Overige insecten

Greenhouse insect management without neonicotinoids

Recent research in Europe and North American has shown that very low concentrations of neonicotinoid insecticides, in some cases even less than 50 parts per billion, can affect the foraging behavior of bees and the health of colonies. Neonicotinoids are a group of insecticides with a chemical structure similar to nicotine. The active ingredients of neonicotinoid products used in greenhouses include imidacloprid, acetamiprid, dinotefuran and thiamethoxam. One reason that neonicotinoid products have been favored is because they are absorbed by plant roots and circulate in the plant.

Tweede Kamer wil een Nederlands totaalverbod op bestrijdingsmiddelen die neonicotinoïden bevatten

Een meerderheid van de Kamer schaarde zich vandaag achter moties van de Partij voor de Dieren voor een nationaal verbod op het gebruik van neonicotinoiden in de landbouw en verkoop aan particulieren. Neonicotinoïden zijn relatief nieuwe landbouwgiffen die een desastreus effect hebben op de bij. Begin 2013 schaarde een Kamermeerderheid zich achter een motie van Esther Ouwehand voor een Europees verbod op dit landbouwgif. Mede dankzij deze motie wordt het gebruik van drie soorten neonicotinoïden in de EU inmiddels aan banden gelegd. De Europese maatregelen laten echter het grootste deel van het neonicotinoïden-gebruik ongemoeid: maar liefst 80% blijft in Nederland buiten schot. De Kamer dwingt Dijksma vandaag om toch verdergaande maatregelen te nemen.

The number of offspring drops significantly when fruitflies are chronically exposed to nanomolar concentrations of imidacloprid

For at least one member of a controversial class of insecticides, low doses may cause as much harm to nontarget insects as high doses do, according to a new study. The number of offspring that fruit flies produce drops significantly when the insects are chronically exposed to nanomolar concentrations of imidacloprid, a member of the neonicotinoid insecticide group (Environ. Sci. Technol. 2014, DOI: 10.1021/es405331c). In Europe, policymakers have moved to temporarily ban some of the neonicotinoids based in part on previous studies that showed that honeybees exposed to low doses of the compounds developed significant behavioral changes. The new study builds on these low-dose findings and suggests regulators need to rethink how they assess the safety of chemicals applied in the environment, says Dennis vanEngelsdorp, an entomologist at the University of Maryland, College Park, who wasn’t involved in the work.

24 Junge Igel in Jena beenden ihren Winterschlaf

Wenn es im Herbst ab und an in der Hecke raschelt, dann sucht wahrscheinlich ein kleiner Igel Deckung und wühlt sich unter die Blätterhaufen. Vielleicht sucht er hier auch nach einer Schnecke, um seinen Hunger zu vertreiben. Roland Seime ist der Mann, der sich im Saale-Holzland-Kreis und Jena um Igeljunge kümmert, die den Herbst alleine nicht überleben würden. Er nimmt sie bei sich auf und pflegt sie in seiner Igelstation in Jena-Winzerla. Zur Zeit wachen seine kleinsten Igeljungen aus dem Winterschlaf auf. "Sie haben Hunger und müssen fressen", sagt er. Die kleinen Tiere sind auf Futtersuche, weshalb es sein kann, dass man sie am Tag auch in der freien Wildbahn sieht. Denn eigentlich sind Igel nachtaktiv und wollen sich tagsüber verstecken und schlafen. Roland Seime hält zwei Jungtiere in seinen Händen, die es jeweils gerade einmal auf 400 Gramm bringen. "Sie sind schon wach, um nach Nahrung zu suchen", sagt er. "Sonst würden sie nicht überleben."

Lethal and sublethal effects of imidacloprid, after chronic exposure, on the insect model Drosophila melanogaster

Neonicotinoids are subjected to vigilance because of environmental contaminations and deleterious effects on bees. Imidacloprid (IMI) is one of the most representative insecticides of this family. At chronic exposure, concentration-effect relationships are non linear. An insect model should allow a better description of this toxicity. We compared the lethal concentration 50% (LC50) of IMI for a Drosophila-field strain, after acute and chronic exposure. Relative to the acute LC50, the chronic LC50 was lowered by a factor of 29 for males (1.3 mM/45 µM), 52 for larvae (157 µM/3µM) and more than 172 for females (>3.1mM/18µM). Chronic exposure also revealed significant lethal and sublethal effects, at concentrations 3-5 orders of magnitude lower than the chronic LC50. Mean mortalities reached 28% (at 3.91 nM) and 27% (at 39.1 nM) for females and males, respectively. Fecundity decreased of 16% at 1.96 nM. Mating increased of 30% at 0.391 nM. The LOEC (Lowest Observed Effect Concentration: 0.391 nM) was 46000 times lower than the chronic LC50 for males; it was 115000 times lower than the chronic LC50 for females. This study illuminates effects that neonicotinoids can induce at very low concentrations. This is of particular interest for non-target insects and for insect dependent species.

Meet the Bees - Erster Wiener Bienenschutzkonferenz

Anfang April (2014) fand die erste Bienenschutzkonferenz in den Tagungsräumen des Schlosses Schönbrunn in Wien statt. Ausrichterin der zweitägigen Veranstaltung war Global 2000, Österreichs führende, unabhängige Umweltschutzorganisation. Die Veranstaltung war mit internationalen Referenten hochkarätig besetzt. Die Themenvielfalt bot Einblicke, die alle Imker angehen. Gegliedert war die Konferenz in vier Themenblöcke, die sich unterschiedlichen Schwerpunkten widmeten: Teil-Verbot von Neonicotinoiden in der EU-Landwirtschaft: ausreichend zum Schutz der Bienen? Multifaktorelle Belastungen für (Wild-)Bienenpopulationen und deren Folgen. Konzepte für den Bienenschutz. Bienenfreundliche Lebensräume schaffen, erhalten und fördern.

Rondetafelgesprek in de gemeente Westerveld over lelieteelt en pesticiden

Omwonenden van leliepercelen in Westerveld voelen zich niet serieus genomen. Dat bleek op donderdagavond 6 maart 2014 tijdens een bijeenkomst over de lelieteelt in het gemeentehuis in Diever. Verschillende partijen konden hun standpunten toelichten over de effecten van gewasbeschermingsmiddelen. Het ging er fel aan toe in het bomvolle gemeentehuis. Omwonenden vrezen voor hun gezondheid als bollenboeren gebruik maken van middelen zoals metam-natrium om bijvoorbeeld grond te ontsmetten. De stoffen waaien uit over hun tuinen en onduidelijk is wat de effecten daarvan zijn op de volksgezondheid. Bijgevoegd een documentatie over dit thema van de hand van de toxicoloog Henk Tennekes. Naar het oordeel van Tennekes laat het Ctgb middelen toe die in de landbouw niets te zoeken hebben: het gebruik van metam-natrium verhoogt het risico op longziekten en het gebruik van imidacloprid roeit de insecten uit en daarmee ook alle soorten die van insecten afhankelijk zijn, zoals veel vogels van het boerenland. De gespreksleider in Westerveld deed pogingen de mensen met elkaar in gesprek te brengen. Tennekes, die deelnam aan de discussie, vroeg zich af waar je het in godsnaam over moet hebben als het cultuurlandschap door de boeren mag worden bezoedeld met uiterst giftige pesticiden.

De grutto gaat voortdurend achteruit in Nederland

In 2013 zijn naar schatting circa 8900 gruttokuikens vliegvlug geworden, zo blijkt uit onderzoek van Sovon Vogelonderzoek Nederland. Deze schatting komt zo'n 37% hoger uit dan die voor 2011, maar 17% lager dan in 2012. Op grond hiervan kan gesteld worden dat het broedsucces in 2013 waarschijnlijk te laag was om de populatie te stabiliseren. Een lichtpuntje is dat de gruttopopulatie iets minder hard achteruit is gegaan dan voorgaande jaren: met drie procent, terwijl dat vijf procent was. Het is bekend dat een ontoereikend broedsucces de belangrijkste oorzaak is van de sterke achteruitgang van de grutto. Eén van de oorzaken van het niet groot worden van grutto's is het gebrek aan voedsel. Gruttokuikens eten insecten die te vinden zijn op bloemen en kruiden in het gras.

Effect of the Insecticide Tanrec® on Reproduction and Vital Activity of Daphnia magna Straus in a 15-day Test

The effect of the insecticide Tanrec® at concentrations of 3.0 × 10–7, 3.0 ×10–2, and 3.0 × 10–1 mg/L (as of imidacloprid) on Daphnia magna Straus has been studied. An acute toxic effect of this insecticide at a concentration of 3.0 × 10–1 mg/L and a depressive effect at concentrations of 3.0 × 10–2 mg/L and 3.0 × 10–7 have been revealed. A damaging effect of Tanrec was revealed during the stage of early development of studied crustaceans. This effect was manifested in the inhibition of the growth of oocytes, abnormal functioning of the intestine, retardation of body growth, and pathological changes in tissues.

Biologische boerderijen dragen aanzienlijk meer bij aan de algemene biodiversiteit dan gangbare landbouwbedrijven

Dat blijkt uit een omvangrijk onderzoek van de Universiteit van Oxford, dat de meetresultaten van meer dan 94 studies uit de afgelopen dertig jaar bundelt. Het Vlaams Infocentrum voor Land- en Tuinbouw (VILT) schrijft erover. Onderzoekers van de Universiteit van Oxford hebben een grootschalig biodiversiteitsonderzoek afgerond en gepubliceerd. Ze verzamelden 184 observatierapporten en 94 studies die de laatste dertig jaar gemaakt zijn en kwamen tot de volgende conclusie: de biodiversiteit op biologische landbouwbedrijven ligt gemiddeld 30 procent hoger dan op gangbare landbouwbedrijven.