Ctgb gebruikt nieuwe richtsnoeren voor omzetting in bodem en uitspoeling naar grondwater

Het neonicotinoïde insecticide Imidacloprid heeft een halfwaardetijd in de bodem (DT50) van gemiddeld 191 dagen, is goed oplosbaar in water, en heeft met een GUS (groundwater ubiquity score) waarde van 3.76 een hoog uitspoelingsrisico. Een normaal denkende toxicoloog weet dan dat een voorzichtig toelatingsbeleid geboden is, maar het Ctgb heeft in 2004 in een vlaag van verstandsverbijstering de toelating van imidacloprid enorm verruimd, met extreme normoverschrijdingen in het oppervlaktewater als gevolg. Het Ctgb heeft tot op de dag van vandaag niets tegen deze wantoestand ondernomen, waardoor ongewervelde dieren overal bedreigd worden door imidacloprid en een breuk in de voedselketen kan ontstaan. Toen als een paal boven water kwam te staan dat de oppervlaktewaterverontreiniging met imidacloprid correleerde met achteruitgang van insectivore vogels, adviseerde het Ctgb staatssecretaris Dijksma dat een causale relatie niet was aangetoond en daarom geen aanleiding zag toelatingen van imidacloprid in te trekken. Ik ben benieuwd of de nieuwe richtlijnen tot een herziening van dit standpunt leiden, maar heb zo mijn twijfels.