Overige insecten

Volgens het Ctgb zijn de risico's van middelen met neonicotinoïden voor bijen en mensen verwaarloosbaar

Mierenlokdoosjes, vliegenstrips en andere producten waarin bepaalde insecticiden zitten, blijven te koop. De Tweede Kamer had op initiatief van de Partij voor de Dieren aangedrongen op een verkoopverbod aan particulieren van de bestrijdingsmiddelen die gevaarlijk zijn voor bijen en hommels. Daarvoor bestaat geen grondslag, zo heeft staatssecretaris Wilma Mansveld (Milieu) aan de Kamer geschreven. Ze baseert zich daarbij op onderzoek van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb). Volgens het college zijn de risico's van middelen met zogeheten neonicotinoïden voor bijen en mensen verwaarloosbaar. In een reactie schrijft de toxicoloog Henk Tennekes dat het Ctgb bij de beoordeling van imidacloprid de wettelijke kaders waaraan het Ctgb gebonden is heeft overtreden. Imidacloprid voldoet aan geen van drie in de Nederlandse wetgeving opgenomen milieucriteria waaraan de toelaatbaarheid van een gewasbeschermingsmiddel getoetst dient te worden (persistentie in de bodem, uitspoeling naar het grondwater, en de risico’s voor waterorganismen). Staatssecretaris Mansveld heeft met haar adviesaanvraag aan een incompetente instantie het primaat van de politiek de facto afgegeven aan Nefyto, de belangenorganisatie van de agrochemische industrie in Nederland, aldus Tennekes.

On average, organic farms support 34% more plant, insect and animal species than conventional farms, say Oxford University scientists

Researchers looked at data going back thirty years and found that this effect has remained stable over time and shows no signs of decreasing. ‘Our study has shown that organic farming, as an alternative to conventional farming, can yield significant long-term benefits for biodiversity,’ said Sean Tuck of Oxford University’s Department of Plant Sciences, lead author of the study. ‘Organic methods could go some way towards halting the continued loss of diversity in industrialised nations.’ For pollinators such as bees, the number of different species was 50% higher on organic farms, although it is important to note that the study only looked at ‘species richness’. ‘Species richness tells us how many different species there are but does not say anything about the total number of organisms,’ said Mr Tuck. ‘There are many ways to study biodiversity and species richness is easy to measure, providing a useful starting point. Broadly speaking, high species richness usually indicates a variety of species with different functions. Taking the example of bees, species richness would tell us how many different species of bee were on each farm but not the total number of bees.’

Besluit Ctgb tot beperking van de toelating van de imidaclopridhoudende gewasbeschermingsmiddelen Admire, Gaucho Tuinbouw en Kohinor 700 WG

Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) heeft tijdens de collegevergadering van januari 2014 besloten tot beperking van de toelating van de imidaclopridhoudende gewasbeschermingsmiddelen Admire, Gaucho Tuinbouw en Kohinor 700 WG. Aanleiding daartoe is nieuwe wetenschappelijke kennis over emissies en restwaterzuivering en een recente publicatie over het effect van imidacloprid op waterorganismen. Het verzoek tot herregistratie van Gaucho per 31 januari 2014 is niet toegekend vanwege het risico van het middel voor vogels. In een reactie schrijft de toxicoloog Henk Tennekes dat het - gezien de extreme verontreiniging van het oppervlaktewater met imidacloprid die sinds 2004 vooral in het westen van Nederland goed gedocumenteerd is (zie bijgevoegde tabel) - absoluut onverteerbaar is dat het Ctgb sinds 2009 bij de (her)beoordeling van imidacloprid het werk van zeer gerenommeerde toxicologen buiten beschouwing heeft gelaten en pas maatregelen nam nadat na een inhaalslag (in het laboratorium van Paul van den Brink) in Wageningen de al lang bekende risico's van imidacloprid voor geleedpotigen volledig werden bevestigd.

De bedroevende stand van de biodiversiteit in Vlaanderen

Bij dit jaareinde is het interessant eens stil te staan bij de kennis over de huidige biodiversiteit in Vlaanderen. De meeste gegevens voor Vlaanderen worden bij elkaar gezocht en geïnterpreteerd door het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (www.inbo.be). Van het totale geschatte soortenaantal van ongeveer 40.000 in ons gewest, heeft dit Instituut er 1996 onder de loep genomen. Het gaat om amfibieën, broedvogels, dagvlinders, hogere planten, libellen, loopkevers, reptielen, sprinkhanen, vissen en waterwantsen. Van die 1996 zijn er op dit ogenblik 960 soorten niet in gevaar, 411 bijna in gevaar, 124 kwetsbaar, 142 bedreigd, 177 ernstig bedreigd, 139 regionaal uitgestorven en van 43 soorten waren er onvoldoende gegevens bekend om een status te kunnen opmaken. Zonder in te gaan op technische details is het dus duidelijk dat ongeveer een kwart van de onderzochte soorten in gevaar is en het risico loopt om op termijn uit te sterven of minstens zwaar achteruit te gaan.

De spreeuw wordt nog maar zelden gezien in de stad Almere

De bakker op het Almeerse Stationsplein doet weer goede zaken en de bankjes zitten vol. Tussen de voeten scharrelen duiven, mussen en spreeuwen hun kostje bij elkaar. Dit eens zo vertrouwde beeld is de laatste jaren drastisch veranderd. Sinds juni 2009 loop ik iedere woensdag een “duivenrondje”. Tijdens dit lunchloopje door het stadshart tel ik alle stadsvogels. Uit de telling blijkt dat alle echte stadsvogels langzaamaan in aantal afnemen. De spreeuw (Sturnus vulgaris) doet het van deze soorten het slechtst. Waar ik in 2009 nog vaak 10 spreeuwen tegenkwam, moet ik nu moeite doen om er ééntje te vinden. Deze achteruitgang is niet alleen in Almere aan de gang. Sinds eind jaren zeventig wordt de achteruitgang al opgemerkt. De Nederlandse broedpopulatie nam in 1984-2012 gemiddeld met 4% per jaar af. Daardoor is nog maar 40% over van de populatie uit de jaren tachtig. Reden om de soort op de Rode Lijst te plaatsen. Nederland is daarin niet uniek. De hele West-Europese broedpopulatie is gehalveerd.

Insecten als bijen, wespen en mieren hebben een gemeenschappelijke solitaire voorouder

Dat blijkt uit een onderzoek van de KU Leuven, dat aantoont dat de chemische structuur van koninginferomonen bij mieren, bijen en wespen zeer gelijkaardig is. De nesten van mieren, wespen bestaan uit dieren die zich voortplanten (koningin) en insecten die zich niet voortplanten (werksters). De koningin produceert feromonen die ervoor zorgen dat de werksters uit het nest onvruchtbaar zijn en dat enkel zij zich kan voortplanten. De onderzoekers vergeleken de chemische stoffen in de feromonen van verschillende verschillende bijen-, wespen- en mierensoorten. Ze merkten op dat de koninginferomonen van de drie insectensoorten tot dezelfde chemische klasse behoorden, de verzadigde koolwaterstoffen. Dit deed hen vermoeden dat deze feromonen bij elk van de drie soorten geëvolueerd is uit een signaal dat aanwezig was bij een verre gemeenschappelijke solitaire voorouder. "Ook solitaire soorten produceren deze verzadigde koolwaterstoffen. Zij gebruiken de stoffen om mannelijke soortgenoten aan te trekken", zegt Tom Wenseleers van het departement Biologie. "Dit doet vermoeden dat de feromonen hun oorsprong vinden bij een solitaire soort die de verre voorouder is van alle mieren, bijen en wespen. Deze soort leefde ongeveer 145 miljoen jaar geleden."

Our children's legacy - biodiversity - is at perilous risk from pernicious poisons!

Since 2009 I've been writing about the plight of beleaguered honeybees due to toxic chemicals; over five billion pounds of insecticides -- one third of them are lethal neonicotiniods (neonics) thrust into our biosphere each year. Neonics are a neuro-active insecticide fashioned after nicotine, neonics poison nerves and prevent acetylcholine from enabling neurons to communicate with each other and muscle tissue. In humans, this substance would trigger Parkinson's and Alzheimer's diseases. My colleague Dr Henk Tennekes reported the deadly effects of neonics on both soil organisms and their 'knock-on-effects' causing starvation to meadow birds and their predators Goshawks as well as contaminating waterways for many years thereafter across Western Europe. It seems that his thorough research was blatantly disregarded elsewhere around the globe by feckless government regulatory bodies. An intrepid Dr Christy Morrissey of the University of Saskatchewan set out to investigate just how wide spread the effects of neonics were across the prairies of Western Canada. Eighty to 90 percent of the wetlands she studied were contaminated with these odious poisons, which remain in toxic concentrations within the waterways for years. She too found 'knock-on-effects' in soils extending up the food chain, which reduced populations of many animals. Earthlings are knowingly annihilating the exquisite tapestry of life or Earth's biodiversity.

De neonicotinoiden veroorzaken met de uitroeiing van de geleedpotigen een breuk in de voedselketen en vernietigen de 'web of life'

In minder dan 20 jaar zijn de neonicotinoiden wereldwijd uitgegroeid tot de meest gebruikte insecticiden met een marktaandeel van meer dan 25%. Dat deze stoffen ook de meest gevaarlijke insecticiden zijn die ooit op de markt zijn gekomen, begint velen zo langzamerhand te dagen. Neonicotinoiden verontreinigen het milieu overal daar waar ze gebruikt worden, zoals bijvoorbeeld is aangetoond in het Westen van Nederland, op de Southern High Plains van Texas, in de Central Valley van Californië, en op de uitgestrekte Canadese prairies. De stoffen worden maar langzaam afgebroken, en hebben halfwaardetijden die op sommige bodems kunnen oplopen tot bijna 20 jaar, en ze zijn bovendien uitzonderlijk giftig voor geleedpotige dieren, vooral op langere termijn. Zo is een scenario voor een milieu catastrofe ontstaan zoals de Amerikaanse biologe Rachel Carson heeft beschreven in haar boek Silent Spring ('dode lente'). Sinds 2009 verzamelt de toxicoloog Henk Tennekes op deze website gegevens over geleedpotigen (bijen, hommels, vlinders, en vele andere soorten) en dieren die van geleedpotigen afhankelijk zijn (vogels, vissen, amfibieën, reptielen en zoogdieren). Na vijf jaar verzamelen van gegevens maakt de website het overduidelijk dat het bar slecht gaat met deze soorten en ze met uitsterven worden bedreigd. Als niet op korte termijn wordt ingegrepen met een verbod op alle toepassingen van de neonicotinoiden, zal een ineenstorting van het ecosysteem onvermijdelijk worden, waardoor vrijwel alle levensvormen met uitsterven worden bedreigd.

Beyond the Birds and the Bees

Beyond the Birds and the Bees moves the spotlight from the risks neonicotinoids pose to bees to the impacts of neonicotinoids to invertebrates such as earthworms or lady beetles. The report provides a comprehensive review of published articles and pulls together the growing body of research that demonstrates risks from neonicotinoids to these beneficial insects. These risks occur particularly in agricultural systems, but are also found in urban and suburban ornamental landscapes. This report details potential negative impacts of neonicotinoid insecticides on important beneficial insects. It also makes recommendations on how we can better protect important beneficials like beetles and wasps.

De ecologische ramp met de neonicotinoiden die Henk Tennekes voor Nederland beschreef, wordt nu bevestigd op de Canadese prairies

Een biologe van de Universiteit van Saskatchewan zegt dat veel wetlands over de prairies zijn besmet met een pesticide dat het ecosysteem bedreigt. Christy Morrissey zegt dat in de afgelopen jaren neonicotinoïden steeds vaker gebruikt zijn op gewassen in West-Canada en deze stoffen de wetlands verontreinigen, die potentieel een verwoestende "domino-effect" kunnen hebben op insecten en de vogels die daarvan afhankelijk zijn. Morrissey is net een jaar en een half bezig met een studie van vier jaar, maar ze is geschrokken van de bevindingen. "Dit is heel ernstig", zei Morrissey. "De impact op biodiversiteit kan waarschijnlijk groter zijn dan we ooit eerder hebben gezien als we in dit tempo doorgaan."