Een grote doorbraak - Het werk van de Nederlandse toxicoloog Henk Tennekes wordt nu omarmd door EFSA

Een kwestie die de Europese voedselautoriteit (EFSA) onder grote druk opnieuw tegen het licht houdt: de schadelijkheid van een in de jaren negentig geïntroduceerde nieuwe soort pesticiden. De aanwijzingen dat er een verband is tussen neonicotinoïden en bijensterfte worden steeds sterker. Al in 2003 verbood Frankrijk het gebruik van de insecticide Gaucho (werkzame stof: imidacloprid) van fabrikant Bayer voor gebruik op maïs. Eind juni besloot het ook het gebruik van Syngenta's Cruiser (werkzame stof: thiamethoxam) op koolzaad te verbieden. Maar ook in dit geval was het standpunt van EFSA tot voor kort: niets aan de hand. Juni dit jaar kwam de Europese voedselautoriteit dan toch in beweging. 'Ze geven nu eindelijk gehoor aan de kritiek die er al negen jaar is op het bestaande risicokader,' zegt Jeroen van der Sluijs, universitair hoofddocent Nieuwe Risico's in Utrecht en gasthoogleraar in Versailles. 'Het werk van de Nederlandse toxicoloog Henk Tennekes wordt nu omarmd door EFSA. Een grote doorbraak.' Tennekes liet zien dat neonicotinoïden bij langdurige blootstelling al bij een zeer lage dosis een verwoestend effect kunnen hebben.

Het Ctgb heeft staatssecretaris dr. Bleker per brief op 5 juli jl. laten weten dat de intrekking van de Franse toelatingen van twee gewasbeschermingsmiddelen op basis van thiamethoxam geen gevolgen heeft voor (het eerdere) oordeel van het Ctgb voor de toelaatbaarheid van deze middelen in Nederland (bijlage). Staatssecretaris dr. Bleker schreef nog op 13 maart 2012 aan de Voorzitter van de Tweede Kamer over het werk van Tennekes: "Met behulp van de reactie van het Ctgb concludeer ik dat de artikelen geen ander licht werpen op de eerder uitgevoerde beoordeling van de groep van middelen gebaseerd op neonicotinoïden." De geconsulteerde bijendeskundige, dr. Tjeerd Blacquiere van Plant Research International, maakt geen gewag van de artikelen van Tennekes in een recente literatuurstudie over een mogelijk verband tussen neonicotinoiden en bijensterfte, die staatssecretaris dr. Bleker op 27 maart 2012 naar de Voorzitter van de Tweede Kamer heeft gestuurd.

Citaten uit het EFSA rapport:
Recently, concern has been raised over the repeat dose or long-term exposure of bees to pesticide residues that may bioaccumulate. Such pesticide residues may have repeat dose effects that may potentially have more dramatic health effects compared with their short-term effects (Tennekes, 2010; Tennekes and Sanchez-Bayo, 2011)......In terms of toxicodynamics, a characterisation of the toxicity, whether such toxicity is irreversible, persistent or delayed and its dose–response in relation to time of exposure is necessary......biological persistence presents a potential risk to bees that should be assessed. However, the conventional regulatory tests are likely to be unsuited to assess the risks of longterm exposures because they are based on short-term measurements (48 to 96 h), and may fail to detect the true potential for long-term effects.
Het ultieme bewijs voor de bepalende rol van het neonicotinoide insecticide imidacloprid bij de sinds enkele jaren sterk verhoogde bijenvolksterfte (tabel 5 in de bijlage) wordt geleverd met een wiskundige vergelijking, die het verband beschrijft tussen de blootstellingsconcentraties en blootstellingstijd totdat een dodelijke werking optreedt. Als je dus weet met hoeveel imidacloprid de nectar en het stuifmeel (dat was meegenomen naar de bijenkast) besmet waren, kun je uitrekenen na hoeveel tijd bijensterfte zal optreden. Dat bleek in het onderhavige geval binnen 14 dagen te zijn. Aangezien winterbijen een levensverwachting van enkele maanden hebben, betekent deze dodelijke werking dus gegarandeerd het einde van een bijenvolk.

Het bewijs werd geleverd door de Spaanse geleerde Francisco Sanchez-Bayo, die samen met zijn Japanse collega Kouichi Goka op 15 april 2012 een weerwoord op de literatuurstudie van Tjeerd Blacquiere c.s.. bij het tijdschrift Ecotoxicology had ingediend, dat echter op 2 augustus 2012 werd afgewezen door Lee R. Shugart, PhD, Editor-in-Chief van Ecotoxicology (terwijl twee van de drie reviewers van mening waren dat het manuscript - met geringe nader omschreven wijzigingen - geschikt was voor publicatie). In de literatuurstudie van Tjeerd Blacquiere et al. (Blacquière, T., Smagghe, G., van Gestel, C., Mommaerts, V., 2012. Neonicotinoids in bees: a review on concentrations, side-effects and risk assessment. Ecotoxicology 21, 973–992), die ook aan de Tweede Kamer is aangeboden, wordt vastgesteld dat de NOEL (no-observable-effect-level) voor imidacloprid bij 20 ppb ligt, maar het werk van Tennekes toont aan dat zelfs een 100-voudig geringere concentratie (0, 2 ppb) nog sterfte binnen de levensverwachting van honingbijen veroorzaakt. De risico's zijn dus schromelijk onderschat.

Voor verdere informatie:
http://www.farmlandbirds.net/en/content/bijenexpert-blacquiere-et-al-he…

Bronnen: Vrij Nederland, 21 juli 2012 (bijlage) en deze website
http://www.boerenlandvogels.nl/content/efsa-meer-en-beter-bijenonderzoe…