WUR als spreekbuis van Bayer en Syngenta

In de jaren negentig kregen universiteiten het credo van de marktwerking opgelegd. De overheid bepaalde dat wetenschappelijk onderzoek niet langer alleen uit publieke middelen moest worden gefinancierd, maar voortaan ook deels met extern geld. Dat betekende dat universiteiten de boer op moesten. Voor Wageningse onderzoekers betekende dat het begin van een innige samenwerking met chemiegiganten.

Het bijeninstituut van de Wageningen Universiteit (bijen@wur) werkt al jarenlang samen met de Duitse pesticide-fabrikant Bayer. Zo hielp het Bayer met de markttoelating van neonicotinoïden. Het instituut doet momenteel onder meer onderzoek binnen het zogeheten Bee Care-programma van het chemiebedrijf. Over de precieze financiële banden tussen Bayer en het bijeninstituut wil de universiteit geen openheid van zaken geven.

Lang was niet duidelijk waarom zoveel bijen stierven. Hele bijenvolken werden door imkers dood in de korf aangetroffen. Maar volgens de Wageningse bijendeskundige dr. Tjeerd Blacquière is de ware oorzaak nu duidelijk. ‘Het is zonneklaar dat de varroamijt de grote probleemmaker is,’ zegt Blacquière in gesprek met FTM.

Blacquière werkt daarom in het lab van Wageningen Plant Research aan een honingbij die resistent is tegen varroa. ‘Als dat ons lukt, hebben we een groot probleem minder,’ zegt hij. Sommige bijen blijken namelijk een natuurlijke afweer tegen de parasiet te hebben.

Blacquières onderzoek krijgt financiering uit onverwachte hoek: het Duitse chemiebedrijf Bayer betaalt mee, vertelt hij. Zijn varroa-onderzoek is onderdeel van hun ‘Bee Care-programma’, een initiatief van de chemiegigant om samen met universiteiten te werken aan ‘betere bijengezondheid’. In 2012 opende Bayer in het Duitse Monheim zelfs het ‘Bayer Bee Care Center’. Blacquière reist er geregeld naartoe, vertelt hij, en bespreekt dan zijn vorderingen. ‘We zijn momenteel bezig een video te maken van het project van Tjeerd,’ zegt Bayer-woordvoerder Gillian Mansfield tegen FTM. De exacte bedragen zegt Mansfield niet te kennen, maar het bedrijf investeert zeker ‘miljoenen’ in het Bee Care-programma. ‘Wij zijn een landbouwbedrijf,’ zegt Gillian. ‘En bestuivende insecten zijn voor ons van groot belang’.

Niet iedereen is echter overtuigd van Bayers goede bedoelingen. Critici noemen het bedrijf zelfs een ‘bijenmoordenaar’. Bayer is ’s werelds grootste fabrikant van ‘neonicotinoïden’. Deze insecticiden, die chemisch verwant zijn aan nicotine, werden in de jaren ’90 geïntroduceerd en worden door boeren ingezet tegen plaaginsecten, zoals bladluis en witte vlieg. Imidacloprid, een van deze gifstoffen, is sinds 1999 de meest gebruikte insecticide ter wereld. In 2018 hadden de ‘neonics’ een marktwaarde van meer dan 16 miljard dollar.

Maar inmiddels is duidelijk dat deze neonics zich breed in het milieu verspreiden. Bijen komen ermee in aanraking via de nectar en het pollen van bloeiende gewassen. Daarnaast lekt meer dan 80 procent van de stoffen vanuit het zaad naar de bodem, waar het via het grondwater wordt opgenomen door onkruid en wilde planten langs akkerranden. Zo wordt de hele omgeving giftig voor insecten.

Op neonicotinoïden rust al langer de verdenking dat ze leiden tot massale bijensterfte. De ‘gekke bijenziekte’ noemden Franse imkers een verschijnsel dat ze halverwege de jaren ’90 rapporteerden: honingbijen vielen na het opzuigen van de nectar bij zonnebloem- en maisvelden gedesoriënteerd neer. Uit laboratoriumproeven is gebleken dat deze stoffen, die inwerken op het centrale zenuwstelsel van insecten, hun vlieg-, oriëntatie- en leervermogen schaden.
Maar ondanks alarmerende berichten over bijensterfte, ontkennen de pesticide-fabrikanten – naast Bayer ook het Zwitserse Syngenta – een causaal verband. ‘Conclusies uit laboratoriumstudies’ zijn niet representatief voor effecten onder ‘realistische condities’ op de akker, benadrukten zij.

In 2013, nadat studies aantoonden dat deze gifstoffen ook bij ‘veldrealistische’ dosering schadelijk voor bijen zijn, kondigde de Europese Unie de eerste restricties aan. Gebruik van neonics bij gewassen waar bijen hun voedsel halen, zoals zonnebloem en koolzaad, ging dat jaar in de ban. Toeval of niet: toen deze studies uitkwamen, opende Bayer zijn Bee Care Center, in een poging om de discussie over bijensterfte te richten op andere oorzaken.

Toen in 2013 in de Europese Unie de eerste restricties op het gebruik van neonicotinoïden dreigden, schakelde Bayer de hulp in van Exponent. Dit Amerikaanse bedrijf is gespecialiseerd in wat ‘productverdediging’ heet. Science for hire worden de diensten van Exponent ook wel genoemd. Zo werkte Exponent in het verleden voor de tabaksindustrie en voor fabrikanten van controversiële producten als lood, asbest en chromium 6.

Uit documenten die de Brusselse ngo Corporate Europe Observatory verkreeg, blijkt dat Bayer met een studie van Exponent poogde de wetenschappelijke onderbouwing van de voorgestelde restricties in 2013 onderuit te halen. De Europese voedselwaakhond EFSA constateerde toen al een risico voor het gebruik van neonicotinoïden in gewassen waar bijen hun voedsel vandaan halen, zoals koolzaad en zonnebloem. Volgens het rapport van Exponent, dat door Bayer werd gepresenteerd als het werk van een ‘onafhankelijk panel van bijenexperts’, werd het risico voor honingbijen door de EFSA ‘overdreven’. Het mocht niet baten: in 2013 volgde een moratorium op gebruik van neonics in voor bijen aantrekkelijke gewassen.

In 2018 ging ook de EFSA, de Europese pesticide-waakhond, overstag. Bijna 30 jaar na de marktintroductie van imidacloprid, de eerste neonic, concludeert de EFSA dat vrijwel al het gebruik van deze chemicaliën ‘een risico vormt voor wilde bijen en honingbijen’. Er wordt een Europees verbod uitgevaardigd op de drie meest gebruikte neonicotinoïden: imidacloprid en clothianidine van Bayer, en thiamethoxam van Syngenta. Ze mogen voortaan alleen nog in gesloten tuinbouwkassen worden gebruikt. In 2019 werd een vierde stof verboden: thiacloprid, ook geproduceerd door Bayer, gaat vanaf mei dit jaar in de ban. Hoewel de middelen in Europa aan banden zijn gelegd, gaat de verkoop elders door. De pesticiden zijn in bijna honderd landen nog toegestaan, laat Bayer weten.

‘Inmiddels is duidelijk dat deze pesticiden een enorme verarming van de insectenwereld hebben veroorzaakt,’ zegt Frank Berendse, emeritus-hoogleraar natuurbeheer aan de Wageningen Universiteit. ‘Dat er inmiddels driekwart minder broedvogels in het agrarisch gebied van Nederland zijn is evenmin verwonderlijk, als je bedenkt dat zij hun jongen met insecten grootbrengen.’

Bron: Vincent Harmsen in FTM, 10-01-20
https://www.ftm.nl/artikelen/belangenverstrengeling-giftig-zaad