Algemeen

Unbridled pollution and siltation have taken a heavy toll on aquatic life in Wullar, largest freshwater lake in Asia, in north Kashmir

Fed by numerous streams and springs, Wullar Lake facilitated combination of capture and culture fisheries and till a few decades ago was main source of fish production in Kashmir. The lake possessed nine commercially important fish species including native Schizothorax. However, in absence of any conservation measures, population of fish species has been gradually declining. "This lake has turned into a cesspool," said Ghulam Muhammad Bhat, an aged fisherman living on the banks of Wullar at Zurmanz village. Bhat says he used to catch 50-60 kilograms of fish on an average per day till a few decades ago. "Nowadays, I just catch 10-15 kilograms in two-three days," Bhat said.

Thousands of ducks starving to death all over the Great Lakes

The Niagara River corridor from Lake Erie to Lake Ontario is renowned as a spectacular winter haven for hundreds of thousands of water birds. But this year’s bitterly cold season has made it notable for something else: dead ducks. Biologists say carcasses began piling up by the hundreds in early January after the plunging temperatures started icing over nearly the entire Great Lakes, preventing the ducks from getting to the minnows that are their main source of food. Necropsies on dozens of birds have confirmed the cause: starvation. “All have empty stomachs. They’re half the weight they should be,” said Connie Adams, a biologist in the state Department of Environmental Conservation’s Buffalo office who has personally seen 950 dead birds. “This is unprecedented. Biologists who’ve worked here for 35 years have never seen anything like this,” she said. “We’ve seen a decline in tens of thousands in our weekly waterfowl counts.”

Rondetafelgesprek in de gemeente Westerveld over lelieteelt en pesticiden

Omwonenden van leliepercelen in Westerveld voelen zich niet serieus genomen. Dat bleek op donderdagavond 6 maart 2014 tijdens een bijeenkomst over de lelieteelt in het gemeentehuis in Diever. Verschillende partijen konden hun standpunten toelichten over de effecten van gewasbeschermingsmiddelen. Het ging er fel aan toe in het bomvolle gemeentehuis. Omwonenden vrezen voor hun gezondheid als bollenboeren gebruik maken van middelen zoals metam-natrium om bijvoorbeeld grond te ontsmetten. De stoffen waaien uit over hun tuinen en onduidelijk is wat de effecten daarvan zijn op de volksgezondheid. Bijgevoegd een documentatie over dit thema van de hand van de toxicoloog Henk Tennekes. Naar het oordeel van Tennekes laat het Ctgb middelen toe die in de landbouw niets te zoeken hebben: het gebruik van metam-natrium verhoogt het risico op longziekten en het gebruik van imidacloprid roeit de insecten uit en daarmee ook alle soorten die van insecten afhankelijk zijn, zoals veel vogels van het boerenland. De gespreksleider in Westerveld deed pogingen de mensen met elkaar in gesprek te brengen. Tennekes, die deelnam aan de discussie, vroeg zich af waar je het in godsnaam over moet hebben als het cultuurlandschap door de boeren mag worden bezoedeld met uiterst giftige pesticiden.

England's lost world

Hundreds of species have become extinct in England over the past 200 years: ants, bees, beetles, butterflies, dragonflies, fish, fleas, fungi, mammals, moths, shrimps, spiders and wasps. The Trachea atriplicis or orache moth became extinct in 1905. The Gomphus clavatus or pig's ear fungus became extinct in 1927. In Victorian times the large tortoiseshell butterfly was widespread in southern England, but it became extinct in 1953. The black-backed meadow ant became extinct in 1988. The Great yellow bumblebee was once found across Great Britain, and it became extinct in England in 1981. The Red-backed shrike became extinct in 1988.

Biologische boerderijen dragen aanzienlijk meer bij aan de algemene biodiversiteit dan gangbare landbouwbedrijven

Dat blijkt uit een omvangrijk onderzoek van de Universiteit van Oxford, dat de meetresultaten van meer dan 94 studies uit de afgelopen dertig jaar bundelt. Het Vlaams Infocentrum voor Land- en Tuinbouw (VILT) schrijft erover. Onderzoekers van de Universiteit van Oxford hebben een grootschalig biodiversiteitsonderzoek afgerond en gepubliceerd. Ze verzamelden 184 observatierapporten en 94 studies die de laatste dertig jaar gemaakt zijn en kwamen tot de volgende conclusie: de biodiversiteit op biologische landbouwbedrijven ligt gemiddeld 30 procent hoger dan op gangbare landbouwbedrijven.

On average, organic farms support 34% more plant, insect and animal species than conventional farms, say Oxford University scientists

Researchers looked at data going back thirty years and found that this effect has remained stable over time and shows no signs of decreasing. ‘Our study has shown that organic farming, as an alternative to conventional farming, can yield significant long-term benefits for biodiversity,’ said Sean Tuck of Oxford University’s Department of Plant Sciences, lead author of the study. ‘Organic methods could go some way towards halting the continued loss of diversity in industrialised nations.’ For pollinators such as bees, the number of different species was 50% higher on organic farms, although it is important to note that the study only looked at ‘species richness’. ‘Species richness tells us how many different species there are but does not say anything about the total number of organisms,’ said Mr Tuck. ‘There are many ways to study biodiversity and species richness is easy to measure, providing a useful starting point. Broadly speaking, high species richness usually indicates a variety of species with different functions. Taking the example of bees, species richness would tell us how many different species of bee were on each farm but not the total number of bees.’

Het gebruik van het verboden herbicide dinoterb in Noord Holland bedreigt water organismen en omwonenden van landbouwgebieden

Gebruiken bloembollenkwekers en andere agrariërs verboden bestrijdingsmiddelen? ,,Onzin.’’ Piet Groen van leverancier CAV Agrotheek durft er zijn handen voor in het vuur te steken. ,,We kijken wel uit. De boetes van de Voedsel- en Warenautoriteit zijn fors’’, vult akkerbouwer en regionaal LTO-bestuurder Henk Geerligs aan. Boetes kunnen oplopen tot 20.000 euro. Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier stuitte op veel plaatsen op vijf verboden middelen in het oppervlaktewater. Residuen van dinoterb zijn her en der aangetroffen, in te hoge gehaltes. Dinoterb is sinds 1998 niet toegestaan. De conclusie dat agrariërs zich schuldig maken aan illegaal gebruik van landbouwgif, wijzen Groen en Geerligs pertinent van de hand. Het hoogheemraadschap houdt nog een slag om de arm en wacht nader onderzoek af. Door afspoeling belanden middelen in de sloten. ,,Veel stoffen breken in de bagger op de bodem niet of langzaam af. Met metingen kom je ze dan tegen’’, zegt Henk Geerligs. Landelijk specialist gewasbeschermingsmiddelen van agrarische belangenorganisatie LTO Jaap van Wenum bevestigt dat. Van Wenum: ,,Zolang stoffen niet worden blootgesteld aan zon en zuurstof, blijven ze soms jarenlang persistent. Zolang er niet wordt gebaggerd, blijven ze aanwezig.’’ Op veertig locaties heeft het waterschap gecontroleerd. Bij 21 van de 49 ontdekte stoffen waren de toegestane concentraties te hoog. Gifdeskundige Henk Tennekes uit Zutphen schrikt van de uitkomsten. Over dinoterb zegt hij: ,,Deze stof is zeer gevaarlijk voor organismen die in het water leven.'' Volgens Tennekes is de stof ook - vanwege zijn vluchtigheid en hoge giftigheid voor zoogdieren - een bedreiging voor omwonenden van landbouwgebieden. ,,Vooral voor zwangere vrouwen.''

De bedroevende stand van de biodiversiteit in Vlaanderen

Bij dit jaareinde is het interessant eens stil te staan bij de kennis over de huidige biodiversiteit in Vlaanderen. De meeste gegevens voor Vlaanderen worden bij elkaar gezocht en geïnterpreteerd door het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (www.inbo.be). Van het totale geschatte soortenaantal van ongeveer 40.000 in ons gewest, heeft dit Instituut er 1996 onder de loep genomen. Het gaat om amfibieën, broedvogels, dagvlinders, hogere planten, libellen, loopkevers, reptielen, sprinkhanen, vissen en waterwantsen. Van die 1996 zijn er op dit ogenblik 960 soorten niet in gevaar, 411 bijna in gevaar, 124 kwetsbaar, 142 bedreigd, 177 ernstig bedreigd, 139 regionaal uitgestorven en van 43 soorten waren er onvoldoende gegevens bekend om een status te kunnen opmaken. Zonder in te gaan op technische details is het dus duidelijk dat ongeveer een kwart van de onderzochte soorten in gevaar is en het risico loopt om op termijn uit te sterven of minstens zwaar achteruit te gaan.

Impacts of Neonicotinoid Insecticides on Biodiversity Need Urgent Attention

Neonicotinoid insecticides are a relatively new, but widely-used, class of systemic, water-soluble nerve poisons. They are readily incorporated into all plant cells, as well as pollen and nectar. They act by binding to acetylcholine receptors of plant-feeding insects, inducing depolarization of motor neurons, tetanic contractions, neuromuscular destruction and death. Non-target plant-feeding insect groups (e.g., bees, certain moths and butterflies) exposed to these insecticides are at risk. Declines in these insect groups are well documented, while noting that these declines can be attributed to habitat loss and invasive species as well as to pollution from neonicotinoid insecticides and other agricultural chemicals. In many agricultural areas, populations of animals that rely on plant-feeding insects as food sources (e.g., birds, bats, amphibians, predatory insects) are also declining.

Die Intensivierung der Landwirtschaft in den vergangenen Jahrzehnten hat zu einem hohen Verlust der Artenvielfalt in den Kulturlandschaften in Nord- und Mitteldeutschland geführt

Das haben Wissenschaftler der Universität Göttingen in Zusammenarbeit mit dem Senckenberg Museum für Naturkunde in Görlitz herausgefunden. Auf rund 1.000 Untersuchungsflächen – Ackerland, Grünland und Fließgewässer – wiederholten die Forscher Vegetationsaufnahmen aus den 1950er- und 1960er-Jahren, um den Wandel zu analysieren. Dabei stellten sie unter anderem fest, dass die Fläche artenreichen Grünlands auf frischen bis feuchten Böden in den vergangenen 50 Jahren um rund 85 Prozent abgenommen hat – heute dominieren artenarme intensiv gedüngte Grünländer. Ackerwildkräuter, die in den Fünfzigerjahren noch fast die gesamte Ackerfläche bedeckten, wachsen heute aufgrund von Düngung und Pestiziden nur noch auf knapp fünf Prozent der Ackerfläche. Die Zahl der Pflanzenarten ging im Grünland um 30 Prozent zurück, im Ackerland im Inneren der Felder um 71 Prozent und in Fließgewässern um 19 Prozent; die Häufigkeit der einzelnen Pflanzenarten ist in ähnlichem Ausmaß rückläufig. Zunahmen registrierten die Forscher lediglich bei sieben anpassungsfähigen Arten im Grünland, bei 18 Arten im Ackerland und bei zwei Arten in Fließgewässern.