knipsels

Staat de uitbraak van botulisme bij watervogels in verband met oppervlaktewaterverontreiniging met glyfosaat?

De meldingen over botulisme bij watervogels stapelen zich. Het water van de Jan Gijzenvaart in Haarlem Noord is waarschijnlijk vergiftigd met botulisme. Spaarnelanden heeft al diverse dode watervogels moeten verwijderen uit de vaart. Bij Het Haf in Kattenbroek (bij Amersfoort), in het water dat vanaf de fietsbrug parallel loopt aan de Rondweg Oost, zijn drie dode eenden aangetroffen. Deze eenden zijn door botulisme omgekomen. In Oosterhout is in de sloot tussen de Keizersdam en de Heemraadsdam botulisme geconstateerd. Ook bij de Plas Prinsenbos in Naaldwijk, in het water van het Gelderse Diep in Lelystad, in het water rondom het Beatrixpark in Almere en in de sloot tussen de Gemini en de Bosruiter in Lemmer noord is botulisme aangetroffen. Bezoekers van het Beatrixpark in Almere zijn teleurgesteld dat er niet meer gezwommen mag worden. Botulisme kan ontstaan bij warm weer, wanneer het water gedurende lange tijd een temperatuur van 20 graden Celsius heeft. Zeker in ondiep water met weinig waterplanten kan de botulismebacterie zich dan goed ontwikkelen. Die bacterie veroorzaakt bij waterdieren een dodelijke spierverlamming. De kadavers zijn een bron van besmetting. Wetenschappers van de universiteit Leipzig vermoeden dat het werkzame bestanddeel van het herbicide Roundup, glyfosaat, iets te maken zou kunnen hebben met botulisme vergiftiging. Glyfosaat blokkeert bij planten de aanmaak van bepaalde aminozuren, de bouwstenen van eiwitten. Pathogene bacteriën als salmonella entritidis, salmonella gallinarum, salmonella typhimurium, clostridium perfringens en clostridium botulinum zijn volgens de onderzoekers resistent tegen glyfosaat. Gunstige bacteriën als enterococcus faecalis, enterococcus faecium, bacillus badius, bifidobacterium adolescentis og lactobacillus zijn daarentegen matig tot zeer gevoelig voor het veel gebruikte onkruidbestrijdingsmiddel. De wetenschappers wijzen er op dat glyfosaat de weg kan vrijmaken voor ziektekiemen zoals de gevaarlijke botulismebacteriën, die in een gezonde gastro-intestinale flora geen schade kunnen aanrichten. Resten van glyfosaat zijn de afgelopen jaren in hoge concentraties in het oppervlaktewater aangetroffen en vaak afkomstig van onkruidbestrijding op verhardingen.

Boswachter André Donker van Natuurmonumenten neemt ferm stelling tegen de teelt van lelies in nationaal park Het Drents-Friese Wold.

Donker spreekt van 'kwalijke gewassen' die volgens hem schade aanrichten aan het milieu. Dit omdat voor de teelt veel bestrijdingsmiddelen worden gebruikt. De boswachter maakt zich vooral zorgen over de uitspoeling van de omstreden stoffen in grond- en oppervlaktewater van het park. Donker kaartte de kwestie gisteren aan bij Kamerlid Esther Ouwehand (Partij voor de Dieren). Zij bezocht bewoners van Westerveld die overlast ervaren van de gebruikte bestrijdingsmiddelen. Hart van Nederland maakte een reportage over de bestrijdingsmiddelen in de lelieteelt: http://www.hartvannederland.nl/nederland/drenthe/2013/elke-week-gifbest…. Het Drents-Friese Wold is na de Veluwe het grootste aaneengesloten bosgebied van Nederland. In het Drents-Friese Wold is ruim 130 kilometer wandelpad beschikbaar, verdeeld over meer dan 30 gemarkeerde rondwandelingen.

"Bijenvriendelijke" tuinplanten in tuincentra zijn vaak besmet met neonicotinoide insecticiden

Neonicotinoïden worden niet alleen gebruikt in de landbouw - buiten medeweten van de consument worden in tuincentra veel "bijenvriendelijke" tuin planten verkocht, die zijn voorbehandeld met bijendodende pesticiden, en die tuinen met deze bestrijdingsmiddelen kunnen besmetten. Daardoor worden tuinen maanden tot jaren schadelijk voor bijen en andere bestuivers, omdat de neonicotinoiden maar langzaam worden afgebroken. Ook bijenlinten kunnen hierdoor besmet worden met neonicotinoiden en, ondanks alle goede bedoelingen, bijenvolksterfte veroorzaken. Een nieuwe studie van Friends of the Earth in de VS en het Pesticide Research Institute heeft aangetoond dat meer dan de helft van de populaire tuin planten die werden gekocht bij tuincentra met neonicotinoide pesticiden besmet waren, zonder waarschuwing aan de consument.

Pesticiden hebben een grote invloed op de insecten prooi die beschikbaar is voor vleermuizen

Vleermuizen zijn intrigerende dieren - 's werelds enige echte vliegende zoogdieren en één van de meest diverse groepen van zoogdieren op aarde - ze doen alleen onder voor de knaagdieren in aantal soorten, ze komen voor op elk continent behalve Antarctica. In heel Groot-Brittannië en Noord-Ierland - en ook elders in West-Europa - zijn vleermuispopulaties de laatste jaren drastisch gedaald. Verschillende soorten vleermuizen zijn nu ernstig bedreigd, en in het laatste decennium is één soort - de vale vleermuis (Myotis myotis) - uitgestorven als een Britse broedsoort. Zelfs de vaker voorkomende vleermuizen soorten hebben een dramatische achteruitgang geleden. De aantallen van de gewone dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus) zijn bijvoorbeeld ongeveer 70% gedaald in een periode van slechts 15 jaar (van 1978 tot 1993). Vleermuizen eten alleen insecten en veranderingen in de landbouwmethoden blijken een belangrijke factor te zijn bij de achteruitgang. Herbiciden en insecticiden hebben een grote invloed op de insecten prooi die beschikbaar is voor vleermuizen. Heggen en vijvers, die op grote schaal gebruikt worden door vleermuizen, zijn in een alarmerend tempo verloren gegaan op het platteland - ook in de afgelopen jaren. Bijvoorbeeld in de periode 1984-1990 verdween 23% van de heggen en 75% van de vijvers. Ook veel oude bomen zijn verdwenen.

Openbaar conceptrapport over gezondheidsrisico’s van gewasbeschermingsmiddelen

De Gezondheidsraad heeft een conceptrapport openbaar gemaakt waarin een commissie van deskundigen de gezondheidsrisico’s onder de loep neemt die omwonenden van landbouwpercelen lopen door blootstelling aan chemische gewasbeschermingsmiddelen. De commissie concludeert dat er meer aandacht nodig is voor de bescherming van omwonenden. Er is geen hard bewijs, maar er zijn wel aanwijzingen dat zij gezondheidsrisico’s kunnen lopen door het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen. Reden genoeg voor onderzoek naar de mate waarin omwonenden zijn blootgesteld aan deze middelen. Ook verdient de procedure voor de toelating van de middelen aanpassing: daarin moet expliciet aandacht komen voor omwonenden. De voorzitter van de Gezondheidsraad heeft het conceptrapport openbaar gemaakt om deskundigen en belangstellenden gelegenheid te geven inhoudelijk commentaar te leveren. Dit commentaar kan tot en met 30 september gericht worden aan dr. H.F.G. van Dijk (hfg.van.dijk@gr.nl), Gezondheidsraad, Postbus 16052, 2500 BB Den Haag. De commissie betrekt het ontvangen commentaar bij de vaststelling van het definitieve advies. Het definitieve advies zal worden aangeboden aan de staatssecretarissen van Infrastructuur en Milieu en van Economische Zaken. Op het moment van publicatie zullen ook de ontvangen commentaren en de reactie van de commissie daarop openbaar worden gemaakt via de website van de Gezondheidsraad.

Zwitserleven - Syngenta heeft een nettowinst gerealiseerd van 1,41 miljard dollar, 5% minder dan over de eerste 6 maanden van 2012

Het Zwitserse agroconcern Syngenta heeft over het eerste half jaar van 2013 een nettowinst gerealiseerd van 1,41 miljard dollar. Dat is 5% minder dan over de eerste 6 maanden van 2012. De omzet nam met 2% toe tot 8,4 miljard dollar. Het operationele resultaat EBITDA steeg met 9% tot 2,2 miljard dollar en de operationele marge lag op 26,0%. In de eerste helft van 2012 bedroeg de marge 24,9%. Voor de tweede helft van 2013 rekent Syngenta op meer groei van de omzet, vanwege de vooruitzichten in Latijns Amerika, Azië en de Pacific. De onderneming blijft inzetten op een gemiddelde EBITDA-marge tussen 22 en 24% in 2015.

Diverse insecticiden verdwijnen de komende jaren. Dat verwachten Syngenta en Bayer Cropscience.

De Europese Commissie vroeg de EFSA, het Europese voedselagentschap, om de toelatingsprocedures van middelen te beoordelen. Aanleiding daarvoor is de bijensterfte en het tijdelijke verbod van vier neonicotinoïden. De Efsa concludeert dat er gaten zitten in de toelatingsstudies van de industrie betreffende bijen. Dit geldt niet alleen voor neonicotinoïden, maar voor alle middelen, dus insecticiden maar ook herbiciden en fungiciden. De Efsa heeft een concept-protocol met eisen opgesteld, waar toekomstige toelatingen aan moeten voldoen. Als de Commissie het concept-protocol aanneemt gaat dit gelden voor alle lidstaten. De eisen om een middel toegelaten te krijgen, worden dan flink strenger. Er worden voor een toelating dan meer onderzoeksresultaten gevraagd. Probleem is dat de onderzoekslaboratoria geen capaciteit over hebben en dat voor een aantal zaken nog geen testmethoden is. Herregistratie van middelen wordt dan een flinke dobber. Mogelijk dat na de neonicotinioïden ook diverse pyrethroïden sneuvelen vanwege aanvullende bijenstudies. Het middelenpakket tegen insecten wordt dan schraal. De chemische industrie lobbyt om de scherpe kantjes van het concept-protocol er af te krijgen. Maar Bayer Cropscience verwacht niet dat de toelatingseisen afgezwakt worden, hooguit later ingevoerd. In een reactie schrijft de toxicoloog Henk Tennekes dat de industrie nu een koekje van eigen deeg krijgt. Het voor de verdediging van de neonicotinoide insecticiden als onontbeerlijk gedeclareerde maar bijna onbetaalbare veldonderzoek wordt nu geheel onnodig een onderdeel van de toelatingsprocedures voor bestrijdingsmiddelen. De industrie zal een zware dobber krijgen aan de nieuwe toelatingseisen te voldoen, aldus Tennekes.

Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat pesticiden een significante rol spelen in de wereldwijde achteruitgang van amfibieën, zoals kikkers

De Duitse en Zwitserse wetenschappers achter de studie zeggen in het Britse dagblad The Guardian dat het zowel “verbazingwekkend” als “alarmerend” is dat veelvoorkomende pesticiden zo giftig kunnen zijn, en dat in dosissen die goedgekeurd zijn door overheden. De onderzoekers uiten ook kritiek op de wijze waarop de pesticiden getest worden, hetgeen niet verplicht is. “Je zou niet denken dat producten, die geregistreerd zijn op de markt, zo’n giftig effect hebben”, zegt Carsten Brühl van de Duitse universiteit Koblenz-Landau. “Het is het simpelste effect dat je je kan inbeelden: je spuit de pesticide op de amfibie en die sterft. Dat moet zich vertalen in een dramatisch effect op gehele populaties.” De populatie van amfibieën gaat het snelst achteruit van alle gewervelde diersoorten. Meer dan een derde staat op de rode lijst van bedreigde diersoorten. Brühl had eerder al bestudeerd hoe gemakkelijk amfibieën pesticiden absorberen door hun doordringbare huid, waardoor ze onderwater kunnen ademen.

Het hoofd van de school in Bihar, waar 23 kinderen overleden nadat zij vergiftigde schoolmaaltijden aten, heeft zichzelf aangegeven bij de politie

De Indiase politie heeft het hoofd van de school in Bihar waar vorige week 23 kinderen overleden nadat zij vergiftigde schoolmaaltijden aten opgepakt, meldt de BBC. Meena Devi, de directrice van de school, gaf zichzelf vandaag aan bij de politie. Het drama vond plaats in Masrakh, een dorpje in het noordoostelijke Bihar, de armste deelstaat van India. De slachtoffers waren bijna allemaal tussen de vier en tien jaar oud. Na het eten van een gratis maaltijd bestaande uit rijst en bonen en bereid in mosterdolie, werden in totaal 47 schoolkinderen ziek, aldus de BBC. Daarop kwam het op verschillende plekken in de deelstaat tot geweldsuitbarstingen tegen de regering, die verantwoordelijk is voor de kwaliteit van de maaltijden. Politiejeeps werden in brand gestoken en ruiten van overheidsgebouwen ingegooid.

EFSA schaaft aan zijn risicobeoordeling van pesticiden

EFSA is verantwoordelijk voor de evaluatie van bestaande en nieuwe actieve stoffen van gewasbeschermingsmiddelen die in de EU gebruikt (zullen) worden. Naast het risico voor de menselijke gezondheid buigen de wetenschappers van EFSA zich met de steun van experten uit de lidstaten ook over de milieurisico's. In dat kader werden de voorbije weken nieuwe handleidingen gepubliceerd die op nationaal en Europees niveau een betere risicobeoordeling toelaten voor bijen en waterorganismen. Met die laatsten worden vissen, amfibieën, ongewervelden en planten bedoeld. Vooral de doorbraak in het beoordelen van het gecombineerd risico van blootstelling aan meerdere pesticidenresiduen in voeding springt in het oog. Daarnaast verschijnen er aangepaste handleidingen waarmee pesticiden beter gescreend kunnen worden op hun risico's voor bijen en waterorganismen. Wat de handleiding voor bijen betreft werden specifieke hoofdstukken geschreven voor solitaire bijen en hommels. Het verschil met honingbijen zit hem in de grotere onzekerheid door het gebrek aan juiste sterftecijfers bij populaties solitaire bijen en hommels. Daarom wordt een extra veiligheidsmarge ingebouwd voor het geval deze soorten gevoeliger zouden zijn voor blootstelling aan gewasbeschermingsmiddelen.