Akkervogels

Feldvögel-Population in Europa halbiert - Grund sind Pestizide und intensivierte Landwirtschaft

Auf Europas Feldern leben immer weniger Vögel. Grund sind Pestizide und intensivierte Landwirtschaft. "Die Gemeinsame Agrarpolitik der EU (GAP) hat es verpasst, den Rückgang der Population aufzuhalten, die sich seit 1980 halbiert hat", erklärt die Naturschutzorganisation BirdLife International. Die Aktivisten stützen sich auf Daten aus dem neuen Pan-European Common Bird Monitoring. Demnach gehen die Bestände bei 20 von 36 Vogelarten auf landwirtschaftlichen Flächen zurück. Am stärksten bedroht seien Rebhuhn Perdix perdix (von 1980 bis 2009 minus 82 Prozent), Grauammer Miliaria calandra (minus 66 Prozent) und Feldlerche Alauda arvensis (minus 46 Prozent). Markus Nipkow, Vogelexperte des Naturschutzbunds (Nabu), ergänzte, die GAP stütze die gängige Praxis der Bauern, die ökologische Gesichtspunkte weitgehend ausklammere. "Für Vögel herrscht Futternotstand auf den Feldern."

Tree Sparrow decline reasons

I have been reading recent reports on Tree Sparrow Passer montanus decline in Nottinghamshire and the UK and these are pointing fingers mostly at habitat destruction and modern hedgerow management practices leading to a lack of winter food and shelter but I wonder if this is the complete picture? Tree Sparrow populations seem to be doing fairly well on a lot of our Wetland Nature Reserves in the country and I wonder if this is down not just to very good feeding regimes in place on these sites but also because these sites are very rich in insect life during the breeding period and when the chicks hatch, which sadly a lot of our agricultural land no longer is.

Im ganzen Kreis Coesfeld gibt es nur noch zehn Neuntöter

Nein, an der Legende, dass der Neuntöter Lanius collurio genau neun Insekten an einem Dorn aufspießt, um sie dann genüsslich zu verspeisen, ist nichts dran. "Er könnte auch Siebentöter heißen", lacht Reinhard Trautmann vom Naturschutzbund (Nabu). Faszinierend und eigentümlich sei die Lebensweise dieses Vogels aber schon, ergänzt der Dülmener. Denn tatsächlich betreibe er "Lagerhaltung", sammle Beutetiere säuberlich aufgereiht an Dornen und Stacheldrahtspitzen. Ein im wahrsten Sinne des Wortes "spießiges" Leben. "Er ist ein toller Jäger", gerät er ins Schwärmen, "fliegt bis zu 15 Meter hoch und holt sich dort ebenso Insekten wie am Boden." In den 50er Jahren, erinnert er sich, seien die Vögel im Kreis Coesfeld noch häufig gewesen. "Wir sind mit dem Fahrrad nach Rorup gefahren um sie zu beobachten." Heute gibt es in ganz Dülmen nur noch ein Paar. Und im ganzen Kreis Coesfeld nur noch zehn. Das hat jetzt eine erstmals vom Naturschutzzentrum Kreis Coesfeld durchgeführte Kartierung ergeben.

Iowa pheasant numbers fall to all-time low

Pheasant (Phasianus colchicus) numbers in Iowa have dropped to an all-time low. The Iowa Department of Natural Resources says the state's pheasant population has fallen to an average of seven birds counted for each 30 mile route driven. That's down from 11 birds per route in 2010. They say the drop in pheasant numbers isn't restricted to Iowa. Minnesota, South Dakota and Nebraska also have seen decreases in pheasant numbers.

Number of farmland birds in Europe has halved since 1980

FARMLAND BIRD populations both in Ireland and across Europe have fallen to their lowest levels since records began in 1980 with overall numbers of farmland species down by 48 per cent. The Pan-European Common Bird Monitoring Scheme compiled population figures for 145 common and widespread bird species in 25 European countries between 1980 and 2009. Amongst those species covered, farmland birds were the most threatened group, with 20 out of 36 species in decline, and overall numbers at an all-time low since 1980, BirdWatch Ireland said yesterday. Some of the species that have declined the most over the last three decades across Europe include familiar farmland birds like Grey Partridge Perdix perdix (–82 per cent), Skylark Alauda arvensis (–46 per cent), Linnet Carduelis cannabina (–62 per cent) and Corn Bunting Miliaria calandra (–66 per cent).

Insecticiden en fungiciden hebben een negatief effect op wilde plantensoorten, insecten en vogels in akkerbouwgebieden

Het gebruik van insecticiden en fungiciden heeft een doorslaggevend negatief effect op wilde planten- en diersoorten in de Europese akkerbouwgebieden. In een onderzoek van Wageningen UR en acht andere Europese universiteiten komt naar voren dat een verdubbeling van de agrarische productie leidt tot een halvering van het aantal wilde plantensoorten. Kevers en broedvogels gaan er met een derde op achteruit. Het internationale onderzoeksteam onderzocht in negen gebieden in West- en Oost-Europa steeds 150 percelen van dertig akkerbouwbedrijven. De onderzoekers maten 23 eigenschappen van het gebruik van het perceel en van het omringende landschap. Hiertoe behoren onder meer de afwisseling van het landschap, de mate van bemesting en de toepassing van chemische bestrijdingsmiddelen, zoals insecticiden en fungiciden. De analyses brachten eenduidig aan het licht dat de toepassing van insecticiden en fungiciden de enige variabelen waren die consistente, steeds weer terugkerende negatieve effecten hadden op de soortendiversiteit van planten, loopkevers en vogels.

Sinds 1980 is de Nederlandse broedpopulatie van de torenvalk gehalveerd

De torenvalk Falco tinnunculus is een typische vogel van het agrarische landschap, open natuurlandschappen, langs wegen en in boomgaarden. De torenvalk jaagt tijdens kenmerkende, stationaire ’bidvlucht’, speurend naar bodemdieren en vangt voornamelijk kleine zoogdieren (vooral veldmuizen) en, in mindere mate, vogels. De roofvogel maakt zelf geen nest, maar broed in nestkasten, oude nesten van kraaien en in of op gebouwen. De Nederlandse torenvalkenpopulatie is voor het overgrote deel aangewezen op kunstmatige broedgelegenheid. Door heel het land zijn torenvalkenkasten geplaatst om valken een onderkomen te bieden en eventuele muizenoverlast te bestrijden. Volgens SOVON was er sinds 1990 een significante afname van de broedvogel populatie van <5% per jaar. Het aantal broedparen werd in 1998-2000 geschat op ongeveer 5.000 tot 7.500. Volgens de Vogelbescherming is het bestand sinds 1980 gehalveerd. Ook in andere delen van Europa (Ierland, Engeland, Frankrijk, Slowenië, Kroatië, Litouwen, Wit-Rusland, Ukraine, Rusland en Roemenië) ging de torenvalk in de jaren 1990 achteruit (gegevens Birdlife International, zie bijlage).

De top tien van bedreigde boerenlandvogels

Populaties van boerenlandvogels in Europa zijn gedaald naar een dieptepunt. Dit blijkt uit de laatste gegevens van het Pan-European Monitoring Scheme. Hierin zijn tussen 1980 en 2009 populaties van 145 algemene vogelsoorten in 25 landen gemonitord. De resultaten laten zien dat boerenlandvogels het hardst achteruit gaan en dat ze de laagste aantallen ooit hebben bereikt. In de Top 10 van de snelste dalers staan verschillende kenmerkende soorten van het Nederlandse boerenland, zoals patrijs Perdix perdix (66% afname in Europa, 95% afname in Nederland), grutto Limosa limosa (55% afname in Europa, 60% afname in Nederland), graspieper Anthus pratensis (51% afname in Europa, 50% afname in Nederland) en kneu Carduelis cannabina (49% afname in Europa, 50-75% afname in Nederland). Daarnaast nemen ook andere soorten sterk in aantal af, navolgend de afname in Nederland: Tureluur Tringa totanus en Torenvalk Falco tinnunculus 50%, Kievit Vanellus vanellus 40%, Boerenzwaluw Hirundo rustica 50-75%, Zomertortel Streptopelia turtur 85%, Veldleeuwerik Alauda arvensis 90%.

Intensivering van de landbouw is de belangrijkste oorzaak van de achteruitgang van boerenlandvogels. Het veelvuldige gebruik van bestrijdingsmiddelen zoals insecticiden, fungiciden en herbiciden veroorzaakt een sterke achteruitgang van bloemen (en zaden), kruiden en insecten. Onmisbare voedselbronnen voor vogels (zaden en insecten) worden door de moderne landbouw dus zeer schaars, met name in de broedperiode. Het voortplantingssucces van boerenlandvogels is daardoor te gering om de populaties in stand te houden.

De akkerflora verdwijnt door het gebruik van herbiciden

Veel natuurwaarden, zowel planten als dieren, zijn verdwenen. Akkers vertoonden vroeger een bonte kleurenpracht van korenbloemen, klaprozen, kamille en gele ganzenbloem. Daar kwamen veel insecten op af, wat samen met de zaden van de gewassen weer vogels zoals kneu Carduelis cannabina en veldleeuwerik Alauda arvensis trok. Helaas is de natuurlijke rijkdom van akkers in de twintigste eeuw sterk achteruit gegaan; 16 typische akkerplanten zijn in ons land zelfs uitgestorven. Sinds 1950 is de landbouw heel sterk veranderd. Sommige teelten – zoals klaver, boekweit en in de meeste streken ook vlas – zijn nagenoeg verdwenen. Andere gewassen worden, vooral als een gevolg van betere zaaizaadzuivering en herbiciden allerhande, veel minder dan vroeger ‘geteisterd’ door kleurrijke wilde bloemen. Van de akkerplanten in Nederland zijn er maar liefst 75 bedreigd. Rond 1960 kwamen er nog zo'n 120 plantensoorten regelmatig voor op akkers in Nederland. Tegenwoordig zijn dat er nog maar twintig. Dit zijn bijna altijd algemenere soorten die ook buiten akkers volop voorkomen.

Drastischer Rückgang der Zwergohreule in der Schweiz, in Österreich und in der Tschechoslowakei in den letzten 2 Jahrzehnten

In den letzten 2 Jahrzehnten wurde ein drastischer Rückgang der Zwergohreule Otus scops in der Schweiz, in Österreich und in der Tschechoslowakei beobachtet. Dies ist vor allem auf die Intensivierung der Landwirtschaft und den damit verbundenen Rückgang an großen Insekten, der Nahrungsgrundlage der Zwergohreule, zurückzuführen. Die Zwergohreule ernährt sich vorwiegend von Insekten, Spinnen, Regenwürmern und Asseln, daneben auch von Kleinvögeln, Laubfröschen und Mäusen. Sie ist vorwiegend Ansitzjäger, nimmt ihre Beute aber auch von Zweigen oder Blättern auf. Insekten verfolgt sie im Zickzackflug und zwingt sie zur Landung. Regenwürmer erbeutet sie zu Fuß und zieht sie aus dem Boden.