De akker- en weidevogels zijn in de Achterhoek zo goed als verdwenen

Ook rond Lochem gaan de aantallen akker- en weidevogels dramatisch achteruit. Soorten als Veldleeuwerik (Alauda arvensis), Grutto (Limosa limosa) en Patrijs (Perdix perdix) worden nog maar zelden gezien. De laatste soort is sinds de jaren zeventig met maar liefst 95% afgenomen. En ook overige boerenlandvogels laten een dramatische achteruitgng zien. De aantallen vogels op weilanden en akkers in Nederland zijn sinds 1960 met gemiddeld 61 tot 73 procent teruggelopen. Dat komt concreet neer op het verdwijnen van 3,3 tot 5,7 miljoen broedparen binnen 50 jaar. De achteruitgang van boerenlandvogels hangt samen met de schaalvergroting en intensivering in de landbouw. Kleinschalige gevarieerde akkers maken plaats voor grote percelen met monotone gewassen. De biodiversiteit in agrarische gebieden is door deze ontwikkeling sterk achteruitgegaan. Het verdwijnen van insecten is van grote invloed op de achteruitgang van boerenlandvogels.

Bron: Vogelwerkgroep Noordwest-Achterhoek
http://www.vwgnoordwestachterhoek.nl/patrijzen-in-lochem