Wat zestig jaar geleden gold, is nog steeds zo: Europese steun is nodig voor boeren om te overleven. Te weinig onder de aandacht komen echter de sociale gevolgen. Boeren komen vast te zitten in een neerwaartse spiraal van schaalvergroting, prijsverlaging van de landbouwproducten en stijging van de kosten. Resultaat: boeren gaan gebukt onder zware financiële lasten en verdwijnen aan een moordend tempo. Tegen dit tempo zijn er binnen 25 jaar nog nauwelijks familiale landbouwbedrijven meer in ons land. Echte duurzaamheid is geen luxe, maar een bittere noodzaak voor zowel boer, consument, dier als milieu. Het is niet óf winst, óf milieu, óf gezonde voeding, het is dat allemaal samen. Een platteland zonder boeren? Als Europa het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) niet bijstuurt, dan krijgen we nauwelijks een bijsturing naar een meer duurzame landbouw en platteland. Dit landbouwbeleid gaf ons vooral steeds grotere stallen en monoculturen, die erg afhankelijk zijn van externe input zoals buitenlandse veevoeders, kunstmest, chemische pesticiden, groot landbouwmaterieel en dus ook risicovolle bankleningen.