Herbicides

B.C. butterfly and plant identified as endangered by national body of scientists

A butterfly at risk from pesticides and a plant potentially targeted by collectors are B.C.'s newest endangered species, according to an annual assessment by the Committee on the Status of Endangered Wildlife in Canada (COSEWIC). The Oregon branded skipper (Hesperia colorado oregonia) inhabits sparsely vegetated at-risk Garry Oak and coastal sandspit ecosystems and is found in only four of 16 fragmented sites totalling less than 16 square kilometres. It is threatened by the application of Btk pesticide used to control the invasive gypsy moth and by the encroachment of vegetation in open habitats. Also endangered is Tweedy's Lewisia, a showy perennial plant that exists in two small sub-populations and has undergone a decline of up to 30 per cent in recent years.

Argentijns stadje verzet zich fors tegen komst van Monsanto

Monsanto, een van de belangrijkste producenten van genetisch gemodificeerde zaden (ggo-zaden) ter wereld, bouwt een fabriek in Malvinas Argentinas, een stadje van 15.000 inwoners in de provincie Córdoba. Het moet een van de grootste Monsanto-fabrieken voor maïszaaigoed worden. De fabriek zou in maart volgend jaar operationeel moeten worden maar de werken werden in oktober stilgelegd. De inwoners van het stadje protesteren fel tegen de komst van Monsanto, sinds 18 september houden ze de bouwplaats bezet door middel van vijf kampen. Bij het gerecht dienden ze verschillende klachten in. Vorige donderdag probeerde de constructeur de blokkade te breken en meerdere vrachtwagens naar binnen te loodsen. Daarbij vielen meer dan twintig gewonden. Zaterdag kwamen er militairen aan te pas om de vrachtwagens opnieuw naar buiten te krijgen.

We zouden moeten uitgroeien tot een wereldleider in duurzame alternatieven voor schadelijke pesticiden

De Europese Unie is op 1 december 2013 moedig begonnen met een verbod van twee jaar op bepaalde toepassingen van drie neonicotinoide pesticiden die schadelijk voor honingbijen en andere bestuivers zijn. Het Europese verbod gaat over neuroactieve insecticiden die in hun werking vergelijkbaar zijn met nicotine. De bekende gevolgen voor bijen variëren van negatieve beinvloeding van foerageergedrag en navigatie (die hun vermogen om gewassen te bestuiven vermindert) tot de dood. Bestuivers zijn essentieel voor onze voedselvoorziening en landbouweconomie. Ze zorgen voor meer dan een derde van het voedsel dat we eten, verbeteren de productie van 75 procent van alle soorten gewassen, en zijn essentieel voor talrijke gewassen, zoals amandelen, avocado's, appels en kersen. Maar we moeten veel meer doen, en uitgroeien tot een wereldleider in duurzame alternatieven voor schadelijke pesticiden.

Claire Kremen: The United States should become a world leader in championing sustainable alternatives to harmful pesticides

Like the European Union – which today (Dec. 1) boldly begins a two-year ban on selected pesticides thought to be harmful to honeybees and other pollinators – the United States should help protect pollinators by banning these pesticides. But the United States should do far more, and become a world leader in championing sustainable alternatives to harmful pesticides.

The 'soft citrus' fruit served up by supermarkets is popular for all the wrong reasons

Once it became clear to citrus growers that the British hate to peel anything and can’t face pips in any number, efforts were concentrated on producing easy-to-eat fruit for a nation that must be strong-armed into eating its five a day. The fresh fruit eventually arrived in wooden trays, precious little gifts individually wrapped in tissue paper. They were expensive – there were no bogof deals then. But the mandarins, tangerines and satsumas in today’s fruit section of Tesco, Sainsbury, Morrisons and Asda are on permanent special offer. The most irritating thing about the convenience fruit mountains, however, is not only the manipulation of the skin, but the use of pesticides. When the government-backed Pesticides Residue Committee (PRC) last tested soft citrus in 2008, 24 out of 24 samples were found to contain residues of agricultural chemicals. Nineteen of the samples were from outside the EU, five from the EU and 10 out of the total 24 contained residues of three separate chemicals.

De vergiftiging van de bewoners van een landbouwstadje in Californië met methylisothiocyanaat, een afbraakproduct van het bodemontsmettingsmiddel metam-natrium

Op 13 november 1999 veroorzaakten de dampen van metam-natrium afbraakproducten van een aardappelveld in de stad Earlimart ernstige ziekteverschijnselen (misselijkheid, hoofdpijn, ademhalingsmoeilijkheden, en irritaties van ogen en keel). Honderdvijftig bewoners werden geëvacueerd en 24 opgenomen in het ziekenhuis, terwijl talloze anderen vluchtten in hun eigen voertuigen of in hun huizen bleven omdat hen niet werd verteld om te vertrekken. Tot op heden lijden bewoners van Earlimart onder nieuwe of verergerde gevallen van astma en andere longziekten die zij toeschrijven aan dit incident.

Methylisothiocyanate drift exposure in Tulare County in November 1999

On November 13, 1999, vapors of metam-sodium breakdown products from a potato field under fumigation drifted into the town of Earlimart, causing nausea, headache, breathing difficulty, and burning eyes and throat. One hundred and fifty residents were evacuated and 24 hospitalized, while countless others fled in their own vehicles or remained in their homes because they were not told to leave. To date, Earlimart residents continue to suffer from new or exacerbated cases of asthma and other respiratory illness that they attribute to this exposure. Resident evacuation was handled poorly. Evacuees were told to remove all clothing and washed down with no respect for modesty or protection from the cold.

De effectiviteit van biologische grondontsmetting is beter dan van Monam

Biologische grondontsmetting (BGO) is gebaseerd op het principe dat bij zuurstofloze vertering van grote hoeveelheden vers organisch materiaal afbraakproducten ontstaan, die voor de meeste aaltjessoorten dodelijk zijn. Bovendien zijn de zuurstofloze omstandigheden zelf ook lethaal voor deze organismen. Naast de effectiviteit tegen diverse soorten aaltjes zijn er ook goede effecten gemeten tegen de schimmels Verticillium dahliae en Fusarium oxysporum. Meestal wordt Italiaans raaigras, geteeld op het eigen bedrijf, gebruikt als organische stof. Voor het inwerken van de organische wordt de grond gefreesd en daarna gespit. Na het inwerken van de organische massa wordt de grond indien nodig beregend. Vervolgens wordt een folielaag aangebracht. Het economische perspectief van BGO is in de praktijk al gebleken bij de productie van asperge.

Acute toxicity of methyl isocyanate: a preliminary study of the dose response for eye and other effects

Acute toxic effects of methyl isocyanate in the rat were determined for two hour exposures to concentrations in the range 11 ppm (very slight effect) to 65 ppm (lethality: pulmonary oedema). Changes in the eye, lungs, and behaviour were noted. Eye changes were confined to erosions of the corneal epithelium and were most severe at intermediate levels of exposure. A comparison was made of the effects noted in rats with reported effects on survivors of the Bhopal disaster. Urinary thiocyanate concentrations in exposed rats were found to be reduced relative to control values.

Effects of methyl isocyanate on the respiratory tract of rats

Static exposure of rats to methyl isocyanate, for one hour, led to respiratory impairment during and after exposure. The resultant changes in breathing pattern suggest that this compound is both a sensory and a pulmonary irritant. Low concentrations resulted in extensive necrosis and loss of epithelial cells in the proximal airways but widespread alveolar damage was found only after exposure to high, lethal concentrations. At high concentrations methyl isocyanate probably caused peracute death through reflex inhibition of breathing. Animals surviving the exposure exhibited signs of airway narrowing and development of (haemorrhagic) pulmonary oedema. The epithelial lesions were repaired rapidly, but residual peribronchial fibrosis and signs of renewed injury/inflammation were apparent.