Harvard universiteit bevestigt de oorzaak van bijensterfte

Wetenschappers van de Harvard University hebben sterke aanwijzingen gevonden naar de oorzaak van ‘colony collapse disorder’, ofwel bijenverdwijnziekte in het Nederlands. De bijenverdwijnziekte is een fenomeen waarbij bijenkolonies plots leeg worden teruggevonden. Zelfs de dode bijen worden niet meer teruggevonden. Volgens het onderzoek zouden pesticiden de oorzaak zijn van de bijenverdwijnziekte. Het researchteam, onder leiding van Chensheng Lu, onderzocht achttien bijenkolonies op drie locaties in Massachusetts gedurende de winter van 2012. Vier kolonies op elke plaats kregen maïssiroop met pesticiden die neonicotinoïden bevatten. Neonicotinoïden is voor insecten een soort zenuwgas en het imiteert de werking van nicotine. De twee andere kolonies per plaats kregen niets toegediend. In de lente van 2013 bleek dat de kolonies die neonicotinoïden toegediend kregen voor de helft verdwenen waren. De bijenkolonies die nog overbleven waren niet in de beste staat. Vaak hadden ze geen bijenkoningin of ontwikkelende bijen.

Veel van de planten die te koop zijn bij het tuincentrum zitten boordevol pesticiden, blijkt uit onderzoek van Greenpeace

Lavendelplanten, klokjesbloem of de sneeuwbal. Allemaal prachtig bloeiende tuinplanten en zeer aantrekkelijk voor bijen en hommels. De tuinder is blij met zijn bloeiende tuin en bijen vinden veel stuifmeel op de bloeiende planten. Een win- winsituatie. Veel mensen doen graag hun best voor de bijen en vlinders in de tuin. Ze zetten de tuin vol met bloeiende planten en hopen zo een steentje te kunnen bijdragen tegen de toenemende bijensterfte. Helaas blijken de meeste planten niet zo bij-vriendelijk. Veel van de planten die te koop zijn bij het tuincentrum zitten boordevol pesticiden, blijkt uit onderzoek van Greenpeace. Greenpeace liet 69 planten onderzoeken op 400 verschillende soorten pesticiden en de resultaten zijn schokkend. Slechts één monster bevatte geen enkel bestrijdingsmiddel; op alle andere monsters trof Greenpeace schadelijke bestrijdingsmiddelen aan. Ook zijn pesticiden gevonden die in Nederland verboden zijn.

Ségolène Royal roept burgemeesters op om te stoppen met het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in hun gemeentes

Royal, Franse minister van ecologie en energie, doet dat uit naam van de publieke gezondheid en biodiversiteit. "Gewasbeschermingsmiddelen vormen een gezondheidsrisico en vandaag de dag zijn er manieren die het mogelijk maken om te stoppen met beschermingsmiddelen en het terugwinnen van de biodiversiteit, zoals vlinders die soms volledig uit bepaalde gebieden zijn verdwenen." Een meerderheid in het Franse parlement stemde voor een wetsvoorstel om vanaf januari 2020 gewasbeschermingsmiddelen te weren uit publieke groenruimtes en bloemenbedden. Wegonderhoud, sportvelden en begraafplaatsen vallen buiten deze wet. Inmiddels hebben 450 steden en gemeentes zich bij de 'zero pesticide'-beweging aangesloten, waaronder Lyon, Grenoble, Dijon en vele provinciale gemeentes.

Het nieuwste rookgordijn in de bestrijdingsmiddelenatlas: correlaties met landgebruik

In de nieuwste versie van de bestrijdingsmiddelenatlas kunnen correlaties worden opgevraagd tussen gemeten concentraties van een gekozen stof in het oppervlaktewater en oppervlakte landgebruik in de gekozen periode in geheel Nederland. In de kolom significantie wordt in klassen weergegeven hoe sterk de aanwijzing is van een mogelijke bijdrage van een type landgebruik aan het voorkomen van bestrijdingsmiddel in het oppervlaktewater. Deze aanwijzing loopt van niet aanwezig (geen tekst) tot zeer sterk (rood). Bij de concentraties van imidacloprid (periode 2010 - 2012;aantal waarnemingen: 137 - 427) is de correlatie zeer sterk met kasteelten (rood), aanwezig bij bloemisterij en boomteelten (geel), net niet aanwezig bij bloembollen en aardappels (grijs), en niet aanwezig bij suikerbieten, mais , koolsoorten, grasland en fruitteelt. Bij de normoverschrijdingen van imidacloprid is de correlatie zeer sterk met kasteelten (rood), sterk bij de bloemisterij (oranje), en niet aanwezig bij bloembollen, boomkwekerij, aardappels, suikerbieten, mais , koolsoorten, grasland en fruitteelt. In een reactie schrijft de toxicoloog Henk Tennekes dat de ontkenning van een verband tussen de bollenteelt en de milieuverontreiniging met imidacloprid grenst aan volksverlakkerij.

Het gesjoemel met milieukwaliteitsnormen voor imidacloprid heeft een enorme onderschatting van de risico's voor niet-doelorganismen tot gevolg gehad

Met de komst van de KaderRichtlijnWater wordt het nationale normsysteem van de MTR vervangen door een nieuw, internationaal normsysteem. Dit normsysteem hanteert twee soorten Milieu Kwaliteits Normen (MKN’s, ofwel Environmental Quality Standards EQS), namelijk een chronische lange termijn norm en een acute korte termijn norm. Deze normen worden respectievelijk de Jaarlijks Gemiddelde MKN (AA-EQS) en de Maximaal Aanvaardbare Concentratie MKN (MAC-EQS) genoemd. De AA-EQS voor imidacloprid is 67 nanogram (ng) per liter. De MAC-EQS voor imidacloprid is 600 ng per liter. Volgens de laatste norm zijn er volgens de bestrijdingsmiddelenatlas in 2012 enkel in de provincie Zuid-Holland enkele normoverschrijdingen met imidacloprid. Wordt het toelatingscriterium voor imidacloprid van 1200 ng per liter van het Ctgb toegepast is er volgens de bestrijdingsmiddelenatlas in 2012 geen enkel gebied met normoverschrijdingen met imidacloprid. Het RIVM heeft na analyse van nieuwere gegevens geconcludeerd dat de norm voor lange-termijn blootstelling moet worden verlaagd van 67 naar 8,3 nanogram per liter oppervlaktewater. Wordt deze norm gehanteerd zijn er volgens de bestrijdingsmiddelenatlas in 2012 bijna overal in het land normoverschrijdingen met imidacloprid. In een reactie schrijft de toxicoloog Henk Tennekes dat door het verwarrende gesjoemel met de milieukwaliteitsnormen voor imidacloprid gevreesd moet worden dat insecten (en daarmee ook alle soorten die van insecten afhankelijk zijn) in Nederland zullen worden uitgeroeid.

De catastrofale vervuiling van het Noord-Hollandse oppervlaktewater met bestrijdingsmiddelen

Nog steeds worden op grote schaal bestrijdingsmiddelen aangetroffen in de Noord-Hollandse oppervlaktewateren boven het Noordzeekanaal, veelal wordt daarbij de norm overschreden. Dit blijkt uit de resultaten van het Gewasbeschermingsonderzoek 2011-2013 dat Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK) heeft gepubliceerd. De meeste bestrijdingsmiddelen werden aangetroffen in bollengebieden in de Noordkop en in polder de Vier Noorder Koggen in West-Friesland. Het water is op 100 verschillende stoffen onderzocht. En 21 van de onderzochte stoffen overschreden de geldende norm. De meeste overschrijdingen (5-8 stoffen) vonden plaats in bollengebieden in de Noordkop, in grote delen van West-Friesland en in het stedelijk gebied van Beverwijk. De top probleemstoffen zijn carbendazim, pirimifos-methyl, pyraclostrobine en imidacloprid. Daarbij is in 2013 dinoterb als probleemstof bijgekomen. Dat laatste is vreemd aangezien dinoterb al sinds 10 jaar niet meer toegelaten is, maar desondanks door het hele beheersgebied norm overschrijdend wordt aangetroffen.

De gevolgen van genetische manipulatie - 80% van het wilde koolzaad in North Dakota is transgeen

Wetenschappers hebben aangetoond dat genetisch gemanipuleerde gewassen prima in staat zijn om zich ook in het wild te redden. De onderzoekers bestudeerden koolzaad in North Dakota en ontdekten dat 80 procent van de wilde planten transgeen was en dus genen bevatte die daar van nature niet hoorden. In North Dakota is veel koolzaad te vinden. Een groot deel daarvan is genetisch aangepast zodat het bestand is tegen bepaalde giffen die boeren gebruiken om onkruid uit te roeien. De onderzoekers troffen het genetisch gemanipuleerde koolzaad echter ook langs de kant van de wegen, op vuilnisbelten, nabij tankstations en zelfs op begraafplaatsen aan. Dat is daar overduidelijk niet doelbewust geplant.

De broedpopulaties van grutto, kievit en tureluur namen in 2013 verder af in Noord-Holland

Onlangs verscheen het zesde Jaarboek Weidevogels in Noord-Holland. Het Kenniscentrum Weidevogels laat hiermee zien hoe het staat met de weidevogels in Noord-Holland in 2013. In het jaarboek is het belang van Nederlandse en Europese beschermde natuurgebieden fraai zichtbaar in het westelijk deel van Waterland, waar Landschap Noord-Holland de provinciale weidevogeltelling in 2013 uitvoerde. De aantallen bij verschillende soorten eenden soorten namen toe maar van de kievit en grutto en tureluur werden minder nesten gevonden. Het Jaarboek weidevogels wordt uitgegeven door het Kenniscentrum Weidevogels. Geïnteresseerden kunnen het jaarboek downloaden via: http://www.landschapnoordholland.nl/weidevogelbescherming/kenniscentrumw... of via http://www.kenniscentrumweidevogels.nl.

Bij 80% van de jeugd op het Franse boerenland worden storingen in de hormoonhuishouding vermoed

Le Monde brengt een rapport naar buiten van de vereniging Générations futures. Daaruit zou blijken dat 80% van de jeugd in Franse landbouwgebieden (graan, in het Noorden, en druiven in het Oosten en Zuid-Westen van het land) endocrinologisch besmet moet worden geacht door het gebruik van gifstoffen die in de landbouw als gewasbescherming worden gebruikt. Slechts 2% van de jeugd is afkomstig uit gezinnen die in de landbouw actief zijn. Het gaat om een kleine steekproef onder 30 kinderen. Opvallend is het grote aantal residutypen dat is aangetroffen. Er werden 624 verschillende residuen aangetroffen, circa 21 per kind.

Agro-ecologie in plaats van agro-business

Uit ethisch oogpunt verdient de agro-ecologische landbouw de voorkeur boven de intensieve landbouw. De eerste aanpak is duurzamer, respecteert boeren en de biodiversiteit in de landbouw en verkleint de kloof tussen productie en consumptie van voedsel. De intensieve landbouw is nu dominant en heeft de verbindingen tussen land, voedselproductie en de maaltijd doorgesneden. Problemen als overgewicht, ondervoeding, gebrek aan duurzaamheid en dierenwelzijn hangen samen met deze gangbare wijze van productie en consumptie van voedsel. Deze problemen kunnen worden aangepakt als de productiesector beter luistert naar de consumenten en de consumenten kritischer worden. Dat zegt prof. dr. Michiel Korthals bij zijn afscheid als hoogleraar Toegepaste Filosofie aan Wageningen Universiteit.