Tweederde van alle soorten nachtvlinders is in de periode vanaf 1980 achteruit gegaan
Nederland telt ruim 2.100 soorten vlinders. Dagvlinders maken met 54 inheemse soorten daarvan maar een klein deel uit, al zijn ze door hun grootte, uiterlijk en activiteit wel de opvallendste groep. Dat het met de meeste dagvlinders niet goed gaat, is uitvoerig gedocumenteerd. Over het lot van de overige soorten, de nachtvlinders, ontbraken tot dusver harde cijfers. Die zijn er nu wel voor de 766 soorten grote nachtvlinders. Vooral dankzij de hulp van veel waarnemers die hun gegevens ter beschikking hebben gesteld kon een grote database worden opgebouwd, waarmee medewerkers van de Werkgroep Vlinderfaunistiek en van De Vlinderstichting de noodzakelijke berekeningen konden uitvoeren. Het blijkt dat tweederde van alle soorten in de periode vanaf 1980 achteruit is gegaan. Als er een Rode Lijst van nachtvlinders zou worden opgesteld, zou maar liefst de helft van alle soorten daarop terecht komen. Ook als er niet naar individuele soorten wordt gekeken, maar naar de fauna van grote nachtvlinders als geheel, blijkt een dramatische verslechtering. Het totaal aantal exemplaren dat een getrainde waarnemer telt is sinds 1980 met een derde afgenomen. De achteruitgang is niet alleen voor de vlinderfauna een dramatische ontwikkeling. Voor veel dieren - denk aan vogels en vleermuizen - zijn vlinders en hun rupsen het belangrijkste voedsel, zeker in de voortplantingstijd.