De ontwikkeling van Noord-Hollandse boerenlandvogels wordt bepaald door het insecten aanbod

Landschap Noord-Holland presenteert haar Jaarboek Boerenlandvogels Noord-Holland 2017. Het jaarboek schetst een beeld van de aantallen boerenlandvogels in het voorjaar van 2017. Sommige eenden van het boerenland doen het goed. Vooral het aantal broedparen krakeenden neemt al vanaf 2005 spectaculair toe. Krakeenden (Anas strepera) zijn planteneters, die foerageren langs de oevers van de wateren (o.a. op wieren op basaltblokken) waar ze verblijven. Het gaat de krakeend in Nederland voor de wind. Vergeleken met enkele decennia geleden is de populatie in Nederland geëxplodeerd, van 550-800 paren in 1973-1975 tot 6.000 tot 7.000 paren in 1998-2000. Volgens SOVON was er sinds 1990 significante toename van >5% per jaar.

De slobeend (Anas clypeata) is het zorgenkindje. Deze soort neemt al sinds 1990 in aantallen af en die trend heeft zich in 2017 voortgezet. De slobeend zoekt zowel aan de oppervlakte als duikend voedsel en eet garnaaltjes, slakken, insecten en larven, en zaden van waterplanten. Volgens SOVON was er sinds 1990 een significante afname in aantallen broedvogels en waren er in 2007 nog circa 8500 broedparen in Nederland. Omdat de afname in aantallen broedvogels zorgelijk is, werd soort in 2004 als kwetsbaar op de Nederlandse rode lijst gezet.

Voor de scholekster luidt Landschap Noord-Holland de noodklok. 15% tot 20% van de Nederlandse populatie scholeksters broedt in Noord-Holland en sinds 1990 loopt het aantal broedparen terug. Die neerwaartse trend blijft doorzetten. De Scholekster Haematopus ostralegus is in snel tempo bezig veel terrein te verliezen. De afname van de Scholekster begon omstreeks 1990. In amper 15 jaar is de populatie met 50% afgenomen! Als de huidige negatieve trend zich voortzet is de Scholekster in 2020 in Nederland uitgestorven als weidevogel. Recent onderzoek heeft uitgewezen dat van alle scholeksters 77 procent in het agrarisch land broedt, 4 procent in de stad een nest heeft en 19 procent op de kwelders zit. Scholeksters die zich hebben gespecialiseerd in het leven op het boerenland eten vooral wormen en insectenlarven.

De kievit (Vanellus vanellus) stabiliseert in aantallen broedparen, terwijl de grutto (Limosa limosa) in aantal nog steeds afneemt. Met de veldleeuwerik (Alauda arvensis) gaat het helaas al jaren dramatisch slecht. Belangrijkste oorzaak van de achteruitgang van aantallen boerenlandvogels is de intensieve landbouw, waar weinig plaats is voor insecten en voedzaam bodemleven. Juist die insecten en dat bodemleven hebben vogels nodig om henzelf en hun jongen groot te brengen.

Gebruikte bron: De Heemsteder, 20-12-17
https://www.heemsteder.nl/hoopvol-beeld-weidevogels-noord-holland-alarm…
Deze website