Het Ctgb sluit nu een rol van neonicotinoiden bij verhoogde bijensterfte niet langer uit

Nog in maart 2011 gaf het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) te kennen dat een verband tussen het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en bijensterfte niet is aangetoond en dat wanneer een middel op basis van een neonicotinoïde toegelaten wordt in Nederland is aangetoond dat het gebruik van dát middel niet leidt tot een gevaarlijk hoge blootstelling van bijen (zie bijlage). Het Ctgb toetst echter momenteel alle reeds toegelaten bestrijdingsmiddelen op basis van neonicotinoïden opnieuw op de effecten op de gezondheid van bijen. Uit de voorlopige resultaten van deze toetsing blijkt dat voor tien middelen bij het huidige toegestane gebruik een verhoogd risico voor bijen en hommels niet uit te sluiten is.

In 2009 gaf het Ctgb nog te kennen onvoldoende aanwijzingen te hebben dat de achteruitgang van de bijenstand in Nederland het gevolg zou zijn van het gebruik van toegelaten bestrijdingsmiddelen op basis van neonicotinoïden. Toen was volgens het Ctgb de toenemende ziektedruk de voornaamste oorzaak van de verhoogde bijensterfte.

Bronnen:
Nieuwsbrief van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden, nummer 63, juli 2009
http://www.ctb.agro.nl/pls/portal/docs/PAGE/WEBSITE_CTB/NIEUWS/02NIEUWSB...
Persbericht Ctgb, 11 maart 2011 (bijlage)
Ctgb wijzigt gebruiksmogelijkheden voor tien neonicotinoïden houdende middelen, april 2011
http://www.ctb.agro.nl/portal/page?_pageid=33,146711&_dad=portal&_schem…