Na vijf jaar alarm slaan krijgt Henk Tennekes gelijk

Henk Tennekes (63) was werkzaam in het kankeronderzoek. Vijf jaar geleden ontdekte hij dat de neonics op insecten effecten hebben die vergelijkbaar zijn met kankerverwekkende stoffen. Hij publiceerde in wetenschappelijke bladen over zijn bevindingen. "Mijn conclusie was dat er geen veilige ondergrens is voor deze klasse van insecticiden, iedere blootstelling is te hoog. Ik heb toen al mijn bezorgdheid geuit over het risico van een breuk in de voedselketen. De pest is dat 90 procent van deze moeilijk afbreekbare middelen in het milieu komt, in het oppervlaktewater. Dat hebben de waterschappen inmiddels ook kunnen vaststellen. Van dat water leven vissen, vogels, vleermuizen, egels, amfibieën, reptielen, noem maar op. Als de vogels uit het boerenland verdwijnen, dan dondert op enig moment die hele voedselketen in elkaar. Ik waarschuw daar al jaren voor." Hij schreef een boek in 2010 over de gevaren van de neonicotoïden met de veelzeggende titel 'A disaster in the making', een naderende ramp. Nijmeegse biologen publiceerden in 2014 een onderzoek waaruit blijkt dat de 'neonics', zoals ze kortweg worden aangeduid, niet alleen schadelijk zijn voor bijen en hommels, maar ook voor de veldleeuwerik, de kleine karekiet, de gele kwikstaart en nog wat vogelsoorten. De eerste die het boek van Tennekes lovend besprak was de Rachel Carson Council, opgericht ter nagedachtenis van de Amerikaanse biologe Rachel Carson, die ruim een halve eeuw geleden 'Silent Spring' publiceerde.

In dat boek (1962) toonde Carson aan dat het op grote schaal gebruikte bestrijdingsmiddel DDT, behalve voor insecten, ook giftig was voor andere organismen. Het insecticide zwierf door zijn slechte afbreekbaarheid door de voedselketen en hoopte zich uiteindelijk op in lichaamsvet en melk van dier en mens. Bij de discussie over de neonicotoïden dringt zich de vergelijking met DDT op. Ook dit middel rekende in de jaren vijftig van de vorige eeuw uiterst effectief af met muggen, vlooien, luizen en ander ongedierte. In de landbouw, ook in Nederland, werd het bestrijdingsmiddel op grote schaal toegepast, net als nu de neonics.

Ook Tennekes ziet de parallel met DDT. "Dit is een milieucatastrofe van de eerste orde. Dit zijn middelen die de natuur vernietigen. Bestrijdingsmiddelen moeten pas ingezet worden als laatste redmiddel, als al het andere faalt."

"Boerenorganisaties zeggen dan vaak: zonder bestrijdingsmiddelen kunnen we niet voldoende voedsel produceren. Maar de voedselproductie is wereldwijd groot genoeg om twaalf miljard mensen te eten te geven. Probleem is dat we veel produceren voor veevoer. Als wij iets minder vlees zouden gaan eten, dan zouden we heel goed zonder of met veel minder bestrijdingsmiddelen kunnen."
Bron: Dagblad Trouw, 11-07-2014
http://www.trouw.nl/tr/nl/5009/Archief/article/detail/3687556/2014/07/1…