knipsels

Arnold van Vliet, De Natuurkalender, Wageningen University: Ook de vogels worden slachtoffer van neonicotinoiden

De insecticiden die verantwoordelijk worden gehouden voor de bijensterfte blijken ook sterfte bij vogels te veroorzaken. De American Bird Conservancy (ABC) concludeerde in een dik rapport dat deze zeer effectieve insectendodende gifstoffen aantoonbare invloed hebben op vogels. Deze stoffen worden ook verantwoordelijk gehouden voor de bijensterfte die in alle delen van de wereld gaande is. In ons land wordt op grote schaal gebruik gemaakt van dit gif. Heel jammer dat een voorstel van de Europese Commissie voor een verbod recent verworpen is. De bioloog Arnold van Vliet op Youtube: http://www.youtube.com/arnoldvanvliet

Vernietigende kritiek van CLM op risicobeoordeling van neonicotinoiden voor bijen door Ctgb

Op verzoek van Natuur & Milieu heeft het Centrum voor Landbouw en Milieu (CLM) een analyse gemaakt van vertrouwelijke studies over risico’s van het bestrijdingsmiddel imidacloprid op bijen via een tweetal bezoeken in de ‘reading room’ van Bayer (bijlage). De ongepubliceerde studies geven onvoldoende informatie over lange termijn (sub)lethale effecten, combinatietoxicologie of synergie tussen factoren als imidacloprid blootstelling en de invloed van ziekten en schaarste aan dracht. Sublethale effecten die in de studies worden genoemd, worden door Ctgb (College toelating gewasbeschermingsmiddelen en biociden) terzijde geschoven. In de vertrouwelijke studies wordt gewerkt met een beperkt aantal gewassen en doseringen, waarbij wordt geëxtrapoleerd naar andere gewassen waarvoor geen residumetingen in pollen en nectar beschikbaar zijn. Het Ctgb beoordeelt de risico's voor bijen bij Good Agricultural Practice (GAP) en het strikt opvolgen van de etikettekst. Dit strookt helaas niet met de gangbare praktijk, waardoor de emissie, blootstelling en risico's in de praktijk groter zijn. Het Ctgb bouwt weinig tot geen veiligheidsmarges in bij de beoordeling van de gegevens. Ze gaat zelden uit van worst-case scenario's en staat veel extrapolatie van gegevens toe. Ook gaat ze geregeld uit van modellen voor afbraak en verspreiding i.p.v. directe metingen. Omdat de basis voor de risico-beoordeling dun is, valt niet vast te stellen of en in welke mate bijen een risico lopen door het gebruik van imidacloprid. Er zijn zoveel onzekerheden gestapeld, dat risico’s voor de bijgezondheid niet zijn uit te sluiten. Dit komt overeen met conclusies van de EFSA. De reactie van het Ctgb op de aanbevelingen van CLM is bijgevoegd.

Besluit neonicotinoïden binnen drie weken

De Europese Commissie (EC) neemt binnen drie weken een definitief besluit over het moratorium voor neonicotinoïden. EZ-staatssecretaris Sharon Dijksma schrijft vandaag in een brief aan de Tweede Kamer dat een Comité van Beroep zich gaat buigen over het vraagstuk. Het besluit van het Comité van Beroep is bindend. Het definitieve voorstel dat voorligt bij dit comité bevat enkele aanpassingen. Zo zijn er uitzonderingen voor toepassingen onder glas en toepassingen in wintergraan. Eurocommissaris Tonio Borg wil volgens Dijksma vasthouden aan de inwerkingtreding van een eventueel moratorium per 1 juli.

Antwoord staatssecretaris Dijksma op navraag van burgers over de relatie tussen neonicotinoiden en bijensterfte

Geachte heer, mevrouw, U heeft mij onlangs een bericht gestuurd, waarin u uw zorg uit over de relatie tussen neonicotinoiden en bijensterfte. Ik stel het op prijs dat u de moeite heeft genomen om mij te schrijven. Ik deel uw zorg over de bijensterfte en informeer u graag over mijn mening over dit onderwerp en over de inzet die ik pleeg (bijlage). In een reactie op de brief van staatssecretaris Dijksma schrijft de toxicoloog Henk Tennekes dat Dijksma behendig laveert tussen de LTO visie (die een beperkte inperking van de toepassingen van een aantal neonicotinoiden in een Europees verband nastreeft) en die van haar eigen partij, de PvdA (die de motie Ouwehand steunde en zich daarmee uitsprak voor een Europees moratorium op alle toepassingen van alle neonicotinoiden). Daarbij verliest ze haar eigenlijke taak, namelijk in te grijpen om grote milieuschade te voorkomen, uit het oog, aldus Tennekes.

Studium Generale van Universiteit Leiden (11 juni 2009): Toxicoloog Henk A. Tennekes en bijenonderzoeker Tjeerd Blacquière presenteren hun visie op de bijensterfte

Op 11 juni 2009 organiseerde Studium Generale van Universiteit Leiden een avond over bijensterfte. Toxicoloog Dr. Ir. Henk A. Tennekes en bijenonderzoeker Dr. Tjeerd Blacquière presenteerden er elk hun visie op de bijensterfte. Tennekes (voordracht in de bijlage) bekritiseerde het ruime Nederlandse toelatingsbeleid voor een nieuwe generatie insecticiden, waarvan imidacloprid de meest gebruikte is. "Imidacloprid is een krachtig zenuwgif voor bijen dat al in zeer kleine hoeveelheid hun navigatievermogen aantast. Door falende handhaving is het in alarmerende hoeveelheden in het Nederlandse oppervlaktewater terecht gekomen. In glastuinbouw en bollengebieden zijn grote normoverschrijdingen meer regel dan uitzondering."

Acht nationale non-profit organisaties in de VS doen een beroep op de EPA de toelatingsprocedure voor Sulfoxaflor te stoppen

Acht nationale non-profit organisaties in de VS, die zich bezighouden met het milieu, de voedselveiligheid, de gezondheid van kinderen, vogelbescherming, en bestrijdingsmiddelenbeheer, hebben in twee brieven van 12 februari 2013 een beroep gedaan op de Environmental Protection Agency om de toelatingsprocedure te stoppen voor een nieuw insecticide, Sulfoxaflor, dat zou worden toegepast op verschillende groenten, fruit, sojabonen, tarwe en in het groenbeheer. "De combinatie van oplosbaarheid in water, persistentie, en toxiciteit (met name voor bijen en bestuivers) is bijzonder verontrustend, omdat bij verbindingen met dezelfde eigenschappen bijwerkingen zijn waargenomen op niet-doelsoorten," aldus de brief van het Centre for Food Safety, Pesticide Action Network, American Bird Conservancy en Friends of the Earth. De twee brieven werden verstuurd naar de EPA als een reactie op het voorstel van het agentschap van 14 januari over te gaan tot "voorwaardelijke registratie" van het nieuwe insecticide. Sulfoxaflor wordt gekenmerkt door persistentie in het milieu (meer dan een jaar in sommige omstandigheden) en door een hoog risico van verontreiniging van oppervlakte-en grondwater. De genoemde organisaties maken zich zorgen over toxiciteit van Sulfoxaflor voor honingbijen, zoutwater ongewervelden, vogels en andere organismen.

Doorbraak over de oorzaken van de verhoogde bijensterfte: het Compendium voor de Leefomgeving wijzigt haar standpunt na het verschijnen van de EFSA rapporten over de risico's van neonicotinoiden voor bijen

Het Compendium voor de Leefomgeving heeft haar standpunt gewijzigd ten aanzien van de gegevens over de verhoogde bijensterfte in Nederland vanaf 2006 nadat de EFSA (Europese voedselautoriteit) rapporten over de risico's van neonicotinoiden voor bijen in januari 2013 zijn verschenen. Vòòr het verschijnen van de EFSA rapporten wordt ontkend dat een rol van de neonicotinoiden bij de verhoogde bijensterfte is aangetoond en wordt nadruk vooral gelegd op de Varroa mijt als oorzaak van de verhoogde bijensterfte, terwijl na het verschijnen van de EFSA rapporten het gebruik van de neonicotinoiden als een plausibele verklaring wordt omschreven voor de verhoogde bijensterfte, en de Varroa mijt enkel wordt gezien als één van de factoren die tot de verhoogde bijensterfte mede bijdraagt.

Het rapport ‘Opera: Bee Health in Europe’ werd bijzonder sceptisch onthaald

Imkers in Europa lijken met niet minder dan een verbod op neonicotinoïden genoegen te nemen. Tijdens de conferentie ‘Bee Health in Europe’ lieten ze hun ongenoegen blijken over de analyse van de bijenproblematiek door het Italiaanse onderzoeksinstituut OPERA. “Opnieuw wordt ons verteld dat er met neonicotinoïden niets aan de hand is, maar zonder deze insecticiden zouden onze bijen beter bestand zijn tegen andere belagers.” Nadat enkele weken geleden zowel de EFSA als de EEA wezen op de gevaren van pesticiden op basis van neonicotinoiden, zwakte het ‘Opera’-rapport dat weer af. Dat de pesticidensector zelf heeft meegeschreven aan het ‘Opera’-rapport zat daar zeker voor iets tussen. Dat verschillende Europese Parlementsleden het rapport ontvingen in een enveloppe met daarop het logo van een pesticidenproducent zorgde voor nog meer negatieve perceptie. Het publiek van parlementsleden, afgevaardigden van de Europese commissie, ngo’s, de pesticiden-sector, adviseurs en imkers was bijzonder kritisch over de manier waarop in het ‘Opera’-rapport de link tussen het gebruik van neonicotinoiden en bijensterfte werd geminimaliseerd. Ook omdat de aangehaalde argumenten niet altijd steek hielden. Het klassieke argument dat in Zuid-Amerika dezelfde pesticiden gebruikt worden zonder dat er massale bijensterfte mee gepaard gaat, werd ter plaatse tegengesproken door een Chileense imker.

De wereldwijde teelt van genetisch gemodificeerde gewassen (gmo) neemt toe

In 2012 werden 170,3 miljoen hectares gmo-gewassen verbouwd. Een toename met 6 procent oftewel 10,3 miljoen hectare ten opzichte van 2011. In totaal teelden 17,3 miljoen boeren gmo-gewassen. Ten opzichte van 1996 is de oppervlakte met 100 vermenigvuldigd. Dat blijkt uit het jaarverslag van ISAAA (International Service for the Acquisition of Agri-Biotech Applications). De gewassen werden in 28 landen geteeld. De Verenigde Staten blijven met 69,5 miljoen hectare gmo-gewassen de belangrijkste telers. Daarna volgen Brazilië met 36,6 miljoen ha, Argentinië (23,9 miljoen ha), Canada (11,6 miljoen ha) en India (10,8 miljoen ha). In Sudan en in Cuba werden afgelopen jaar voor het eerst ggo-gewassen toegelaten, terwijl Duitsland, Zweden en Polen er juist mee stopten. In Europa werd in 2012 in vijf landen (Spanje, Portugal, Tsjechië, Slowakije en Roemenië) BT maïs geteeld op een oppervlakte van 129.071 hectare, het overgrote deel daarvan in Spanje.

Waarschuwing: eten kan uw gezondheid ernstige schade toebrengen

De Deense landbouwer Ib Borup Pedersen dacht twee jaar geleden dat er een epidemie was uitgebroken onder zijn 450 varkens. Plots kregen ze last van chronische diarree, kwamen er biggetjes met afwijkingen op de wereld, kregen zijn beren fertiliteitsproblemen, aten ze minder of kregen ze maagzweren. Altijd was er wel iets aan de hand. Niet alleen voor zijn varkens was dat een probleem. Ook de winstgevendheid van zijn landbouwbedrijf begon eronder te lijden. Door het hogere aantal ongezonde dieren kelderde zijn verkoop maar de kosten voor dierenartsen en medicijnen stegen. En toen stelde hij zich de hamvraag: wat als het nu eens aan het veevoer lag? Pedersen liet zijn boerenverstand spreken en wisselde zijn nieuwe voeder weer in voor zijn oude recept. En kijk: de gezondheidsproblemen waren al na twee dagen verdwenen. Het verschil tussen beide: het ziekmakende voer bestond uit geïmporteerde genetisch gemanipuleerde (ggo) soja, het oude voer bestond uit soja zonder ggo’s en vismeel. De bevindingen die Pedersen op 13 april vorig jaar publiceerde in het Deense landbouwmagazine Effektivt Landbrug werden sindsdien door andere boeren bevestigd.