Veel ernstig bedreigde vogelsoorten op de Nederlandse rode lijst van 2004 zijn inmiddels door een gebrek aan insecten weggevaagd

Op de Nederlandse rode lijst van vogels staan alleen soorten die zich in Nederland voortplanten, dus geen overwinterende vogels. De rode lijsten worden eens in de 10 jaar bijgewerkt. De volgende vogelsoorten stonden als 'ernstig bedreigd' op de rode lijst van 2004: Draaihals (Jynx torquilla), Duinpieper (Anthus campestris), Dwergmeeuw (Larus minutus), Grauwe gors (Miliaria calandra), Grauwe kiekendief (Circus pygargus), Kemphaan (Philomachus pugnax), Klapekster (Lanius excubitor), Korhoen (Tetrao tetrix), Kuifleeuwerik (Galerida cristata), Ortolaan (Emberiza hortulana), Velduil (Asio flammeus), Woudaap (Ixobrychus minutus). Veel van deze soorten zijn inmiddels door een gebrek aan insecten uitgestorven.

De afname van het aantal broedende duinpiepers Anthus campestris in Nederland is in de tweede helft van de jaren negentig in een versnelling gekomen. Aanvankelijk namen vooral de aantallen buiten de twee belangrijkste gebieden af, maar daarna zijn ook deze populaties op de Veluwe (het Kootwijkerzand en het Harskampse Zand) voor de bijl gegaan. In 2003 werd nog slechts één territorium gevonden, in 2004 voor zo ver bekend geen enkele. Het dieet van Duinpiepers omvat een breed spectrum van vooral kleine insecten en andere ongewervelden. Het broedgebied van de draaihals Jynx torquilla in Nederland is ook geconcentreerd in de centrale en zuidelijke Veluwe (Kootwijkerzand, Harskampse Zand, Planken Wambuis en de Zuidoost-Veluwe). Sinds 1973-1977 is het aantal paren met 60-75% gedaald en de afname zet nog steeds door, ook in de resterende broedgebieden op de Veluwe. Over de periode 1994-2003 vertoont de landelijke trend een sterke afname. Het voedsel van de draaihals bestaat uit mieren en mierenpoppen.
De broedpopulatie van de Grauwe Gors (Miliaria calandra, Synoniem: Emberiza calandra) in Nederland is van 1995-2001 met ongeveer driekwart afgenomen. De laatste bolwerken waren Limburg en de uiterwaarden van de Waal. Het landbouwkundige grondgebruik was sterk geintensiveerd in gebieden waar de Grauwe Gors was verdwenen. Vanaf 2008 werd geen enkel succesvol broedgeval van de Grauwe Gors meer gemeld. Uit recent onderzoek van Wageningen Universiteit en acht andere Europese universiteiten is gebleken dat het gebruik van pesticiden, zoals in de intensieve akkerbouw, een negatief effect heeft op de biodiversiteit van wilde planten, kevers en broedvogels. Ook voor een aantal afzonderlijke broedvogelsoorten waaronder de Grauwe Gors bleken insecticiden en fungiciden de doorslaggevende factoren te zijn.
In de eerste helft van de twintigste eeuw broedde de Grauwe Kiekendief (Circus pygargus) in grote delen van Nederland in uiteenlopende biotopen als vochtige duinen, moerassen, hoogveen en heidevelden, en ook in gebieden met antropogene invloeden, met name braakliggende ingepolderde gebieden, graanculturen en jonge bosaanplant. De vogel jaagt door vaste routes af te vliegen, prooi vangend in plotselinge stootduik en voedt zich voornamelijk met kleine, op de grond levende dieren, zoals zangvogels, knaagdieren, hagedissen en insecten. De grauwe kiekendief is in de loop van de vorige eeuw gestaag in aantal afgenomen; van 500-1000 paar rond 1900, 250 paar in 1950 en 50 paar in 1980 tot minder dan tien paar in 1990. De grootschalige braaklegging van akkergronden in Oost-Groningen leidde onverwacht tot een - mogelijk slechts tijdelijke - opleving van de soort; hier broeden de laatste jaren 10 tot 20 paren. SOVON schat het huidige broedbestand op 29-45 paar.
Het gaat bar en bar slecht met de Nederlandse kemphanen Philomachus pugnax. Ten opzichte van de jaren '50 is de stand bijna met 100 procent afgenomen. In 1950 broedden er in Nederland nog 6000 paar, rond 2002 nog maar 120 en daarna ging het verder bergafwaarts. De kemphaan kwam vroeger veel voor in de natte weilanden van laag-Nederland. Het zwaartepunt van de huidige broedverspreiding ligt in Friesland (in natuurreservaten en natte veenweidegebieden in het ‘Lage Midden’ van de provincie) en in Noord-Holland (Waterland, Wormer- en Jisperveld, Alkmaardermeer). In graslanden en op bewerkt land eten kemphanen overwegend regenwormen en larven van langpootmuggen (emelten). De kemphaan kent een grote variatie aan voedsel. In graslanden en op bewerkt land eten kemphanen overwegend regenwormen en larven van langpootmuggen (emelten). Ook eten ze op de grond levende insecten, larven, slakjes en in vegetatie aanwezige vliegjes. In moerassen vormen muggenlarven en aquatische insecten een belangrijke voedselbron. Daarnaast maakt ook plantaardig materiaal (zaden) deel uit van het dieet van de kemphaan.
De grote klapekster Lanius excubitor broedt in heidevelden, hoogvenen en andere vergelijkbare open gebieden met verspreide bomen en struiken. Rond 1900 was de grote klapekster een schaarse, maar verspreide broedvogel in het oostelijk deel van het land. Rond 1950 waren wellicht nog zo'n 100 broedparen over, terwijl midden jaren zeventig nog enkele tientallen paren resteerden. Sindsdien zijn de broedgebieden in Drenthe, Overijssel, Noord-Brabant en Limburg vrijwel verlaten. De Veluwe was het laatste bolwerk van de soort in Nederland. In de 90'er jaren broedden 15 tot 40 paar in dit gebied. Sinds 2002 is de grote klapekster als broedvogel uit Nederland verdwenen. Het voedsel van de grote klapekster bestaat uit grote insecten en gewervelden, zoals kleine zoogdieren, vogels en hagedissen.
In 1949 waren er nog ten minste 2875 hanen van de korhoen Tetrao tetrix in Nederland. In 2002-2007 broedden nog slechts 15 - 23 paar in Nederland, terwijl dit er in 1976 nog meer dan 400 waren. Populatiedynamisch gezien bleek de beschikbaarheid van voedsel voor jonge kuikens, die van insecten leven, de sleutelfactor van de achteruitgang te zijn. De jonge kuikens sterven door voedselgebrek. Door onvoldoende aanwas konden daarom de meeste korhoenpopulaties de afgelopen decennia niet overleven.
De kuifleeuwerik Galerida cristata was zo'n 30 jaar geleden nog een algemene broedvogel met een geschat aantal van zo'n 3000 tot 5000 broedparen. Begin 2011 leek het erop dat er nog slechts twee vogels overgebleven zijn op een onooglijk industrieterrein in de buurt van Venlo. Of het een paartje is, is niet eens bekend. De laatste tien jaar is het hard gegaan en zijn de overgebleven voormalige bolwerkjes in rap tempo uitgedoofd. In een paar decennia is de gehele populatie dus weggevaagd. Kuifleeuweriken zijn extreme standvogels (waardoor er geen aanwas vanuit omringende landen te verwachten is), leven op open zandige en stoffige vlakten met schaarse vegetatie, vaak nabij menselijke bewoning, en voeden zich met ongewervelde dieren, zaden en bladeren.
Rond 1900 was de ortolaan Emberiza hortulana ten oosten van de lijn Oost-Groningen/Hilversum/Zeeuws-Vlaanderen een plaatselijk vrij algemene broedvogel. Rond 1950 bedroeg de Nederlandse populatie tenminste enkele honderden paren. Midden jaren zeventig was het bestand geslonken tot zo'n 125 paar, die bijna geheel beperkt waren tot Noord-Brabant, de Achterhoek en Noord-Limburg. Ook nadien heeft de teloorgang van de ortolaan zich onverminderd doorgezet; Brabant en de Achterhoek werden verlaten en de Limburgse bolwerken rond Grubbenvorst en Blerick liepen vrijwel leeg. De totale broedpopulatie bedroeg 32 paar in 1990, 18 paar in 1992 en hooguit enkele paren in 1994. Sinds 1998 hebben hooguit 2 ortolanen in Nederland gebroed. Het is vrijwel zeker dat de ortolaan inmiddels uit Nederland en Vlaanderen is verdwenen. Kleinschalig, structuurrijk agrarisch landschap is wat de ortolaan nodig heeft om te broeden en zijn voedsel te vinden. Dat daar niet veel meer van over is zal duidelijk zijn. Ortolanen kunnen dan wel als ambassadeur gezien worden van een hele gemeenschap van (vogel)soorten die lijden onder de grootschalige, gerationaliseerde land- en tuinbouw van de laatste decennia. De ortolaan voedt zich voornamelijk met insecten waaronder rupsen, maar ook met zaden zoals graankorrels.
Het leefgebied van de velduil Asio flammeus bestaat uit moerassen, graslanden en agrarisch cultuurland. De aanwezigheid van broedende velduilen hangt samen met het voedselaanbod (voornamelijk muizen en vogels). De aantallen van de velduil van voor 1970 zijn niet goed bekend. De soort had destijds een ruime verspreiding over zowel de lage als hoge gronden van Nederland en was lokaal een soms algemene broedvogel. De soort was extreem talrijk in de Flevopolders tijdens de ontginningsfase. Sinds 1973-77 is het verspreidingsgebied van velduil met 85% afgenomen. Het eerst ging de populatie op het vasteland sterk achteruit, met een uitstel dankzij inpolderingen (Flevoland, Lauwersmeer) waardoor tijdelijk veel broedgebied ontstond. Vanaf ca. 1995 vormt het Waddengebied het enige broedgebied van betekenis. In de periode 1992-1993 schommelde in Nederland het aantal tussen de 90 en 100. Volgens SOVON daalde ook in de periode 1990-2007 het aantal broedparen gestaag. Rond 2007 broedden er nog ongeveer 40 paar in Nederland.
De woudaap Ixobrychus minutus (die toen nog wouwaapje heette) was vòòr 1950 nog een plaatselijk talrijke broedvogel, vooral in de rietmoerassen en plassengebieden in Zuid-Holland en Utrecht. In de periode 1961-67 werd het aantal broedvogels op 250 paar geschat. Dit aantal daalde gestaag, in 1973-77 was het al gehalveerd en in 1978-83 schatte men het op nog maar 50 paar. In de periode 1988-89 volgde weer een halvering. Sinds 1990 is er volgens SOVON significante toename van <5% per jaar. Het broedbestand werd in 2005-2008 door SOVON op 12 - 16 paar geschat. Over de laatste 10 jaar is volgens SOVON geen betrouwbare trendclassificatie mogelijk. Het voedsel van de woudaap bestaat uit vis, amfibieën en aquatische insecten, die worden gevangen in ondiep water.

Bronnen: Wikipedia
http://nl.wikipedia.org/wiki/Nederlandse_Rode_Lijst_(vogels)
http://www.boerenlandvogels.nl/content/de-duinpieper-en-draaihals-kunne…
http://www.boerenlandvogels.nl/content/de-grauwe-gors-door-het-gebruik-…
http://www.boerenlandvogels.nl/content/de-kemphaan-verdwenen-uit-vlaand…
http://www.boerenlandvogels.nl/node/1452/edit
http://www.boerenlandvogels.nl/content/de-korhoen-bijna-uitgestorven-ne…
http://www.boerenlandvogels.nl/content/een-paar-decennia-de-gehele-nede…
http://www.boerenlandvogels.nl/content/de-ortolaan-praktisch-uitgestorv…
http://www.boerenlandvogels.nl/content/de-velduil-ernstig-bedreigd-nede…
http://www.boerenlandvogels.nl/content/de-broedpopulatie-van-het-woudaa…
http://www.boerenlandvogels.nl/content/de-braaklegging-van-akkergronden…-