Op 16 februari 2011 gaf de Nederlandse toxicoloog Dr. Henk Tennekes een lezing aan het Institute of Public Health van de universiteit Heidelberg over het risicoprofiel van neonicotinoide insecticiden. Een Nederlandse versie van de powerpoint presentatie is bijgevoegd. De presentatie is ook beschikbaar in Duits, Engels, Frans en Japans (zie bijlage). Dr. Tennekes komt o.a. tot de conclusie dat de toxiciteit van imidacloprid en thiacloprid voor arthropoden wordt versterkt door de blootstellingstijd, de dosis-werkings-relaties hetzelfde zijn als die van kankerverwekkende stoffen, en het is dus maar zeer de vraag is of er een veilig expositieniveau is voor niet-doelwit arthropoden. Hij belichtte ook de ernstige gevolgen van de zware oppervlaktewaterverontreiniging met imidacloprid in Nederland.
De voordracht kan op Youtube worden bekeken: http://www.youtube.com/watch?v=1DJt78yzT1o
De conclusies van de voordracht:
- Het werkingsmechanisme van neonicotinoïde insecticiden berust op een nagenoeg onomkeerbare blokkade van post-synaptische nicotinerge acetylcholine receptoren (nAChRs) in het centrale zenuwstelsel. De toxiciteit van imidacloprid en thiacloprid voor arthropoden wordt versterkt door de blootstellingstijd. De dosis-werkings-relaties zijn hetzelfde als die van carcinogenen. Het is dus maar zeer de vraag of er een veilig expositieniveau is voor niet-doelwit insecten.
- In grote delen van Holland is het oppervlaktewater met imidacloprid verontreinigd. Diptera (vliegen en muggen) worden schaarser naarmate de concentraties van imidacloprid in het oppervlaktewater toenemen. Het aantal dagvlinders was nog nooit zo laag. Zelfs in de duinen zien we de laatste tien jaar een sterke achteruitgang. Ook de aantallen nachtvlinders zijn in dertig jaar met een derde afgenomen.
- De toepassing van insecticiden en fungiciden waren de enige van 13 onderzochte variabelen van intensieve akkerbouw die consistente, steeds weer terugkerende negatieve effecten hadden op de soortendiversiteit van planten, loopkevers en vogels. Veel van insecten afhankelijke vogelsoorten die voor een belangrijk deel van hun levenscyclus gebruik maken van akkers vertonen sinds 1990 een forse achteruitgang of zijn uitgestorven. Maar ook in andere habitats vertonen veel insecten afhankelijke vogelsoorten een duidelijke achteruitgang.
Link naar de oorspronkelijke Duitse presentatie:
http://www.boerenlandvogels.nl/content/vortrag-dr-henk-tennekes-zur-gef…
Link naar de Engelse presentatie:
http://www.boerenlandvogels.nl/content/henk-tennekes-lecture-heidelberg…
Link naar de Franse presentatie:
http://www.farmlandbirds.net/fr/content/un-d%C3%A9sastre-en-cours-henk-…
Het ultieme bewijs voor de bepalende rol van het neonicotinoide insecticide imidacloprid bij de sinds enkele jaren sterk verhoogde bijenvolksterfte (tabel 5 in de bijlage) wordt geleverd met een wiskundige vergelijking, die het verband beschrijft tussen de blootstellingsconcentraties en blootstellingstijd totdat een dodelijke werking optreedt. Als je dus weet met hoeveel imidacloprid de nectar en het stuifmeel (dat was meegenomen naar de bijenkast) besmet waren, kun je uitrekenen na hoeveel tijd bijensterfte zal optreden. Dat bleek in het onderhavige geval binnen 14 dagen te zijn. Aangezien winterbijen een levensverwachting van enkele maanden hebben, betekent deze dodelijke werking dus gegarandeerd het einde van een bijenvolk.
Het bewijs werd geleverd door de Spaanse geleerde Francisco Sanchez-Bayo, die samen met zijn Japanse collega Kouichi Goka op 15 april 2012 een weerwoord op de literatuurstudie van Tjeerd Blacquiere c.s.. bij het tijdschrift Ecotoxicology had ingediend, dat echter op 2 augustus 2012 werd afgewezen door Lee R. Shugart, PhD, Editor-in-Chief van Ecotoxicology (terwijl twee van de drie reviewers van mening waren dat het manuscript - met geringe nader omschreven wijzigingen - geschikt was voor publicatie). In de literatuurstudie van Tjeerd Blacquiere et al., die ook aan de Tweede Kamer is aangeboden, wordt vastgesteld dat de NOEL (no-observable-effect-level) voor imidacloprid bij 20 ppb ligt, maar de ontdekking van Tennekes toont aan dat zelfs een 100-voudig geringere concentratie (0, 2 ppb) nog sterfte binnen de levensverwachting van honingbijen veroorzaakt. De werkelijke risico's worden in Blacquiere's literatuurstudie dus schromelijk onderschat.
- Login om te reageren