Honeybees

Syngenta: EFSA review of risk to bees from neonicotinoid technology is fundamentally flawed

Syngenta today requested that the European Commission retract its proposal to restrict the use of neonicotinoid technology after revealing that the European Food Safety Authority's (EFSA) report on the risks to bees from their use was fundamentally flawed. Syngenta submitted a response to the EFSA report in January. This showed that EFSA failed to consider key information proving the safety of thiamethoxam seed treatment for use on crops such as oilseed rape and sunflower. Further review has now shown that EFSA based its assessment on unrealistic and excessive seed planting rates between two and four times higher than would be used under modern agricultural practice. Had EFSA used normal sowing rates they would have concluded that the risk to bees is extremely low and that in reality neonicotinoid technology does not damage their health. Syngenta's Chief Operating Officer, John Atkin , said: "The European Commission has been using this flawed EFSA report to justify proposed restrictions on this technology. These latest findings undermine the basis for such action, which would bring considerable economic harm to growers and absolutely no benefit to bees. The European Commission must halt the current process and undertake a comprehensive review to identify the true risks to bee health." Syngenta has written to all EU Member States and the European Commission to inform them of these findings.

Volgens Syngenta vertoont het EFSA rapport over de neonicotinoiden gebreken

Syngenta heeft de Europese Commissie vandaag (15-02-2013) verzocht haar voorstel, om het gebruik van de neonicotinoïden-technologie te beperken, terug te trekken. De Europese Commissie baseert haar voorstel op het rapport van de European Food Safety Agency (EFSA) over de effecten van zaadbehandeling met neonicotinoïden op bijen. Dat rapport vertoont volgens Syngenta gebreken. Nadere bestudering zou hebben aangetoond dat EFSA haar beoordeling baseert op niet-realistische en buitenproportionele hoeveelheden zaad. Die zouden per zaaiing twee tot vier keer hoger zijn dan gebruikelijk in de landbouw. Had EFSA de juiste zaaizaadhoeveelheden gebruikt, dan zou de conclusie zijn geweest dat het risico voor bijen extreem laag is. In een reactie schrijft de toxicoloog Henk Tennekes dat zijn Spaanse collega Francisco Sánchez-Bayo met de gegevens van een recente studie van Oliviera berekend heeft dat de giftigheid van thiamethoxam voor honingbijen beschreven wordt door de Druckrey-Küpfmüller vergelijking ctn = constant, waarbij c = blootstelingsconcentratie, t = tijd tot letaal effect, and n= tijdversterker exponent, die altijd groter is dan 1. De waarde van n is bij thiamethoxam = 2,21 (r2=0.9, p<0.001) en bij imidacloprid = 4,5. Een uiterst geringe hoeveelheid van slechts 0,1 ppb (0,1 microgram per kilogram) thiamethoxam in stuifmeel is dan binnen één week dodelijk voor honingbijen.

Waarschuwingen over de mogelijke rol van milieuverontreiniging met neonicotinoiden bij sterk dalende populaties van vogels, kikkers, egels, vleermuizen en andere insectenetende dieren zijn niet ver gezocht en moeten serieus worden genomen

Imidacloprid werd gevonden in 89% van watermonsters die werden genomen in agrarische gebieden van Californië, en in 19% van de monsters werd de maximaal toegestane concentratie van 1,05 microgram / L, zoals vastgesteld door Environmental Protection Agency (EPA), overschreden. In Nederland kwam imidacloprid in meetbare hoeveelheden voor in 30% van de 4.852 watermonsters die door Waterschappen werden verzameld tussen 1998 en 2007. Deze cijfers geven aan dat er inmiddels een wijdverbreide besmetting is van het oppervlaktewater met zeer langzaam afbreekbare (persistente) systemische insecticiden. Het eerste gevolg van deze besmetting is de geleidelijke vermindering, en mogelijk het verdwijnen van hele populaties van aquatische geleedpotigen in de getroffen gebieden. Aangezien de tijd de bepalende variabele bij dit proces is, kan er van worden uitgegaan dat, wanneer deze verontreiniging zich de komende jaren in het huidige tempo voortzet, de biodiversiteit en de functionaliteit van vele aquatische ecosystemen ernstig zal worden aangetast. Omdat deze organismen bovendien een primaire bron van voedsel voor een groot aantal soorten van gewervelde dieren zijn (bijv. vissen, kikkers en vogels), zal de uitputting van hun belangrijkste voedselbron onvermijdelijk indirecte effecten hebben op deze dierlijke populaties. Het geval van de patrijs (Perdix perdix) in Engeland is een voorbeeld van hoe een combinatie van herbiciden en insecticiden indirect de ondergang van een soort kan veroorzaken door de teloorgang van onmisbare voedselbronnen. Daarom zijn waarschuwingen over de mogelijke rol van milieuverontreiniging met neonicotinoiden bij de sterk dalende populaties van vogels, kikkers, egels, vleermuizen en andere insectenetende dieren niet ver gezocht en moeten serieus worden genomen.

Garden centres are the latest retailers to remove household products containing insecticides linked to bee decline from their shelves

The action by Notcutts, Hillier, Squires and Blue Diamond, which between them operate 60 garden centres across the UK, follows similar moves - revealed last month by Friends of the Earth - by DIY superstores B&Q, Homebase and Wickes. Concern about the impact of neonicotinoid pesticides on bee populations has risen sharply in recent months. Last month the European Commission proposed restictions on three neonicotinoid chemicals following a report by the European Food Safety Authority. Friends of the Earth is urging people to contact their local garden centres to ask them to remove products containing neonicotinoid pesticides. Friends of the Earth's Head of Campaigns Andrew Pendleton said: "It's great to see garden centres across the UK heeding the warning from European safety experts and pulling pesticide products linked to bee decline from their shelves." The approach of leading retailers stands in stark contrast to the Government's reluctance to back European efforts to safeguard bees from pesticides.

Zum Schutz der bedrohten Bienenvölker müssten nach Überzeugung des Naturschutzbundes Thüringen größere Gebiete im Freistaat pestizidfrei sein

Nötig seien zumindest zehn Prozent der landwirtschaftlich genutzten Flächen und der Naturräume für die Artenvielfalt, forderten der stellvertretende Nabu-Landeschef Rainer Hanke und die Thüringer Imkerverbände am Dienstag (12.02.2013) in Weimar. Vor allem Umweltgifte und Pflanzenschutzmittel dezimierten die wichtigen Insekten, erklärte Hanke. Dies habe gravierende Auswirkungen auf das gesamte Ökosystem. So gehe die Zahl der bestäubten Blütenpflanzen seit Jahrzehnten zurück. "Die Insekten bilden die Grundlage der Nahrungsmittelpyramide", betonte Mike Wünscher vom Landesverband der Buckfastimker Thüringen und Sachsen-Anhalt. Inzwischen sei es normal, wenn 10 bis 20 Prozent einer Bienenpopulation den Winter nicht überlebten. Vor 30 Jahren hätte die Sterblichkeit noch bei unter 2 Prozent gelegen, fügte er hinzu. Unterstützung bekamen die Bienenfreunde von der Grünen-Fraktion und der Linkspartei im Landtag. Laut einer EU-Richtlinie müssen derzeit sieben Prozent der landwirtschaftlichen Betriebsflächen für die sogenannte Biodiversität (Artenreichtum, biologische Vielfalt) reserviert werden. Nach Angaben der Thüringer Imkerverbände werden in Thüringen etwa 18.700 Bienenvölker von rund 2350 Imkern betreut. Damit kommt nur etwa ein Volk auf jeden Quadratkilometer des Freistaats. Für eine angemessene Bestäubung werde aber eine vierfache Population benötigt.

Natuurpunt vraagt om het voorzorgsprincipe toe te passen en een volledig verbod van de neonicotinoiden af te kondigen

Bijen verdwijnen massaal, één op vier bijen haalt het einde van de winter niet. Door de herhaaldelijke opname van zeer kleine hoeveelheden van neonicotinoide insecticiden, verzwakken de bijen. Ze raken gedesoriënteerd en vinden de weg naar hun kolonie niet terug. Daarbovenop wordt hun voortbestaan bedreigd door een tekort aan bloemen in het landschap waardoor ze onvoldoende stuifmeel en nectar vinden en hebben de kolonies te lijden onder de varroamijt. Imkerkasten blijven leeg en bloemen worden niet bevrucht. Hommels en solitaire bijen kunnen blootgesteld worden aan deze pesticiden door het gebruik van bodem- en plantmateriaal voor hun nest. In België komen er, naast de bekende honingbij, ook meer dan 300 solitaire bijen- en hommelsoorten voor. Er bestaan geen data over de gevolgen van neonicotinoïden voor die solitaire bijen en hommels, maar Natuurpunt vermoedt dat ze nog kwetsbaarder zijn. Daarbovenop brengt de dood van een solitair vrouwtje haar hele nest in gevaar. In België worden deze nieuwe generatie pesticiden gebruikt op 100.000 ha landbouwgrond (vooral voor de teelten bieten en wintergerst). Een verbod op de meest aantrekkelijke teelten voor bijen, zoals voorgesteld door de Europese Commissie, is een goed begin, maar is onvoldoende om de bijensterfte te stoppen. De enige manier om dit te vermijden is een volledig verbod opleggen.

Nefyto: "De kennis en ervaring van vandaag over de relatie tussen het gebruik van neonicotinoïden en bijensterfte rechtvaardigen niet een moratorium op toepassingen van neonicotinoïden."

Door de grote media-aandacht en zorgen bij het publiek over de bijengezondheid is er nu druk om buiten de reguliere procedures om (vaststellen nieuwe beoordelingsmethodiek; uitvoeren nieuw risico-onderzoek) diverse toepassingen van neonicotinoïden te verbieden. De Nefyto, de brancheorganisatie van de agrochemische industrie in Nederland, vindt dat niet juist, vooral omdat tot op heden is in geen enkele veldproef aangetoond is dat neonicotinoïden in praktijkrelevante doseringen een effect op honingbijen hebben. Daarnaast heeft het Europese voedselveiligheidagentschap EFSA in een beoordeling aangegeven dat er een hoge mate van onzekerheid in haar evaluatie zit.

Nederland steunt de voorstellen van de Europese Commissie ten aanzien van de neonicotinoïden

Nederland heeft de Europese Commissie laten weten dat het de voorstellen voor acties naar aanleiding van een herbeoordeling die de European Food Safety Authority (EFSA) heeft uitgevoerd op risico’s voor bijen van 3 neonicotinoïden in principe zal steunen. Op een aantal punten is opheldering gevraagd. Dat schrijft staatssecretaris Dijksma van Economische Zaken (EZ) in een brief aan de Tweede Kamer. De Europese Commissie heeft de lidstaten eind januari een conceptvoorstel gedaan voor acties met een wettelijke basis naar aanleiding van het EFSA herbeoordelingsrapport. Het conceptvoorstel bevat 5 elementen: 1. Aanpassen van de goedkeuringsbesluiten van de 3 herbeoordeelde neonicotinoïden met het doel om het gebruik van middelen met deze werkzame stoffen te beperken tot gewassen die niet-attractief zijn voor bijen; 2. Verbieden van de verkoop en het gebruik van behandeld zaad met deze werkzame stoffen. Uitgezonderd zijn de gewassen die niet-aantrekkelijk voor bijen zijn; 3. Deze maatregelen moeten uiterlijk per 1 juli 2013 ingaan; 4. Een bepaling dat er een herziening komt na 2 jaar van beide genoemde maatregelen door de Europese Commissie. Daarbij worden de relevante wetenschappelijke en technische ontwikkelingen in ogenschouw genomen, zoals innovaties ter voorkoming van stofdrift of informatie die veilig gebruik aantoont bij risico’s; 5. Beperking van het gebruik voor de professionele toepasser.

Is 2013 the year colony collapse disorder (CCD) begins impacting our food supply?

According to the American Bee Journal, almond growers in California may not have access to the honey bee colonies necessary to pollinate this year’s crop. “We need 1.6 million colonies, or two colonies per acre, and California has only about 500,000 colonies that can be used for that purpose. We need to bring in a million more colonies but due to the winter losses, we may not have enough bees,” says Eric Mussen, PhD, extension apiculturist at the University of California Davis (UC Davis) Department of Entomology. While CCD appears to have multiple interacting causes, including malnutrition, pests, parasites, pathogens, and stress, a range of scientific evidence points to sublethal pesticide exposures as important contributing factors. Neonicotiniods, a class of potent systemic insecticides, are particularly suspect, especially in combination with the dozens of other pesticides bees are exposed to in their hive and when foraging.

Warnings about the possible role of environmental contamination with neonicotinoids in steeply declining populations of birds, frogs, hedgehogs, bats and other insectivorous animals are not far fetched and should be taken seriously

Imidacloprid was detected in 89% of water samples in agricultural areas of California, with 19% exceeding the US Environmental Protection Agency’s chronic invertebrate Aquatic Life Benchmark of 1.05 μg/L. In the Netherlands, imidacloprid appeared in measurable quantities in 30% of the 4,852 water samples collected between 1998 and 2007. These figures indicate there is already a widespread contamination of waterways and estuaries with persistent systemic insecticides. The first consequence of such contamination is the progressive reduction, and possible elimination, of entire populations of aquatic arthropods from the affected areas. As time is a critical variable in this type of assessment, it is envisaged that should this contamination continue at the current pace over the years to come the biodiversity and functionality of many aquatic ecosystems will be seriously compromised. Secondly, as these organisms are a primary food source of a large number of vertebrates (e.g. fish, frogs and birds), the depletion of their main food resource will inevitably have indirect impacts on the animal populations that depend on them for their own survival. The case of the partridge in England is an example of how a combination of herbicides and insecticides can bring the demise of a non-target species by indirectly suppressing its food requirements. Therefore, warnings about the possible role of environmental contamination with neonicotinoids in steeply declining populations of birds, frogs, hedgehogs, bats and other insectivorous animals are not far fetched and should be taken seriously.