RIVM: Geen gezondheidsrisico door residuen van neonicotinoïden

Minister Schippers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft mede namens staatssecretaris Dijksma van Economische Zaken een risicobeoordeling van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) over de gevaren voor de mens van het gebruik van neonicotinoïden naar de Tweede Kamer gestuurd. Het betreft een aanvulling op de risicobeoordeling van 26 maart 2013 van het RIVM en het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb). Aanleiding vormde vormde een open brief van de organisatie PAN Europe aan de Tweede Kamer. Het RIVM stelt dat nooit sprake is geweest van enig risico voor de gezondheid van de consument door residuen van neonicotinoïden. in een reactie schrijft de toxicoloog Henk Tennekes dat het RIVM blind is voor een paradigma verschuiving in de risico analyse. De RIVM analyse houdt geen enkele rekening met nieuwe inzichten over het werkingsmechanisme en het daaruit resulterende dosis-werkingsprofiel. Wanneer neonicotinoïde insecticiden een binding aangaan met nicotinerge acetylcholine receptoren (nAChRs) is deze slechts zeer langzaam omkeerbaar, misschien zelfs wel onomkeerbaar, omdat neonicotinoiden - in tegenstelling tot de natuurlijke neurotransmitter acetylcholine - door acetylcholinesterases niet kunnen worden afgebroken . Met de praktische onomkeerbaarheid van de receptor binding (en de daaruit volgende werking op cognitieve functies) ontstaat een cumulatieve en tijdsafhankelijke toxiciteit. Voor imidacloprid is de met de conventionele risico analyse vastgestelde ADI (acceptable daily intake), d.w.z. de toelaatbare hoeveelheid die iedere dag door mensen mag worden opgenomen, opvallend hoog: 0,06 mg/kg lichaamsgewicht. Deze norm is gebaseerd op een chronische (langdurige) studie in ratten, waarbij de dosering die bij ratten geen waarneembare nadelige effecten veroorzaakte, het zogenaamde ‘no observable adverse effect level’, afgekort NOAEL, van 6 mg/kg lichaamsgewicht per dag door een veiligheidsfactor 100 werd gedeeld. Daarmee denkt men een voldoende grote veiligheidsmarge te hebben bereikt. De vraag is echter of het gebruikte testmodel subtiele ontwikkelingsstoornissen, zoals dit bij ADHD het geval is, aan het daglicht kan brengen. Naar mijn oordeel kun je daar grote vraagtekens bij zetten, en zeker bij stoffen waarbij de werking door de blootstellingsduur enorm kan worden versterkt, aldus Tennekes.

De organisatie PAN Europe stelde in de open brief dat er een gevaar bestaat voor de volksgezondheid bij het gebruik van neonicotionoïden. Schippers heeft het RIVM gevraagd om nog eens een aanvullende risicobeoordeling uit te voeren voor alle mogelijke toepassingen van alle neonicotinoïden om een compleet beeld te vormen van de potentiële risico’s voor de mens van het gebruik van deze middelen.

Bron: AgriHolland Nieuws en Ministerie VWS, 19 juni 2013
http://www.agriholland.nl/nieuws/artikel.html?id=149467

Henk Tennekes

wo, 10/04/2013 - 08:04

Kinderen die tijdens de zwangerschap blootgesteld werden aan pesticiden die vaak op voedingsgewassen gebruikt worden, hebben op latere leeftijd vaak een lager IQ. Dat blijkt uit onderzoek van de Universiteit van Berkeley. De wetenschappers volgden 329 kinderen van bij de zwangerschap tot ze zeven jaar oud waren. De kinderen leven allemaal in Salinas, een landbouwstadje in Californië. Uit de studie blijkt dat naarmate de kinderen als foetus meer blootgesteld werden aan organofosfaten, ze later duidelijk minder goed scoren op IQ-tests. "Het verband is substantieel", zegt hoofdonderzoeker Brenda Eskenazi, hoogleraar Epidemiologie en Kindergezondheid. "Het verschil kan erop wijzen dat die kinderen gemiddeld slechter scoren in het onderwijs en meer aandacht vragen op school."

De Berkeleystudie verscheen samen met twee gelijkaardige studies in het tijdschrift Environmental Health Perspectives. Die studies onderzochten kinderen in New York op dezelfde manier: ze zochten naar verbanden tussen de blootstelling van de moeder tijdens de zwangerschap en het IQ van hun kinderen op de lagere school. De studie van de Universiteit van Columbia legde zich specifiek to op het insecticide chloorpyrifos, dat ook in Europa algemeen gebruikt wordt.
"Het is erg ongewoon om zo'n sterke consistentie aan te treffen tussen verschillende populaties in de studies, dus dat zegt wat over de betekenis van deze resultaten", zegt Maryse Bouchard, een van de medewerkers van Eskenazi. De onderzoeken komen amper een jaar nadat nog een andere studie een verband aangetoond had tussen blootstelling aan pesticiden en concentratieproblemen bij kinderen.

"Er zijn natuurlijk limieten aan elke studie", zegt Eskenazi. "We gebruikten reststoffen in de urine om de blootstelling tijdens de zwangerschap te meten, dus we kunnen niet precies nagaan welk pesticide precies de boosdoener is. Maar de manier waarop deze studie en die in New York waren opgezet - van de zwangerschap tot de ontwikkeling van de kinderen, is een van de sterkste methoden om te meten hoe milieufactoren de gezondheid van kinderen kunnen beïnvloeden."

Opvallend was dat de pesticiden vooral tijdens de zwangerschap een invloed bleken te hebben. Blootstelling aan pesticiden na de geboorte leverde een minder duidelijke correlatie op.

Bron: Deze website
http://www.boerenlandvogels.nl/content/kinderen-die-tijdens-de-zwangers…

Henk Tennekes

wo, 10/04/2013 - 08:15

De Belgische Federale Overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid raadt particuliere en professionele gebruikers van pesticiden aan om voorzorgsmaatregelen te nemen zodat toekomstige ouders en ouders van jonge kinderen zo weinig mogelijk worden blootgesteld aan deze producten. Als kinderen voor hun geboorte of op jonge leeftijd vaak of in grote mate aan pesticiden (gewasbeschermingsmiddelen en biociden) worden blootgesteld, zou dit kunnen bijdragen tot de ontwikkeling van leukemie. Dat is de conclusie van een studie in opdracht van de FOD Volksgezondheid door de Université catholique de Louvain (UCL). De onderzoekers hebben studies uit verschillende landen over pesticiden en leukemie bij kinderen met elkaar vergeleken. Uit hun berekeningen is een mogelijk verband tussen leukemie bij kinderen en blootstelling aan pesticiden tijdens de zwangerschap of de eerste levensjaren naar voor gekomen. Dit is het meest uitgesproken bij het gebruik van pesticiden binnenshuis. De Nederlandse Gezondheidsraad heeft ook onderzoek gedaan naar de mogelijke oorzaken van kinderleukemie (Engelstalig rapport in de bijlage), omdat het aantal gevallen van de ziekte in de jaren negentig opeens steeg. Jaarlijks krijgen nu ongeveer vijf op de honderdduizend kinderen de ziekte, een vorm van kanker aan het bloedvormende systeem van het lichaam. Vrouwen die zwanger zijn of het willen worden, moeten niet werken met bestrijdingsmiddelen.

Ook roken en drinken kan een verhoogde kans geven op leukemie, maar dat werd toch al ontraden voor zwangere vrouwen. Zwangere vrouwen doen er ook beter aan geen ham, spek en worst te eten. Deze vleeswaren zijn behandeld met nitriet en dat geeft mogelijk een verhoogde kans op kinderleukemie. Artsen moeten verder zo weinig mogelijk röntgenfoto’s en ct-scans maken bij zwangere vrouwen en jonge kinderen, omdat de straling de kans op leukemie verhoogt. Het is aan te raden om borstvoeding te geven tot een kind minstens zes maanden is, omdat dit de kans op leukemie mogelijk verkleint

Bron: Deze website
http://www.boerenlandvogels.nl/content/blootstelling-aan-pesticiden-voo…
http://www.boerenlandvogels.nl/content/de-gezondheidsraad-waarschuwt-vo…

Henk Tennekes

wo, 10/04/2013 - 08:20

De Academische Werkplaats Medische Milieukunde (AW-MMK) heeft een voorstel om onderzoek te doen naar de blootstelling aan bestrijdingsmiddelen van omwonenden van bollenvelden afgewezen. De GGD's Hollands Noorden en Amsterdam hadden hiervoor op verzoek van de gemeente Zijpe een voorstel gedaan. Een studie naar de gevolgen van blootstelling aan bestrijdingsmiddelen is al lange tijd een wens na kritische geluiden onder omwonenden van bollenvelden in de kop van Noord-Holland. Maar AW-MMK, een onderzoeksorganisatie binnen de GGD-werkgebieden milieu en gezondheid, noemt de voorgestelde methode erg kwetsbaar. Het is volgens AW-MMK de vraag of bollentelers willen meewerken en of ze volledige en juiste informatie geven als wordt gevraagd naar het gebruik van bestrijdingsmiddelen. Ook heeft de organisatie weinig hoop dat via de brancheorganisaties van de telers de juiste gegevens boven water komen. Alleen metingen zouden echt inzicht geven in de mate waarin omwonenden worden blootgesteld aan bestrijdingsmiddelen, zo stelt AW-MMK.

Bron: Deze website
http://www.boerenlandvogels.nl/content/aw-mmk-wijst-onderzoeksvoorstel-…

Henk Tennekes

wo, 10/04/2013 - 08:25

Autisme, ADHD, leer- en gedragsproblemen, kanker en astma nemen sterk toe bij kinderen in de Verenigde Staten. Een nieuw rapport maakt pesticiden mede verantwoordelijk voor deze gezondheidsproblemen. "De bescherming van onze kinderen is een fundamentele taak van het ouderschap, maar hoe moeten we dit doen als giftige stoffen, die de ontwikkeling van kinderen kunnen verstoren, vrij kunnen circuleren in onze economie?", zegt Sandra Steingraber, ecoloog en bekend auteur. "Het PAN rapport (bijlage) werpt een licht op een volledig vermijdbare tragedie waardoor een hele generatie kinderen niet een volledige persoonlijkheidsontwikkeling zal kunnen realiseren. Het beschrijft zowel een schending van de mensenrechten als ook een crisis van het gezinsleven".

Bron: Deze website
http://www.boerenlandvogels.nl/content/een-nieuw-rapport-maakt-pesticid…

Henk Tennekes

wo, 10/04/2013 - 08:40

Systemische Pesticiden zijn gewasbeschermingsmiddelen die op land- en tuinbouw gewassen worden toegepast maar anders dan de vorige generatie pesticiden die op de gewassen werden gespoten maken deze pesticiden deel uit van het gewas. Ze worden a.h.w. ‘ingebouwd’ en kunnen daardoor ook niet worden afgewassen. De gevolgen van het gebruik van pesticiden voor de ontwikkeling van kinderen zijn ingrijpend. Er zijn overtuigende aanwijzingen dat leer- en gedragsproblemen bij kinderen, maar ook kanker en astma mede veroorzaakt worden door het feit dat onze kinderen al op zeer jonge leeftijd of zelfs pre-nataal in aanraking komen met deze pesticiden. Deze stoffen hebben een ziekmakende invloed en dat al in hele lage doseringen. Daarbij zijn vooral de volgende zaken die in de diverse studies naar voren komen, het noemen waard:

1. De hersenen en het zenuwstelsel van jongens zijn opmerkelijk meer aangedaan dan van meisjes.

2. Het moment van blootstelling is erg belangrijk. Wanneer een kind op een specifiek moment in de ontwikkeling zelfs aan heel kleine hoeveelheden van schadelijke pesticiden wordt blootgesteld, kan de impact ernstig of zelfs onomkeerbaar zijn.

3. Studies tonen aan dat er een link is tussen blootstelling aan deze schadelijke pesticiden in de zwangerschap en een toegenomen risico voor het kind om leukemie en hersentumoren te ontwikkelen. Kinderen die in landbouwgebieden wonen zijn gevoeliger voor het ontwikkelen van kanker op de kinderleeftijd.

Het is vijf voor twaalf en dus hoogtijd dat politici en beleidsmakers hun verantwoordelijkheid nemen. Er wordt veel gesproken over de economische crises en de zorg die er is om ‘de rekening’ vooral niet door te schuiven naar volgende generaties. Maar deze rekening valt in het niet bij de gevolgen van voorgaande waarmee we de volgende generaties opzadelen.

Bron: Deze website
http://www.boerenlandvogels.nl/content/een-nieuw-rapport-maakt-pesticid…

Henk Tennekes

wo, 10/04/2013 - 16:22

Een nieuwe Australische studie van het Telethon Institute for Child Health Research (bijlage) wijst op een mogelijk verband tussen het gebruik van bestrijdingsmiddelen in de woning en een hoger risico op het ontstaan van hersentumoren bij kinderen. Deze week gepubliceerd in het internationale tijdschrift Cancer Causes & Control, toont de studie aan dat het gebruik van bestrijdingsmiddelen door ouders vóór de conceptie de kans kan verhogen dat een kind een hersentumor ontwikkelt.

Het onderzoek, onder leiding van professor Elizabeth Milne, analyseerden de gegevens van 303 getroffen gezinnen en 941 controle gezinnen die hebben deelgenomen aan de Australian Study of Childhood Brain Tumours (Aus-CBT) - een landelijke case-control studie die tot doel heeft om omgevingsgebonden en genetische risicofactoren voor hersen tumoren bij kinderen nader te analyseren.

De studie onderzocht blootstelling aan pesticiden in het jaar vóór de zwangerschap, tijdens de zwangerschap en na de geboorte, en ontdekte een verband tussen de timing van de blootstelling en de aard van de betrokken bestrijdingsmiddelen.

"Onze resultaten geven aan dat wanneer ouders tot een jaar voorafgaand aan zwagerschap blootstaan aan bestrijdingsmiddelen een verhoogd risico op een hersentumor bij hun kind ontstaat", aldus professor Milne.
"Het toegenomen risico kan oplopen tot een factor twee bij termieten behandelingen (met neonicotinoiden) , met andere pesticiden tot ongeveer 30%."

De onderzoekers zeggen dat deze bevindingen, ondersteund door die van andere vergelijkbare studies, suggereren dat het wenselijk is voor de ouders om de blootstelling aan bestrijdingsmiddelen in de periode voorafgaand aan de conceptie te voorkomen.

Bron:
http://www.childhealthresearch.org.au/news-events/media-releases/2013/a…

Henk Tennekes

vr, 12/04/2013 - 06:45

Een kind moet weten dat het een wonder is, dat sinds het begin van de wereld er geen ander kind is geweest zoals het, en dat er tot aan het einde van de wereld geen enkel ander kind zoals het zal zijn.

Pau Casals i Defilló (El Vendrell , 29 december 1876 – San Juan (Puerto Rico), 22 oktober 1973), die zich bij zijn internationale optredens Pablo Casals noemde, was een Catalaans cellist en later ook componist en dirigent.
Bron: Wikipedia
http://nl.wikipedia.org/wiki/Pablo_Casals

Henk Tennekes

vr, 21/06/2013 - 10:15

De RIVM analyse houdt geen enkele rekening met nieuwe inzichten over het werkingsmechanisme en het daaruit resulterende dosis-werkingsprofiel. Wanneer neonicotinoïde insecticiden een binding aangaan met nicotinerge acetylcholine receptoren (nAChRs) is deze slechts zeer langzaam omkeerbaar, misschien zelfs wel onomkeerbaar, omdat neonicotinoiden - in tegenstelling tot de natuurlijke neurotransmitter acetylcholine - door acetylcholinesterases niet kunnen worden afgebroken . Met de praktische onomkeerbaarheid van de receptor binding (en de daaruit volgende werking op cognitieve functies) ontstaat een cumulatieve en tijdsafhankelijke toxiciteit, en kan theoretisch verklaard worden waarom bij geleedpotigen, waaronder honingbijen, de blootstellingstijd een versterkende werking op de toxiciteit van neonicotinoide insecticiden heeft, waardoor van zeer geringe verontreinigingen van stuifmeel en nectar met deze stoffen op termijn een dodelijke werking uitgaat . Ook zeer lage concentraties van neonicotinoiden hebben bij lange blootstellingsduur een werking en de voor een werking benodigde hoeveelheid van de stof wordt lager naarmate de blootstellingstijd toeneemt. Deze ontdekking bood een plausibele verklaring voor de sedert een aantal jaren sterk verhoogde bijenvolksterfte (door langdurige blootstelling aan met landbouwgif besmette stuifmeel en nectar), maar er zijn mogelijkerwijs ook implicaties voor potentiële effecten op de gezondheid van de mens. Daarbij gaat het vooral om blootstelling van de mens aan residuen van neonicotinoiden in voedingsmiddelen. Lange termijn effecten van imidacloprid kunnen op basis van het dosis-werkingsprofiel ook bij de mens niet meer worden uitgesloten. De ontdekking (dat de tijd een versterkende werking op de toxiciteit van neonicotinoide insecticiden kan hebben) heeft een grondbeginsel in de toxicologie, waarop de traditionele risico analyse berust, op losse schroeven gezet: het Paracelsus paradigma dosis facit venenum (de dosis maakt het gif), genoemd naar Philippus Aureolus Theophrastus Bombastus von Hohenheim (1493 of 1494 - 1541), die algemeen beschouwd wordt als grondlegger van de toxicologie. Het Paracelsus paradigma staat of valt echter met de geldigheid van het uitgangspunt, nl. dat toxiciteit in eerste linie een dosis-afhankelijk fenomeen is, en dat de invloed van de factor tijd (= blootstellingsduur) in dit verband niet over het hoofd werd gezien. De conventionele risico analyse stelt op basis van dit grondbeginsel zogenaamde ‘veilige’ doseringen vast, hoeveelheden die beneden de doseringen blijven die geacht worden toxisch te zijn. Voor imidacloprid is de met de conventionele risico analyse vastgestelde ADI (acceptable daily intake), d.w.z. de toelaatbare hoeveelheid die iedere dag door mensen mag worden opgenomen, opvallend hoog: 0,06 mg/kg lichaamsgewicht. Een volwassen mens van 65 kg mag dus dagelijks bijna 4 mg imidacloprid opnemen. Deze norm is gebaseerd op een chronische (langdurige) studie in ratten, waarbij de dosering die bij ratten geen waarneembare nadelige effecten veroorzaakte, het zogenaamde ‘no observable adverse effect level’, afgekort NOAEL, van 6 mg/kg lichaamsgewicht per dag door een veiligheidsfactor 100 werd gedeeld. Daarmee denkt men een voldoende grote veiligheidsmarge te hebben bereikt. De vraag is echter of het gebruikte testmodel subtiele ontwikkelingsstoornissen, zoals dit bij ADHD het geval is, aan het daglicht kan brengen. Naar mijn oordeel kun je daar grote vraagtekens bij zetten, en zeker bij stoffen waarbij de werking door de blootstellingsduur enorm kan worden versterkt.