Het moet mogelijk zijn om in een periode van 15 a 20 jaar een volledig ecologische gewasbescherming te ontwikkelen, waarbij één derde van alle plagen onder de duim wordt gehouden met spontaan voorkomende en regelmatig geïntroduceerde biologische bestrijding. Nog eens één derde kan worden voorkómen door planten resistent te maken tegen plagen. Het resterende deel kan dan door een boeket van andere methoden worden voorkómen, zoals preventie, cultuurmaatregelen en slim gebruik van chemische verbindingen die al dan niet door de plant zelf worden aangemaakt bij aanval door een ziekte of plaag.
Bron:
J.C. van Lenteren en L.E.M. Vet, Laboratorium voor Entomologie, Wageningen Universiteit en KNAW Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW). “Naar een ecologische gewasbescherming die natuur en mens respecteert”
- Login om te reageren