Neonicotinoiden tasten bijen en hommels aan maar alles blijft zoals het was

Pesticiden kunnen de oorzaak zijn van de dramatische sterfte onder bijen en hommels. Dat bevestigen twee onderzoeken in vakblad Science die op 29 maart 2012 online werden geplaatst (artikelen in de bijlage). Boosdoeners zijn insecticiden die in talrijke landen worden gebruikt. Franse wetenschappers ontdekten dat bijen verdwalen door het middel thiamethoxam. De diertjes vinden de weg terug naar hun volk niet meer. Van de dieren die in contact kwamen met het insecticide stierven er twee à driemaal zo veel als de andere, zonder contact met gif. Het nationale instituut voor landbouwonderzoek in Avignon had daartoe kleine zendertjes aangebracht op de bijen. Een Schots team merkte dat de hommels bijna uitgeroeid waren na een behandeling met insecticiden. Dave Goulson van de Schotse universiteit in Stirling had hommelvolken behandeld met het middel imidacloprid. Na 6 weken bleek dat ze 85 procent minder koninginnen hadden voortgebracht dan onbehandelde volkeren. Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) concludeert na bestudering van de recent gepubliceerde studies dat de onderzoeksresultaten geen gevolgen hebben voor de toelaatbaarheid van de in Nederland beschikbare middelen.

Er is volgens het Ctgb geen aantoonbaar verband tussen de bij het toegelaten gebruik voorkomende blootstelling en effecten op de Nederlandse bijenpopulatie die op dit moment een ingrijpen door het Ctgb op de lopende toelatingen in Nederland rechtvaardigen. Een opiniestuk over het toelatingsbeleid van neonicotinoiden, geschreven door dr. Jeroen van der Sluijs (Universiteit Utrecht) en gepubliceerd op 13-04-2012 in het blad Boerderij, in de bijlage.

Bronnen:
Dagblad Trouw, 29 maart 2012
http://www.trouw.nl/tr/nl/5948/Dierenwelzijn/article/detail/3233070/201…
De Volkskrant, 29 maart 2012
http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2672/Wetenschap-Gezondheid/article/detai…
De Telegraaf, 29 maart 2012
http://www.telegraaf.nl/buitenland/11811344/__Pesticiden_tasten_bijen_a…
AgriHolland, 30 maart 2012
http://www.agriholland.nl/nieuws/artikel.html?id=136636
De Boomkwekerij, 11 april 2012
http://www.deboomkwekerij.nl/nieuws/8053/toelatingen-neonicotinoiden-ni…
De Groene Ruimte, 11 april 2012
http://www.groeneruimte.nl/nieuws/artikel.html?id=136990
Onverklaarbare, plotselinge bijensterfte: biologen breken zich al jaren het hoofd over de oorzaak. Bestrijdingsmiddelen waren de hoofdverdachten, en dat blijkt niet ongegrond. Uit een Frans én een Brits onderzoek blijkt dat een veel gebruikt bestrijdingsmiddel slachtoffers maakt onder hommels en honingbijen.
Het is weer lente, voor veel dieren tijd voor de bloemetjes en de bijtjes! Alhoewel, juist voor hommels en honingbijen gaat dat helaas niet op. De laatste jaren gaan de bijenvolken in Europa en de VS namelijk snel achteruit. Er is al jaren een vreemde bijenverdwijnziekte gaande: een verschijnsel waarbij in het voorjaar hele bijenvolken verdwenen zijn uit de bijenkorf. Dat is belabberd voor de landbouw. Bijen zijn erg belangrijk voor de bestuiving van veel voedselgewassen als amandelen, appels en bosbessen.

De Britse onderzoekers van de Universiteit van Stirling gaven één groep hommels nectar te eten met daarin het bestrijdingsmiddel imidacloprid, de andere groep kreeg gewone nectar. Vervolgens mochten de hommelkolonies zes weken rond vliegen in een veld om hun werk te doen: pollen en nectar verzamelen. Aan het begin en einde van de zes weken werd van beide groepen hommels het gewicht van de bijenkorf gemeten, als maat voor de groei van de kolonie.

Het verschil? De korven van de imidacloprid-hommels waren na zes weken minder zwaar en zo’n tien procent kleiner dan het onderkomen van de onbehandelde hommels. De wetenschappers denken daarom dat hommels door imidacloprid minder efficiënt voedsel kunnen vinden. Daarnaast werden bij de imidacloprid-hommels gemiddeld maar twee koninginnen geboren, terwijl dat bij de onbehandelde hommels zestien was. Een belangrijke ontdekking: het zijn de koninginnen die de volgende generatie bijen maken.

De Franse onderzoekers van het French National Institute for Agricultural Research keken naar het gevolg van het bestrijdingsmiddel thiamethoxam op honingbijen. Hiervoor lijmden ze chips op de ruggen van vrij rondvliegende honingbijen. Elke keer als een bij de korf in of uitging, werd zijn chip gescand door een speciale lezer. Zo was bij te houden wanneer de bijen kwamen en gingen. Het bleek dat de thiamethoxam-bijen twee tot drie keer vaker niet terugkwamen naar de korf dan onbehandelde bijen. Waarschijnlijk kunnen honingbijen door het bestrijdingsmiddel – omdat het ingrijpt op het zenuwstelsel – de weg naar huis niet meer terug vinden.
Thiamethoxam en imidacopriod horen beide bij de groep van de zogenoemde neonicotonoïde bestrijdingsmiddelen: sinds 1990 veel gebruikte middelen die giftig zijn voor plaaginsekten. Imidacloprid staat bijvoorbeeld in honderdtwintig landen, voor in totaal honderdveertig gewassen, geregistreerd voor gebruik. Thiamethoxam is wat nieuwer, maar wordt in steeds meer landen goedgekeurd voor de bescherming van onder andere maïs, koolzaad en andere gewassen die door bijen bestuifd worden.

Om een bestrijdingsmiddel goed te keuren, moeten fabrikanten verzekeren dat de dosis die op de akkers wordt gebruikt niet dodelijk is voor bijen. Maar de schade die zelfs een klein beetje bestrijdingsmiddel oplevert is onderschat, zeggen de Franse wetenschappers. Neonicotonoïden doden bijen wel degelijk, op een indirecte manier. Bijvoorbeeld doordat ze de weg naar huis niet meer kunnen vinden. Beide onderzoeksgroepen vinden dan ook dat we nog eens goed moeten herzien of het gebruik van neonicotonoïden wel een goed idee is.

Bronnen: Kennislink, 29 maart 2012
http://www.kennislink.nl/publicaties/landbouwgif-nekt-bijenvolk
•Penelope R. Whitehorn e.a. Neonicotinoid pesticide reduces bumble bee colony growth and queen production. Science. Online publicatie op 29 maart 2012 (bijlage).
•Mickaël Henry e.a. A Common Pesticide Decreases Foraging Success and Survival in Honey Bees. Science. Online publicatie op 29 maart 2012 (bijlage).