Met de vlinders en boerenlandvogels verdwijnt ook de koekoek uit ons land

In heel West-Europa zijn we in enkele tientallen jaren misschien wel de helft van de koekoeken (Cuculus canorus) kwijtgeraakt. Een van de oorzaken is de afname van dag- en nachtvlinders. Koekoeken leven van de rupsen van deze vlinders. In Groot-Brittannië is er een duidelijke relatie gevonden tussen de afname van de koekoek en een sterke afname van rupsen. Het is heel waarschijnlijk dat ook in Nederland het aanbod van voedsel is afgenomen. Dit zal vooral invloed hebben op de periode net na uitvliegen wanneer de jonge koekoek zelf voedsel moet verzamelen en overschakelt op rupsen. Daarvoor krijgen de jongen namelijk ander voedsel, aangedragen door hun ‘gastouders’.

Het succes van de koekoek is ook Brnauw verbonden met dat van de zangvogels waar ze hun eieren bij in het nest leggen. De belangrijkste waardvogels in Nederland zijn kleine karekiet (Acrocephalus scirpaceus) en heggenmus (Prunella modularis) gevolgd door graspieper (Anthus pratensis), gele kwikstaart (Motacilla flava), witte kwikstaart (Motacilla alba), rietzanger (Acrocephalus schoenobaenus) en bosrietzanger (Acrocephalus palustris). Waardvogelsoorten van het open boerenland (graspieper, gele kwikstaart en witte kwikstaart) nemen in aantal af, net als de koekoek in die gebieden.

Gebruikte bron: Nature Today, 13-02-18
https://www.naturetoday.com/intl/nl/nature-reports/message/?msg=24127