Ik wil u nu, evenals in voorgaande jaren, informeren over de mate van bijensterfte in de winter 2012-2013. In totaal hebben 1630 imkers gegevens ingezonden. Imkers die wel een formulier instuurden, maar in oktober 2012 geen volken hadden, het aantal volken niet opgaven of anoniem invulden zijn niet meegerekend. Bij de sterftepercentages geven wij tussen haakjes nog 2 percentages. Deze vormen het betrouwbaarheidsinterval (BI). De landelijke bijensterfte bevindt zich met 95% zekerheid tussen deze 2 percentages in. In totaal was na de afgelopen winter 13,71 % (12,84 – 14,62) van de ingewinterde volken dood. Verder werd 10,02 % (9,43 – 10,65) van de ingewinterde volken als zwak in het voorjaar aangeduid.
Met vriendelijke groet
Romée van der Zee
Nederlands Centrum Bijenonderzoek
http://buckfastimker.wordpress.com/2013/07/14/monitor-uitwintering-bije…
NCB gegevens bijensterfte 2010-2012 (bijlage)
- Login om te reageren
NBV gegoochel met de bijensterfte (260 imkers)
De bijensterfte is dit jaar sterk verminderd. De gemiddelde sterfte komt dit jaar uit op ongeveer tien procent, wat nagenoeg gelijk is aan de natuurlijke sterfte. Dat concludeert de Nederlandse Bijenhoudersvereniging (NBV) uit een steekproef onder 260 imkers (de NBV heeft 6000 leden). Vooral het bestrijden van parasieten zorgt voor een daling. De cijfers komen volgens de vereniging dicht in de buurt van de natuurlijke sterfte. De bijensterfte is volgens NBV-vicevoorzitter Aad Rietveld dit jaar lager omdat imkers beter weten hoe ze moeten omgaan met de varroamijt. Deze spinachtige parasiet besmet bijen met virussen waardoor kolonies uitsterven. "De varroamijt kennen we nog maar 25 jaar. Wetenschappers over de hele wereld doen er onderzoek naar en we weten steeds beter hoe we ermee om moeten gaan", zegt Rietveld. Ook het verbod op enkele gewasbestrijdingsmiddelen zorgt volgens Rietveld voor een betere leefomgeving voor bijen (het verbod op 3 neonicotinoiden op voor bijen aantrekkelijke gewassen moet nog in werking treden). De komende jaren verwacht Rietveld dat het sterftecijfer nog wat verder wordt ingedamd. "Ik ben ervan overtuigd dat we de komende jaren weer terug kunnen keren naar het natuurlijke sterftecijfer. We weten steeds meer over de oorzaken van hun sterfte en ook de mens is zich meer bewust van het belang van de bij", zegt Rietveld.
Bron: Nieuws.nl, 15-07-2013
http://www.nieuws.nl/algemeen/20130715/Bijensterfte-sterk-verminderd
NBV gegoochel met de bijensterfte (700 imkers)
De bijensterfte neemt af. Is het jarenlang zo geweest dat een kwart van alle bijenvolken stierf in de winter, de gemiddelde landelijke bijensterfte ligt nu met 8 procent veel lager. Dat blijkt uit gegevens van de Nederlandse BijenhoudersVereniging (NBV). Frank Moens van de bijenvereniging zegt dat het te vroeg is om van een trendbreuk te spreken. "Maar positief is het wel. Veel meer bijenvolken zijn de winter doorgekomen. Hopelijk zet dit zich door." In totaal zijn ruim zevenhonderd imkers gevraagd naar de bijenstand.
Bron: Dagblad van het Noorden, 15-07-2013
http://www.dvhn.nl/nieuws/groningen/article10278833.ece/Veel-minder-bij…
De NBV en haar varroamijt syndroom
Romée van der Zee van het Nederlands Centrum Bijenonderzoek (NCB) komt na een analyse van de gegevens van meer dan 1600 imkers tot de conclusie dat de afgelopen winter 13,71 % (12,84 – 14,62) van de ingewinterde volken dood ging en dat verder 10,02 % (9,43 – 10,65) van de ingewinterde volken als zwak in het voorjaar werd aangeduid. Dat is een verheugend laag sterftecijfer, waarbij echter wel duidelijk moet worden onderkend dat 1 op de 10 bijenvolken weliswaar de winter overleefde maar alles andere als gezond was. Al met al zit dus 1 op de 4 bijenvolken in de winter in grote problemen. De NBV grijpt deze cijfers echter aan om het oude stokpaard (van Tjeerd Blacquière) van stal te halen dat met een adequate bestrijding van de varroamijt het bijensterfteprobleem onder de knie te krijgen is. Daarmee worden de immense risico's van neonicotinoiden voor alle geleedpotigen, die door degelijk wetenschappelijk onderzoek overtuigend werden gedocumenteerd, op een onverantwoordelijke manier gebagatelliseerd. De halfslachtige houding van de NBV ten aanzien van de immense risico's van neonicotinoiden blijkt uit haar verklaring van de hoge bijensterfte in Zuid-Holland. Niemand bij de NBV was blijkbaar geneigd te wijzen op de groteske normoverschrijdingen van imidacloprid in het oppervlaktewater, een rampscenario waarmee Zuid-Holland al 10 jaar (sedert 2003) kampt. Het vooruitschuiven van dit enorme probleem veroorzaakt een ongekende natuurcatastrofe die voor onze ogen plaats vindt. Wie zijn ogen opent en de teloorgang van de natuur in de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden ziet, weet dat het uur voor Zuid-Holland geslagen heeft. Alleen in Wageningen, dat zich nog steeds de "city of insects" durft te noemen, is dit inzicht blijkbaar nog niet doorgedrongen. Met haar tendentieuze houding ten aanzien van de oorzaken van bijensterfte heeft het hoofdbestuur van de NBV de controverse over de neonicotinoiden steeds opnieuw weer aangewakkerd. Uit een brief van 24 oktober 2012 van NBV voorzitter Dr. Ir. J (Jan) Dommerholt aan de informateurs Wouter Bos en Henk Kamp bleek ook al overduidelijk welke visie (over de oorzaken van bijensterfte) het hoofdbestuur heeft uitgedragen. Dommerholt schreef "Als belangrijkste oorzaken van de zogenaamde bijensterfte wordt algemeen erkend dat deze gelegen is in de achteruitgang van het permanente aanbod van gevarieerd stuifmeel en van nectar. Daarnaast is de parasiet, de Varroa destructor, een spinachtig beestje, een grote bedreiging. Deze parasiet beschadigt de individuele bijen en brengt bacteriën en virussen over". Dommerholt maakte geen gewag van bestrijdingsmiddelen als oorzaak van bijensterfte en negeerde daarmee de zich stapelende bewijslast tegen de neonicotinoiden. Het hoofdbestuur van de NBV heeft ten aanzien van de neonicotinoiden, de grootste bedreiging van insecten ooit, compleet verzaakt. Alhoewel het hoofdbestuur van de NBV tijdens de ALV van 2012 plechtig heeft beloofd de aangenomen motie van de groep Veluwe-Zuid, waarin om een verbod van de neonicotinoiden wordt gevraagd, te zullen uitvoeren, heeft ze deze beleidswijziging in feite nooit uitgevoerd. Het wordt daarom tijd dat de NBV leden een nieuw hoofdbestuur kiezen.
NBV verklaring van hoge bijensterfte in Zuid-Holland
Het gaat niet goed met de bijen in Zuid-Holland. Hoewel de afgelopen winter landelijk minder bijen zijn gestorven dan in eerdere winters, geldt dit niet voor Zuid-Holland, zo blijkt uit gegevens van de Nederlandse Bijenhoudersvereniging. Van alle provincies is de bijensterfte in Zuid-Holland veruit het hoogst.
Het is een lastige periode voor de bijen in Zuid-Holland. Overal in de provincie worden gewassen gemaaid, voordat de gewassen tot bloei komen. Ook in de weilanden is tegenwoordig weinig ruimte meer voor kruiden en bloemen. Al zeker een maand lang is er voor de bijen bijna geen voedsel meer te vinden. Hierdoor kunnen de bijen onvoldoende energie verzamelen om de winter door te komen. Een herstel van de bijenpopulatie in Zuid-Holland is dan ook nog ver weg.
De afgelopen winter zijn beduidend minder bijen gestorven dan in eerdere winters. Dat betekent echter niet dat het beter gaat met de bijen. In het najaar van 2012 waren er voldoende bloemen die de bijen van energie konden voorzien. Hierdoor hadden de bijen voldoende bagage om de winter te overleven. Dit is een van de mogelijke verklaringen voor de daling van het sterftecijfer. Daarnaast bestrijden veel imkers nu de varroamijt. Dit is een parasiet die zich voortplant op het broed van de bijen. Volgens de Nederlandse Bijenvereniging moeten de resultaten nog een paar winters positief blijven voordat er gejuicht kan worden over herstel.
Bron: Dichtbij, 18 juli 2013
http://www.dichtbij.nl/rotterdam-zuid/regionaal-nieuws/artikel/2932443/…