectivores are victims of widespread pesticide pollution - Canada's native bird population trends tell the story

Canada is home to billions of birds belonging to some 451 regularly occurring native species that raise their young or spend their non-breeding seasons in this vast and varied country. Increasingly, these birds face many threats here and elsewhere. On average, Canadian breeding bird populations have decreased 12% since 1970 when effective monitoring began for most species. Some groups, such as grassland birds, aerial insectivores and shorebirds, are showing major declines. Aerial insectivores—birds that catch insects in flight—are declining more steeply than any other group of birds. Some formerly very common species like the Barn Swallow and Chimney Swift have declined to less than a quarter of their 1970-level populations.

Die Bestandssituation der Feldvögel in NRW hat sich in den letzten fünf bis sechs Jahren erheblich verschlechtert

Mit dem kürzlich erschienenen Brutvogelatlas für ganz NRW sind wir nun erstmalig in der Lage, den Rückgang der Feldvögel flächendeckend zu dokumentieren. Diesem liegen Erhebungsdaten aus dem Zeitraum 2005 bis 2009 zugrunde, die mit Daten aus den 1990er Jahren verglichen werden können. Dem Brutvogelatlas lässt sich entnehmen, dass unsere Feldvögel, insbesondere die Bodenbrüter, – mit Ausnahme der Wiesenschaftstelze – in den letzten zwei bis drei Jahrzehnten im Bestand z.T. rapide abnehmen, so dass viele heute auf der Roten Liste in einer Gefährdungskategorie eingestuft werden. Der Ortolan ist in den letzten Jahren schon in NRW ausgestorben. Mit der Bestandsabnahme geht ein Schrumpfen der besiedelten Fläche einher, so dass einige Gebiete inzwischen auch von ehemaligen Allerweltsvögeln wie Kiebitz oder Feldlerche geräumt wurden. Ein ähnlicher Verlauf setzte bei den im feuchten Grünland lebenden Limikolen, wie Bekassine, Uferschnepfe und Rotschenkel, schon viel früher ein, so dass diese heute weitgehend auf gemanagte Feuchtwiesengebiete beschränkt sind und sich ihr Bestand hier auf niedrigem Populationsniveau stabilisiert bzw. weiterhin leicht abnimmt. Erfahrungen und Untersuchungen nach Abschluss der Kartierungen für den Brutvogelatlas zeigen, dass sich die Bestandssituation der Feldvögel in den letzten fünf bis sechs Jahren weiter erheblich verschlechtert hat und dieser Prozess nach wie vor anhält. So haben sich die Bestände des Rebhuhns, des Kiebitzes und der Grauammer in diesem kurzen Zeitraum etwa halbiert (Rückgänge von 40 bis über 50 %).

Kamervragen over verhoogde bijensterfte in Nederland

Vragen van het lid Smaling (SP) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken over het bericht «Weer hoge bijensterfte in Nederland» (ingezonden 12 augustus 2015). Vraag 1: Wat is uw reactie op het verdubbelen van de bijensterfte naar 18% afgelopen winter? Vraag 2: Kunt u reageren op de studie van bijenonderzoeker Van der Zee, die concludeert dat de hoge aantallen dode bijen verband houden met het gebruik van het insecticide Thiacloprid («als we die stof bij de bijenvolken vonden, was de kans op sterfte in de winter significant hoger»)? Vraag 3: Bent u bereid tot een totaalverbod van voor bijen gevaarlijke bestrijdingsmiddelen (Neonicotinoïden, Fipronil) op korte termijn? Vraag 4: Bent u bereid tot een totaalverbod, dan wel herbeoordeling van Thiacloprid? Voor de verdere vragen, zie bijlage.

A lovely bird species going going gone in Minnesota

Chestnut-collared Longspurs (Calcarius ornatus) have for decades been highly marginal nesters in Minnesota, although considered regular. At a time in the past, pre-agriculture, the species undoubtedly was numerous in our native grasslands. In more recent years the number of longspurs has been in steady decline. They have been regularly found in one small part of Clay County in northwestern Minnesota. A summer report said only one pair has been seen this year. We can expect that habitat change (what else?) soon will end the bird’s regular presence here. The nearest locations to see this beautiful bird will be in the western Dakotas.

Het CBS heeft waarschijnlijk nog nooit van imidacloprid gehoord

Het gaat slecht met de meeste weidevogelsoorten in Nederland. De populaties van de grutto, scholekster, veldleeuwerik en graspieper laten al vanaf de jaren negentig een geleidelijke maar duidelijke daling zien. Dat blijkt uit vandaag verschenen cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).Het verdwijnen van weidevogels heeft volgens het CBS te maken met onder meer de schaalvergroting en intensivering in de landbouw. Zo gaan er veel nesten en kuikens verloren doordat er steeds vroeger en vaker gemaaid wordt. De weidevogelstand wordt volgens het CBS ook negatief beïnvloed door de verschuiving in de landbouw van 'gevarieerde, vochtige, kruidenrijke hooilanden' naar gedraineerde percelen met slechts één of twee soorten gras. Die zijn makkelijker machinaal te bewerken en leveren een hogere grasproductie op. Maar daardoor is er minder voedsel, dekking en rust voor weidevogels. "De schaalvergroting vindt al plaats sinds halverwege de vorige eeuw, maar gaat nog steeds door'', aldus het CBS. Volgens het statistiekbureau gaat er ook broedgebied voor weidevogels verloren door de uitbreiding van steden. In totaal verdween er sinds 1990 ruim 150.000 hectare grasland. Dat is een daling van ruim 14 procent. De weidevogelstand staat ook onder druk door roofdieren. "Soorten als de buizerd, bunzing, vos en egels hebben - naast veel andere prooien en aas - ook weidevogels op het menu staan", aldus het CBS.

Twaalf vogelsoorten die in ons land voorkomen zijn op Europese schaal bedreigd

Een Rode Lijst is een evaluatie van de uitsterfkans van soorten indien de huidige trend aanhoudt. Die beoordeling moet op gezette tijdstippen herzien worden en dat is nu gebeurd op basis van de IUCN-criteria, voor alle vogels, over heel Europa. BirdLife voerde de studie uit in opdracht van de Europese Commissie. Van de 533 vogelsoorten die in Europa broeden of overwinteren zijn 67 soorten op Europese schaal bedreigd. Van de 211 vogelsoorten die in ons land voorkomen, zijn er 12 op Europese schaal bedreigd. Het gaat om soorten die als ‘kwetsbaar’ geboekstaafd staan als Korhoen (ondertussen al uitgestorven in Vlaanderen), Zomertortel, Scholekster, Graspieper, Kievit, Grutto, Wulp, IJsvogel en Klapekster. Zilvermeeuw, Blauwe kiekendief en Rode wouw vallen in de categorie ‘bijna in gevaar’ en riskeren in de nabije toekomst in de problemen te komen als de huidige afname aanhoudt. Opvallendste (nieuwe) Belgische soorten in de Rode Lijst zijn Zomertortel, Kievit en Graspieper, die deden het in 2004 nog redelijk goed, maar gingen sindsdien zorgwekkend steil achteruit.

Forscher dokumentieren dramatischen Rückgang der Weidenammer-Bestände

Wie dramatisch der Rückgang der Weidenammer-Bestände ist, zeigt jetzt erstmals in Gänze eine umfassende Studie, an der Wissenschaftler aus Deutschland, England, Russland, Finnland und Japan beteiligt waren. Die Forscher dokumentieren den globalen Zusammenbruch der Population. Die Brutgebiete der Weidenammer (Emberiza aureola) erstreckten sich auf fast 16 Millionen Quadratkilometern von Finnland im Westen bis zur russischen Pazifikküste und Japan im Osten. Zur Überwinterung ziehen die Vögel über China nach Südostasien. Noch in den 1980er Jahren schätzten Ornithologen den Weltbestand auf Hunderte Millionen Tiere. Zwischen 1980 und 2013 gingen die Bestandszahlen jedoch um rund 90 Prozent zurück, wie die neue Studie zeigt. Das Verbreitungsgebiet ist im Westen um etwa 5000 Kilometer geschrumpft – im europäischen Teil Russlands ist die Weidenammer inzwischen so gut wie ausgestorben. "Ein so schneller und starker Rückgang einer über ein solch riesiges Gebiet verbreiteten Art ist sehr selten", betont Dr. Johannes Kamp, Erstautor der Studie und Landschaftsökologe an der Westfälischen Wilhelms-Universität Münster (WWU).