knipsels

Europese vereniging voor Agro-Ecologie opgericht

Ter bevordering van agro-ecologie is een Europese vereniging opgestart in België. De 19 oprichters van "Agroecology Europe", afkomstig uit tien verschillende landen, kwamen eind vorige maand voor de eerste keer samen op het "Domaine de Graux", dicht bij Doornik. De hoofdzetel van de internationale vzw komt in België te liggen. Agro-ecologie kent vele definities, maar komt er steeds op neer een productieve landbouw na te streven met respect voor en medewerking van het milieu en de samenleving. "Agroecology Europe" is de tweede vereniging die zich op wereldniveau achter agro-ecologie schaart, na de SOCLA uit Latijns-Amerika. Verwacht wordt dat Noord-Amerika de komende maanden met een soortgelijk initiatief op de proppen komt. Soortgelijke initiatieven bestaan ook in Nederland. Claudia Külling en Henk Tennekes ontvouwden in december op een Down2Earth symposium in Wageningen een Deltaplan Agro-Ecologie om een einde te maken de industriële landbouw die na de Tweede Wereldoorlog overbemesting, bodemdegradatie, milieuverontreiniging met bestrijdingsmiddelen, een ontstellend verlies van biodiversiteit, en een explosieve toename van neurologische afwijkingen bij jonge kinderen in Nederland heeft veroorzaakt.

In de EU zijn honderden bestrijdingsmiddelen toegelaten waarvan de risico's niet goed in kaart zijn gebracht

De Europese Commissie (EC) heeft jaren te makkelijk nieuwe bestrijdingsmiddelen op de Europese markt toegelaten, zonder dat er harde gegevens bekend waren over de veiligheid voor dier, mens en milieu. Het ging onder meer om neonicotinoïden, pesticiden die in opspraak kwamen omdat ze dodelijk zijn voor meer dieren dan waarvoor ze mogen worden gebruikt. Volgens de Europese ombudsman Emily O'Reilly heeft het EU-directoraat-generaal voor gezondheid en voedselveiligheid (DG Sanco) in strijd met Europese richtlijnen middelen toegelaten waarvan de risico's onvoldoende bekend waren. O'Reilly spreekt van onwettige praktijken. Zij concludeert dat na een klacht die PAN Europe, het Pesticide Action Network, dat 600 milieuorganisaties vertegenwoordigt, in 2012 indiende. De ombudsman kan geen sancties opleggen. DG Sanco voerde in 2005 een werkwijze in die het fabrikanten van bestrijdingsmiddelen mogelijk maakt hun producten al op de markt te brengen zonder de vereiste risicostudies. Die onderzoeken, zoals dierproeven, mochten ze achteraf inleveren. Volgens Hans Muilerman van PAN is dat maar mondjesmaat gebeurd. PAN publiceerde in 2012 een rapport waaruit bleek dat de nieuwe werkwijze bijna standaard werd toegepast, in strijd met de eigen Europese richtlijnen. "De Europese ombudsman heeft ons op veel punten gelijk gegeven. Dit misbruik van Europese regels is al tien jaar aan de gang. Er zijn honderden middelen toegelaten waarvan de risico's voor vogels, zoogdieren en oppervlaktewater niet goed in kaart zijn gebracht."

Ctgb laat middelen toe die zeer giftig zijn voor kikkers

Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) heeft in 2014 Merpan Spuitkorrel, Malvin WG en Captosan 500 SC op basis van de werkzame stof captan en Puma Extra EW op basis van de werkzame stof fenoxaprop-P-ethyl opnieuw geregistreerd. Sinds 2013 is bekend dat deze middelen extreem giftig zijn voor kikkers. De kikkers nemen de middelen op door de huid. Reeds een 10 keer lagere dosis dan de dosis die wordt aanbevolen voor toepassing blijkt al dodelijk te zijn als het op hun huid terecht komt. De vraag is of dit dan niet ook geldt voor alle amfibieën zoals salamanders en padden.

Aantal baardvleermuizen daalt in rap tempo in Drenthe

Het aantal baardvleermuizen in Drenthe is de afgelopen jaren drastisch gedaald, bleek bij de telling afgelopen weekend in Herinneringscentrum Kamp Westerbork. De aardappelkelder op het terrein van Kamp Westerbork is de grootste overwinteringsplek van baardvleermuizen in Nederland. In 2012 zaten er nog 1006, afgelopen weekend waren dat nog maar 255. Er zitten nog drie soorten vleermuizen in de kelder. De baardvleermuizen vormen de grootste groep. Het totale aantal vleermuizen in de kelder is ook flink gedaald, van 1014 in 2012 tot 340 dit jaar. Er zijn andere overwinteringsplekken in de provincie, maar die herbergen vaak niet meer dan 50 vleermuizen. Jan Mager, van de afdeling Zuid-west Drenthe van de werkgroep, ziet een trend. ,,Als de daling zo doorgaat, is de baardvleermuis over tien jaar verdwenen.'' Volgens de toxicoloog Henk Tennekes bestaat er een verband met milieuverontreiniging met imidacloprid.

Beter even nadenken alvorens de kinderen te laten spelen op een vloer waar mierenpoeder gestrooid is

Pesticiden worden doorgaans in verband gebracht met hun gebruik in de landbouw, waar ze ingezet worden voor de bestrijding van allerlei ziekten en plagen om hogere opbrengsten en een hogere voedselkwaliteit te bekomen. Het ontgaat echter velen dat ze ook buiten de landbouw toegepast worden. Dergelijk gebruik van bestrijdingsmiddelen ter verdelging van allerlei schadelijke, vervelende en ongewenste insecten en andere geleedpotigen (spinnen) vindt frequent plaats in onze huishoudelijke omgeving en op het werk. In 2013 kochten Belgen ongeveer 800 ton producten om insecten te bestrijden, zoals spuitbussen, verdampers, strips, cassettes, lokazen en vlooienbanden. Het gaat dan vooral om producten tegen insecten (muggen, vliegen, mieren, enz.), mijten (tapijtmijt, enz.) en andere geleedpotigen (spinnen, enz.). Deze producten bevatten in totaal 75 ton aan werkzame stoffen om binnenshuis insecten te bestrijden, hetgeen een aanzienlijke hoeveelheid is. De particuliere gebruiker is doorgaans niet volledig op de hoogte van de risico’s van deze producten en is, in tegenstelling tot de professionele gebruiker, weinig of niet beschermd tijdens de toepassing. De mate van blootstelling is daarenboven moeilijk in te schatten en afhankelijk van diverse factoren, zoals de frequentie van gebruik, het gebruik van beschermende kledij, de dosering en het type van formulering (aerosol, verdamper,…). In opdracht van de Hoge Gezondheidsraad werd dat onderzocht door professor Pieter Spanoghe (UGent) en andere experten. De blootstelling op deze manier ligt vele malen hoger dan de opname van residuen van gewasbeschermingsmiddelen die kunnen achterblijven op groenten en fruit. Door insecticidensprays of luizenshampoos in huis te gebruiken, krijg je 100 tot 1.000 keer meer van een chemisch bestrijdingsmiddel in je lichaam.

Hoeveel natuur moet op het Nederlandse platteland nog worden ingeleverd voor een verbod op de neonicotinoÏden?

Met de natuur in Nederland gaat het vooral op het platteland dramatisch slecht. Dat staat in het Living Planet Report – Natuur in Nederland van het Wereld Natuur Fonds (WNF). Op het platteland zijn dierpopulaties sinds 1990 met 40 procent gedaald. Dat is vooral toe te schrijven aan de grootschalige en intensieve landbouw. Zware bemesting en pesticidengebruik, het voortdurend maaien van de monotone weilanden, stikstof uit de veehouderij en het droogmalen van polders zijn funest voor vogels en vlinders. Weilanden met diverse plantsoorten en natuurlijke plekken voor dieren om nesten te bouwen en te schuilen zijn schaars. De vogelstand in het agrarisch landschap is sinds 1960 al met ruwweg tweederde afgenomen. Weidevogels als de grutto, de tureluur en de scholekster hebben het erg zwaar. Boerenlandvogels, zoals de veldleeuwerik en patrijs, vinden te weinig voedsel door rijkelijk gebruik van bestrijdingsmiddelen. Vlinders komen op het platteland alleen nog voor in kleine versnipperde randen van weilanden, erven, bermen en op dijken. In open natuurgebieden, zoals heide en duinen, zijn populaties diersoorten sinds 1990 met gemiddeld 50 procent gedaald. Ook hier is de intensieve landbouw een belangrijke oorzaak. Door vermesting en verzuring groeien heidevelden en duinen dicht met grassen en struiken. Vogels en vlinders die afhankelijk zijn van het open landschap verdwijnen. Zo is de heivlinder sinds 1990 sterk achteruitgegaan. Vogelsoorten als de tapuit en wulp nemen af. Ook reptielen verdwijnen in heidevelden en duinen. Hoewel de aandacht voor stadsnatuur toeneemt, profiteren broedvogels en dagvlinders daar nog niet van. Die populaties zijn de afgelopen twintig jaar met gemiddeld 30 procent afgenomen. De huismus en de spreeuw doen het slecht. Amfibieën deden het jarenlang erg goed, maar nemen sinds 2008 af. Dit komt voornamelijk door de vuursalamander die vrijwel uit Nederland is verdwenen.

Het rapen van kievitseieren kunnen de Friezen voorlopig wel vergeten

Onderzoek door vogelonderzoekbureau Sovon toont aan dat de stand van de kievit in Fryslân ongunstig is. In officiële termen: de kievit bevindt zich in een ongunstige staat van instandhouding. Sovon onderzocht verschillende zaken die van invloed zijn op de kievitstand. Hierbij gaat het onder andere om het aantal kieviten dat broedt, de beschikbare habitat (leefgebied) en de verspreiding. Daarnaast is onder meer gekeken naar het nestsucces, kans op herleg en de overleving van kuikens. De vogelonderzoekers concluderen dat de stand van de kievit in de periode 2003-2014 gemiddeld met 2,8 % per jaar achteruit ging. En dat het leefgebied en de verspreiding van de vogel afneemt. Dit onderzoek werd in opdracht van de provincie Fryslân verricht en was nodig naar aanleiding van de uitspraak van de Raad van State begin 2015. Het college van gedeputeerde staten neemt begin 2016 officieel een besluit op bezwaar in het kader van deze uitspraak. Ze betrekt daarbij het Sovon-rapport. In deze uitspraak werd de ontheffing die de provincie afgaf voor het rapen van kievitseieren in de periode 2013-2015 beoordeeld. De Raad vond dat eerst voldoende onderbouwd moest worden hoe het met de kievitstand gaat. Volgens de RvS heeft het Friese college van Gedeputeerde staten bij het verlenen van een ontheffing niet voldoende onderzocht of de Friese kievitenpopulatie zich in een "gunstige staat van instandhouding bevindt".

De bron voor drinkwater voor 1,3 miljoen Zuid-Hollandse inwoners van de Randstad is vervuild met het insecticide dimethoaat

Drinkwaterbedrijf Dunea is maandagmorgen onmiddellijk gestopt met inname van het verontreinigde water uit de Afgedamde Maas en haalt voorlopig water uit de Lek. Waterschap Rivierenland onderzoekt samen met Dunea wie het gif heeft geloosd. Het schap heeft volgens een woordvoerster maandag tientallen watermonsters uit de Afgedamde Maas genomen. Zodra de bron van de vervuiling bekend is, neemt het schap maatregelen. Het schap waarschuwt dat dimethoaat schadelijk kan zijn voor het leven in de rivier. Volgens het waterschap was er geen enkel gevaar voor de volksgezondheid. Ook Dunea benadrukt dat de stof niet in het drinkwater zelf terecht is gekomen. In 2012 moest Dunea ook maandenlang water uit de Lek gebruiken wegens vervuiling van de Afgedamde Maas. Een rozenkweker in de Bommelerwaard bleek toen de boosdoener te zijn. Dit bedrijf en de eigenaars hebben een fikse boete gekregen en moesten tonnen schade aan Dunea vergoeden.

WWF-rapport 2015: "Nooit eerder zoveel soorten bedreigd"

Volgens natuuractivisten telt onze planeet steeds minder dier- en plantensoorten. Meer dan 23.000 species worden rond de jaarwisseling beschouwd als bedreigd. Nooit eerder werden er meer bedreigde soorten op de rode lijst geregistreerd. "Dieren en planten, zelfs hele ecosystemen verdwijnen, waarbij elke soort uniek en een waarde op zichzelf is", verklaarde WWF-bestuurder Eberhard Brandes.

Franse topkok verklaart de oorlog aan de Hollandse tomaat

De Franse topkok Alain Passard, heeft „de oorlog verklaard” aan onnatuurlijk voedsel, zo vertelde hij zaterdag in een interview met NRC DeLUXE. Hij heeft het over groenten die grondloos worden geteeld in kassen, en groenten die het hele jaar door verkrijgbaar zijn, zoals bijvoorbeeld tomaten. Passard zegt dat die „rampzalig voor de gezondheid” zijn. Hij heeft het over „pesticiden, insecticiden en chemicaliën” als boosdoeners, en redeneert: „Een tomaat in een tuin groeit vijf à zes maanden, terwijl hij in de kas al na vijftig dagen geplukt wordt. Dat kan niet goed zijn.” Alle tomaten die in Nederland worden gekweekt komen uit een kas, meldt GroentenFruit Huis, de belangenorganisatie van de Nederlandse groente- en fruitsector. Vorig jaar werd er in Nederland 900 miljoen kilo tomaten geproduceerd (waarvan 90 procent bestemd voor export) op 1.780 hectaren.