Algemeen

Herring decline threatens fragile seabird populations, biologist says

A seabird biologist says the sharp decline in Bay of Fundy herring stocks is affecting fragile bird breeds on Machias Seal Island and could threaten the populations. Tony Diamond, who has been researching birds there since 1995, is calling on the federal government to study what is happening to the herring. "If the reduction in the amount of herring in the Bay of Fundy continues, then the prediction is that the adult survival of [Atlantic] puffins will decline. And that will have a negative effect on the viability of the population," he said. The island, located about 20 kilometres southwest of Grand Manan, is an international attraction known for its breeding populations of Atlantic puffins, razorbill auks, Arctic terns, and common terms. Fifteen years ago, the diet puffins and razorbills were feeding their chicks was predominantly made up of juvenile herring, said Diamond. "Herring is the richest source of calories of any of the prey items. So the calories, the amount of energy per gram of prey, is greatest in herring. It's much greater than in hake, which is the alternative food item," he said. His observations coincide with a near total collapse in the herring weir fishery in the bay. Over the past three decades, annual herring weir catches averaged 20,000 tonnes in the Bay of Fundy, according to Grand Manan Fishermen's Association. But in 2013, the latest figures available, the total catch dropped to about 6,000 tonnes. In 2012, less than 500 tonnes was landed. Earlier this month, the fishermen's association called on the federal government to study what is causing the decline in herring stocks.

Oppervlaktewaterverontreiniging met neonicotinoiden bedreigt de vlokreeft, een belangrijk voedselorganisme voor bijna alle vissoorten

Het Tjeukemeer is een van de grootste meren in Friesland. Het water staat via spuisluizen in indirecte verbinding met het IJsselmeer, zodat gedurende het late voorjaar en in de zomer IJsselmeerwater kan worden ingelaten. In de winter fungeert het meer als afwateringsgebied voor een groot gedeelte van Zuid-Oost Friesland. Dankzij de regelmatig uitgevoerde sleepnetbemonsteringen is er een redelijk goed beeld verkregen van de relatieve aantallen van 8 algemene vissoorten namelijk: Paling (Anguilla anguilla). Brasem (Abramis brama), Kolblei (Blicca bfoerkna). Blankvoorn Rutilus rutilus). Spiering (Osmerus eperlanus). Snoekbaars (Stizostedion lucioperca). Baars (Perca fluviatilis) en Pos (Gymnocephalus cernua). Hiervan is Brasem verreweg de meest voorkomende vis. De Paling neemt na 1983 sterk af. Tussen 1973 en 1980 nemen vooral Baars en Pos sterk in aantal af. De vlokreeft (Gammarus tigrinus) is een belangrijk voedselorganisme voor bijna alle vissoorten in het meer. Deze vlokreeftensoort is na 1979 enorm in aantal gedaald. Deze achteruitgang is ongetwijfeld van invloed geweest op de visfauna.

Voedselgebrek is de meest waarschijnlijke oorzaak van het verdwijnen van de fuut en dodaars uit natuurgebied de Kampina

Afgelopen jaar broedden er veel minder watervogels in natuurgebied de Kampina. Vooral de fuut (Podiceps cristatus) en de dodaars (Tachybaptus ruficollis) werden veel minder gezien. Dit blijkt uit een inventarisatieonderzoek van 2014 naar broedvogels op Kampina, uitgevoerd in opdracht van Natuurmonumenten. “Het doet pijn om zulke mooie soorten als de fuut en de dodaars te zien verdwijnen”, vertelt Frans van Erve. De doorgewinterde vogelkenner voerde de inventarisatie uit in het gebied waar hij al jaren de broedvogels volgt.

De afgelopen drie jaar zijn er opvallend weinig waarnemingen geweest van Snotolven in de Oosterschelde

De Snotolf (Cyclopterus lumpus) is een fraaie zeevis die in de winter onder andere de Nederlandse kustwateren opzoekt om zich hier voort te planten. Hij voedt zich met kleine visjes, kreeftachtigen, en ribkwalletjes. De afgelopen drie jaar zijn er opvallend weinig waarnemingen geweest van Snotolven in de Oosterschelde. En deze winter lijkt het aantal waarnemingen nog verder af te nemen. Het zal nog wel even duren voordat alle winterse waarnemingen voor deze winter van de vrijwilligers van Stichting ANEMOON zijn verwerkt maar het lijkt er op dat na het zeer lage aantal waarnemingen van de vorige drie jaren, deze winter het aantal waarnemingen nog lager gaat uitvallen. Hoewel de balans nog niet definitief is opgemaakt lijkt het er op dat sportduikers deze winter slechts zeer beperkt van Snotolven kunnen genieten.

Der langsame Tod des Viktoriasees

Der Fischer Joseph Kibooli steht vor seinem leeren Boot und schaut betrübt auf das stille Wasser des Viktoriasees. „Noch bis vor drei Jahren konnte ich jeden Tag bis zu 100 Kilogramm Fisch fangen“, sagt er. Jetzt seien es höchstens 30 Kilo und manchmal auch gar nichts. „Wenn nicht dringend etwas unternommen wird, dann wird sich der See in eine Wüste verwandeln“, erklärt der 37-Jährige. Meist bricht er vom Strand des Dörfchens Ssenyi, etwa 70 Kilometer südlich der Hauptstadt Kampala, zum Fischfang im zweitgrößten Süßwassersee der Erde auf. Aber Experten warnen, dass das Gewässer schon bald nicht mehr in der Lage sein wird, Millionen Menschen zu ernähren, die mittlerweile von ihm abhängig sind. Der Viktoriasee umfasst 69 000 Quadratkilometer und hat damit in etwa die Größe Bayerns.

De neonicotinoíden en de afbraak van het ecosysteem - moeten we echt wachten tot de voorspelling van Henk Tennekes uitkomt?

Gevallen van massale sterfte, samen met uitbraken van ziekten en andere stressfactoren voor populaties, komen steeds vaker voor. We hebben het niet over een paar dode vissen op het strand. Bij massasterfte gaat het om afzonderlijke gebeurtenissen waarbij meer dan 90 procent van een populatie wordt uitgeroeid. En volgens nieuw onderzoek komt het steeds vaker voor. Het onderzoek, dat deze week verscheen in de Proceedings of the National Academy of Sciences, is de eerste studie waarin wordt gekeken of massasterfte door de tijd heen is toegenomen. De onderzoekers hebben historische verslagen van 727 gevallen van massasterfte tussen 1940 en 2012 bekeken en vastgesteld dat vogels, ongewervelde zeedieren en vissen steeds vaker slachtoffer zijn. Massasterfte kan tot permanente verandering van de voedselketen leiden. Massasterfte kan ook gevaren met zich meebrengen voor menselijke activiteiten zoals de landbouw, bijvoorbeeld wanneer insecten die planten bevruchten (denk aan bijen) het slachtoffer zijn. “Zulke gebeurtenissen kunnen de ecologische en evolutionaire ontwikkeling van het leven op aarde in een andere richting sturen”, schrijven de onderzoekers.

Study: Lack of marine food cuts Strait of Georgia seagull population in half

Researchers from the University British Columbia say the number of seagulls in the Strait of Georgia has drastically declined and it could be because of what they're eating. A recent study shows the population Glaucous-winged Gulls, the most common species of seagull in the region, has declined by 50 per cent in the last three decades. Researchers say the decline reflects changes in the availability of marine food. “These birds are the ultimate generalist — they can eat whatever’s around,” says the study’s lead author Louise Blight. “If they are experiencing a population decline, the gulls may be telling us that there have been some fairly profound changes to local marine ecosystems.” Gulls historically relied on almost a purely marine diet, largely eating small fish and shellfish, but over time moved to a diet that incorporated more foods found on land, such as garbage and earthworms. “They’re presumably turning to land-based prey sources because the things they prefer to eat are less available,” says Blight, explaining that there are now likely both fewer forage fish and a lower diversity of these fish in coastal waters than there was prior to industrial fishing, and that gulls need fish foods to breed successfully.

De ringslang heeft het zwaar in Nederland

De Ringslang (Natrix natrix) is landelijk gezien zeer kwetsbaar. De achteruitgang heeft vooral te maken met intensivering van de landbouw, verdroging en versnippering van de leefgebieden, verkeersslachtoffers, enz. Ook het verdwijnen van geschikte eilegplaatsen (open stalmesthopen) spelen de dieren parten. (Rode Lijstsoort). Het is niet altijd even duidelijk te zien maar de Ringslang is het duidelijkst te herkennen aan de oranje kleurige vlekjes achter op de kop. Water is voor de Ringslang van levensbelang. Daar vindt hij de kikkers, de visjes en salamanders die hij voornamelijk eet. De Ringslang houd van beschutte plekjes uit de wind waar zon en schaduw elkaar afwisselen. Regelmatig worden ze gezien onder, maar soms ook in, bramenstruiken. Hier liggen ze veilig. Het dier is een echte zwerver en kan grote afstanden afleggen. De Ringslang is niet giftig en volkomen ongevaarlijk!

Animas River trout in decline. Fewer young browns particularly worrisome

The number of brown and rainbow trout in the Animas River swimming through Durango has declined, according to an ongoing study.In particular, a decline has been noted in fish from 32nd Street to the Lightner Creek confluence with the Animas, said Jim White an aquatic biologist with Colorado Parks and Wildlife, who worked on the fish survey. This is the first time the area hasn’t met the Gold Medal standard for large fish since 1996, White said. Colorado Parks and Wildlife stocks the Animas with both kinds of trout, and the stocking practices have not changed in about 20 years. However, the most recent survey in September revealed a worrisome decline in both young and large brown trout compared with prior years, White said. “We’re concerned over the absence of these young brown trout,” he said.

Ongefundeerde hetze tegen IUCN Task Force on Systemic Pesticides

Een onderzoek dat eind juni werd gepubliceerd en concludeerde dat neonicotinoïde gewasbeschermingsmiddelen schadelijk zijn voor bijen blijkt nu vervalst, zo schrijft The Times. Een bericht op de blog van een medewerker suggereert dat de onderzoekers hun conclusies bij voorbaat hadden opgesteld, en dat ze met hun publicaties een wereldwijd verbod op neonicotinoïden wilden bekomen. Eén van de betrokken onderzoekers bevestigt dat het bericht juist is, maar ontkent dat het onderzoek bevooroordeeld was. De gewasbeschermingsmiddelenindustrie hoopt dat beleidsmakers het onderzoek nu met de nodige voorzichtigheid zullen behandelen. Tegelijkertijd hopen landbouwers dat de huidige (tijdelijke) ban op neonicotinoïden, volgend jaar niet door de evaluatie geraakt.