De Nederlandse ornitholoog die de gevaren van DDT en IMIDACLOPRID vroegtijdig onderkende

Natuurbeschermer Maarten Bijleveld (82) is al ruim vijftig jaar weg uit Nederland. Hij woont in Zwitserland, maar hij stond als student biologie aan de wieg van het Wereld Natuur Fonds in Nederland. „Ik ben de laatst levende medeoprichter.” Wat Bijleveld de afgelopen tien jaar vooral bezighoudt, is de strijd voor wetenschappelijke waarheid wat betreft de neonicotinoïden, neurotoxische bestrijdingsmiddelen die een „desastreuze” uitwerking hebben op de natuur. Bijleveld heeft het vorige week verschenen rapport van de Verenigde Naties over het dramatische verlies aan biodiversiteit gelezen. Hij is het eens met de conclusies. Hij is tegelijkertijd „niet verbaasd” dat een van de belangrijkste oorzaken niet is vermeld: het gebruik van neonicotinoïden. De middelen werken in op het zenuwstelsel van insecten, amfibieën en zoogdieren en hebben onder meer tot een grote bijensterfte geleid, en tot het verdwijnen van dieren die van insecten afhankelijk zijn. Zwaluwen en mussen bijvoorbeeld. Dat het VN-rapport deze oorzaak van verlies aan biodiversiteit niet noemt, wijt hij aan de lobby van de agrochemische industrie. „Hun macht is gigantisch.”

Bron: NRC, 15 mei 2019
https://www.nrc.nl/nieuws/2019/05/15/we-zijn-bezig-onze-planeet-te-vern…

Henk Tennekes

do, 16/05/2019 - 20:54

Maarten Bijleveld nam in 2009 contact met me op en adviseerde me de bevestiging van insectensterfte door het gebruik van neonicotinoïden, die ik had afgeleid uit dosis-werkingsrelaties bij geleedpotigen en de milieu-eigenschappen van deze stoffen, te zoeken bij betrouwbare gegevens over het verloop van vogelpopulaties. Hij stelde daarvoor ook de financiële middelen ter beschikking. ik stelde inderdaad een sterke achteruitgang vast van vugelsoorten die tenminste in de broedtijd afhankelijk waren van insecten, in vrijwel alle habitats. Mijn gegevens werden tijdens een bijeenkomst van experts in Parijs in juli 2010 echter van tafel geveegd door David Gibbons van de Engelse Vogelbescherming (RSPB, Royal Society for the Protection of Birds), die geen enkele causaliteit zag, en daarmee kwam ook een einde aan mijn samenwerking met Bijleveld. Mijn aanbod de vogelgegevens samen te publiceren sloeg hij af. Ik heb mij toen op het standpunt gesteld dat iedere wetenschapper belang heeft bij publicatie van zijn onderzoek. Zo ontstond mijn boek Disaster in the Making, dat ik uit eigen zak financierde. Ik ben geschoold door de grote farmacoloog Hermann Druckrey (1904-1994). Bij mij bestond nooit twijfel dat ik het misschien niet bij het rechte eind had en het heeft niet lang geduurd tot massale insectensterfte werd aangetoond.