Vleermuizen

De kaalslag in de Britse natuur - een op de drie soorten is in de afgelopen halve eeuw in aantal gehalveerd

Een grootschalige inventarisatie van de natuur in het Verenigd Koninkrijk heeft aangetoond dat de meeste soorten worstelen om te overleven en dat een op de drie soorten in de afgelopen halve eeuw in aantal is gehalveerd. Het verslag werd opgesteld door natuurbeschermingsorganisaties waaronder de Wildlife Trusts, de Mammal Society, Buglife en de Marine Conservation Society. Het unieke verslag, gebaseerd op wetenschappelijke analyse van tientallen miljoenen waarnemingen van vrijwilligers, toont aan dat insecten, vogels, vissen, amfibieën, reptielen en planten in de problemen zijn geraakt. Het volledige rapport is online verkrijgbaar: www.rspb.org.uk / stateofnature. Van meer dan 6000 soorten die met behulp van moderne Rode Lijst criteria in het Verenigd Koninkrijk zijn onderzocht, wordt ruim 1 op de 10 met uitsterven bedreigd. In de overzeese gebieden van het Verenigd Koninkrijk, die een rijke fauna van groot internationaal belang bezit, lopen meer dan 90 soorten een hoog risico uit te sterven. De helft van de onderzochte soorten ondergaan sterke veranderingen in aantal of territoria, wat aangeeft dat de recente veranderingen in het milieu een dramatische werking op de natuur in het Verenigd Koninkrijk hebben. De intensivering van de landbouw heeft ingrijpende en langdurige gevolgen voor de natuur gehad. Volgens de toxicoloog Henk Tennekes heeft met name het veelvuldige gebruik van de voor insecten zeer giftige neonicotinoide insecticiden, die in de bodem en het water accumuleren, een rampzalige werking op de natuur, zoals beschreven in zijn in 2010 gepubliceerde boek "Disaster in the Making". Kijk naar de indrukwekkende toespraak van de natuurbeschermer en TV presentator Iolo Williams over de toestand van de natuur in Wales: http://www.youtube.com/watch?v=FnJQjtvngqA

LOOKING TO HELP honey bees and other important pollinators?

One of the best ways to support healthy hives and pollinator protection is to provide ample foraging. Keeping a
garden that provides not just nectar, pollen, and habitats, but also refrains from using toxic pesticides will go a long way towards helping bees and other pollinators. The most widely used garden insecticides are a class of chemicals called neonicotinoids. Attached is a list of common home and garden products containing neonicotinoids.

Zutphen Bijenstad - voordracht van Henk Tennekes op het BIJENfeest van 27 april 2013

Wat heeft Zutphen Bijenstad tot nu toe bereikt? In 2010 en 2011 zijn ruim 1500 zakjes zaad verkocht onder het motto ‘Help de bij in de stad’ en 'Alle bee(s)tjes helpen'. In 2012 deden we mee met de campagne 'Bijen houden van biologisch' en kregen we 2000 gratis zakjes biologisch zaad die via winkels zijn verspreid. In september 2010 wonnen we de Zutphense Toekomstprijs. In maart 2011 is het Bijenlint officieel gestart. In samenwerking met de gemeente zijn vier projecten gestart, waarna anderen volgden. In september 2012 is Zutphen Bijenstad een stichting geworden en gaat de doelstelling verder implementeren. De stichting heeft de ANBI status. Henk Tennekes gaf op het BIJENfeest van 27 april 2013 aan de Marsweg 115 in Zutphen een voordracht over de risico's van neonicotinoide insecticiden voor mens en milieu. De voordracht is bijgevoegd.

Henk Tennekes spreekt op het Slow Food Filmfestival op 12 mei 2013 in Deventer

Na het succes van vorig jaar organiseren Filmhuis De Keizer en Slow Food IJsselvallei op zondag 12 mei a.s. het 2e slow food film festival deventer. Met bijzondere films en tussendoor genieten van volop Lekker, Puur en Eerlijk eten en drinken. De films brachten heel verschillende kanten van ons ‘food’ in beeld: de achtergronden en bedreigingen van onze voedselvoorziening, de hartstocht voor voedingsproducten en het gastronomisch genieten. Van 17:15 - 17.45 werd de film More than Honey ingeleid door dr ir Henk Tennekes, toxicoloog en pleitbezorger voor een verbod op toepassing van insecticiden die bijenvolkeren en insecten in het algemeen bedreigen. De voordracht is bijgevoegd.

Surveys of farmland wildlife have identified serious declines in the populations and ranges of birds and declines in populations of mammals, insects and plants associated with arable land

Changes in arable farming practices have been identified as important factors in the decline of wildlife. Significant declines in the brown hare have been recorded, associated with changes in the availability of high quality food at certain times of year. Declines in the Pipistrelle Bat are in part likely to have resulted from lower abundance of insect prey in farmland. Information on the decline of arthropods in farmland habitats has been published by the Game Conservancy Trust’s Sussex Study In the Sussex study area, between 1972 and 1990, arthropods have declined by 4.2% per annum (excluding springtails and mites), with many groups of beneficial insects, such as aphid predators and game bird food items, declining at faster rates. Bee species are particularly threatened. A range of cornfield weeds, such as corn buttercup and shepherd’s-needle, have declined markedly this century, to the extent that some species are now extinct in the UK. These annual flowers are dependent on the arable ecosystem, which is characterised by regular soil cultivation. Declines in farmland birds have been identified for a number of species characteristic of arable and mixed farmland. These birds feed on seeds, invertebrates or both, sometimes at different times of year.

How surface runoff of imidacloprid turned Holland into a neonicotinoid dump that exterminates insects, birds, hedgehogs, bats, amphibians, reptiles, you name it

Surface runoff is an important process that affects the local water balance and causes soil erosion and rapid solute transport towards ditches, streams, and rivers. Surface runoff is the fastest route from field to stream and the main transport route for sediment and adsorbed contaminants, such as pesticides. It is the main contributor of pesticides to surface water bodies. The agricultural areas in The Netherlands most vulnerable to surface runoff are peat grasslands, where groundwater levels are kept close to the surface (less than 60 cm below soil surface), riverine heavy clay grasslands with low permeability and drainage by superficial trenches (less than 40 cm below soil surface), and sandy or clay soils with topsoil or subsoil compaction caused by treading, overstress due to large wheel loads of agricultural machinery, and tillage.

Henk Tennekes sprach am 23. März 2013 an der Sächsischen Ornithologentagung des Vereins Sächsischer Ornithologen (VSO) in Hohenstein-Ernstthal

Insgesamt 275 Vereinsmitglieder und Gäste (neuer Rekord seit Altenburg 2007!) fanden sich am vergangenen Wochenende (22-24. März 2013) zur 51. Jahresversammlung und Sächsischen Ornithologentagung des Vereins Sächsischer Ornithologen in der westsächsischen Kleinstadt Hohenstein-Ernstthal ein, wo das „Schützenhaus“ beste Tagungsbedingungen bot. Höhepunkt im wissenschaftlichen Vortragsprogramm am Sonnabend war mit Sicherheit der Vortrag des niederländischen Toxikologen und Krebsforschers Dr. Henk Tennekes, der über neuartige Pestizide in der Landwirtschaft und deren katastrophalen Folgen auf die Nahrungskette in der Natur sprach. Viele Zuhörer zeigten sich nach diesen Ausführungen betroffen, ja geschockt und forderten eine Reaktion vom Verein. Wie daher zur Mitgliederversammlung beschlossen, wird der VSO eine entsprechende Petition an die Bundesregierung und die EU richten.

Bij een Deens onderzoek bleek dat een kwart van de onderzochte vleermuizen seropositief voor rabiës zijn

In het blad Zoonoses and Health beschrijft Naturalis-bioloog Peter Lina samen met twee Britten dat van de honderden miljoenen Europeanen er de afgelopen 35 jaar welgeteld vijf daadwerkelijk rabiës opliepen na een vleermuizenbeet. Twee van hen, allebei vleermuisonderzoekers, overleden aan de ziekte. Dat het zo weinig voorkomt, is overigens niet omdat vleermuizen maar zelden die ziekte hebben. Bij een Deens onderzoek bleek dat een kwart van de onderzochte laatvliegers (Eptesicus serotinus) seropositief voor rabiës te zijn. Het aantal hondsdolle vleermuizen schijnt ook toe te nemen. Er worden jaarlijks gemiddeld zo'n 120 gevonden vleermuizen bij diverse opvangplekken binnengebracht. Het aantal zieke en gewonde vleermuizen dat de laatste jaren is gecontroleerd steeg van 107 in 2011 naar 133 in 2012. Sinds 2010 hadden ze bij de Stichting Vogelklas Karel Schot geen hondsdolle vleermuizen gezien, maar eind vorig jaar, zaten ze er ineens met twee opgescheept.

Waarschuwingen over de mogelijke rol van milieuverontreiniging met neonicotinoiden bij sterk dalende populaties van vogels, kikkers, egels, vleermuizen en andere insectenetende dieren zijn niet ver gezocht en moeten serieus worden genomen

Imidacloprid werd gevonden in 89% van watermonsters die werden genomen in agrarische gebieden van Californië, en in 19% van de monsters werd de maximaal toegestane concentratie van 1,05 microgram / L, zoals vastgesteld door Environmental Protection Agency (EPA), overschreden. In Nederland kwam imidacloprid in meetbare hoeveelheden voor in 30% van de 4.852 watermonsters die door Waterschappen werden verzameld tussen 1998 en 2007. Deze cijfers geven aan dat er inmiddels een wijdverbreide besmetting is van het oppervlaktewater met zeer langzaam afbreekbare (persistente) systemische insecticiden. Het eerste gevolg van deze besmetting is de geleidelijke vermindering, en mogelijk het verdwijnen van hele populaties van aquatische geleedpotigen in de getroffen gebieden. Aangezien de tijd de bepalende variabele bij dit proces is, kan er van worden uitgegaan dat, wanneer deze verontreiniging zich de komende jaren in het huidige tempo voortzet, de biodiversiteit en de functionaliteit van vele aquatische ecosystemen ernstig zal worden aangetast. Omdat deze organismen bovendien een primaire bron van voedsel voor een groot aantal soorten van gewervelde dieren zijn (bijv. vissen, kikkers en vogels), zal de uitputting van hun belangrijkste voedselbron onvermijdelijk indirecte effecten hebben op deze dierlijke populaties. Het geval van de patrijs (Perdix perdix) in Engeland is een voorbeeld van hoe een combinatie van herbiciden en insecticiden indirect de ondergang van een soort kan veroorzaken door de teloorgang van onmisbare voedselbronnen. Daarom zijn waarschuwingen over de mogelijke rol van milieuverontreiniging met neonicotinoiden bij de sterk dalende populaties van vogels, kikkers, egels, vleermuizen en andere insectenetende dieren niet ver gezocht en moeten serieus worden genomen.

Warnings about the possible role of environmental contamination with neonicotinoids in steeply declining populations of birds, frogs, hedgehogs, bats and other insectivorous animals are not far fetched and should be taken seriously

Imidacloprid was detected in 89% of water samples in agricultural areas of California, with 19% exceeding the US Environmental Protection Agency’s chronic invertebrate Aquatic Life Benchmark of 1.05 μg/L. In the Netherlands, imidacloprid appeared in measurable quantities in 30% of the 4,852 water samples collected between 1998 and 2007. These figures indicate there is already a widespread contamination of waterways and estuaries with persistent systemic insecticides. The first consequence of such contamination is the progressive reduction, and possible elimination, of entire populations of aquatic arthropods from the affected areas. As time is a critical variable in this type of assessment, it is envisaged that should this contamination continue at the current pace over the years to come the biodiversity and functionality of many aquatic ecosystems will be seriously compromised. Secondly, as these organisms are a primary food source of a large number of vertebrates (e.g. fish, frogs and birds), the depletion of their main food resource will inevitably have indirect impacts on the animal populations that depend on them for their own survival. The case of the partridge in England is an example of how a combination of herbicides and insecticides can bring the demise of a non-target species by indirectly suppressing its food requirements. Therefore, warnings about the possible role of environmental contamination with neonicotinoids in steeply declining populations of birds, frogs, hedgehogs, bats and other insectivorous animals are not far fetched and should be taken seriously.