Reactie van Henk Tennekes en collega wetenschappers op de risico beoordeling van imidacloprid door de EPA

OPP Docket

Environmental Protection Agency Docket Center

(EPA/DC), (28221T)

1200 Pennsylvania Ave. NW.

Washington, DC 20460-0001

Re: Pollinator Ecological Risk Assessments: Imidacloprid Registration Review

EPA-HQ-OPP-2008-0844

To whom it may concern,

We would like to offer some comments on the regulatory endpoints that are proposed in the first Preliminary Pollinator Assessment to Support the Registration Review of Imidacloprid (January 4th, 2016).

Volgens de FAO loopt wereldwijd 17 procent van de gedomesticeerde dierenrassen het risico op uitsterven

In totaal zou wereldwijd zo’n 17 procent, of 1.458 rassen, met uitsterven bedreigd zijn. Volgens de Slow Food Foundation for Biodiversity, een organisatie die zich inzet voor biodiversiteit, zijn daar ook vier Belgische rassen bij: de Waalse zwarte, het Belgisch melkschaap, de Mechelse koekoek en het runderras West-Vlaams rood. Belangrijke nuance: van 58 procent is niets geweten door een gebrek aan gegevens, dus potentieel ligt het cijfer bedreigde rassen nog een stuk hoger. Tussen 2000 en 2014 zouden ongeveer 100 rassen uitgestorven zijn. Van het Belgisch melkschaap, bijvoorbeeld, waren er in België honderd jaar geleden nog 200.000, terwijl er in 2011 nog maar 1.200 geteld werden. En hoewel de populatie van het West-Vlaams rood in de laatste 15 jaar een kleine heropleving kent - ze steeg van 300 naar 1.200 - staat dat nog in schril contrast met de ruim 25.000 exemplaren die in de jaren 1970 geteld werden. Ook met de kippenrassen Waalse zwarte en Mechelse koekoek gaat het de verkeerde kant op.

De centrale these in het boek "Disaster in the Making" van Henk Tennekes wordt bevestigd door onderzoekers uit Krefeld

Entomologen uit Krefeld hebben bij het inventariseren van insecten een onrustbarende ontdekking gedaan: sinds 1989 is de hoeveelheid insecten op twee plaatsen in het natuurgebied Orbroicher Bruch met meer dan drie-kwart gedaald (zie bijgevoegde publicaties in het Duits en Engels). De onderzoekers hebben de metingen op precies dezelfde manier uitgevoerd als in 1989; op dezelfde plaats, volgens dezelfde methode en door dezelfde mensen. "Zo kunnen de cijfers betrouwbaar worden vergeleken" benadrukken de entomologen. Twee zogenaamde malaise insectenvallen werden in een weiland op circa 50 meter afstand geplaatst om over een periode van vele maanden insecten te vangen en te wegen. Terwijl in 1989 op die manier 1,4 kg insecten werden gevangen, waren het er nu nog maar minder dan 300 gram. Volgens de entomologen heeft deze dramatische achteruitgang ernstige consequenties voor het ecosysteem: alle insectenetende dieren worden met uitsterven bedreigd en eco-systemische functies, waaronder bestuiving, ontledingsprocessen of de bodemkwaliteit, komen ernstig onder druk te staan. De gegevens uit Krefeld vormen ook een bevestiging van de in 2010 geformuleerde these van Henk Tennekes dat het grootschalige gebruik van neonicotinoide insecticiden in de landbouw insecten zal uitroeien.

Een verbod op imida­cloprid in tuinbouwkassen is volgens SGP-Kamerlid Dijkgraaf „juridisch boterzacht.”

Staatssecretaris Van Dam (Economische Zaken) bereidt zo’n verbod voor. Hij verdedigde dat vorige maand in de Tweede Kamer. Alleen als dit voorjaar blijkt dat de verontreiniging van oppervlaktewater in tuinbouwgebieden met het middel sterk is gedaald, komt het verbod er niet. Dijkgraaf maakte dinsdag bekend dat nationale en Europese wetgeving nauwelijks ruimte biedt voor zo’n verbod. Die is er alleen in gebieden die op grond van de zogeheten Kaderrichtlijn Water beschermd moeten worden. „Een groot deel van de glastuinbouw­gebieden valt daar niet onder.” De SGP’er wil de landsadvocaat om advies vragen. Daarvoor is een Kamermeerderheid noodzakelijk. De Kamer vergadert later deze maand weer over imidacloprid.

Natuur en Milieu eist verbod op 130 bestrijdingsmiddelen

Van de 238 bestrijdingsmiddelen die op de Nederlandse markt zijn toegelaten, zijn er 130 zeer giftig voor mens, oppervlaktewater, drinkwater, bijen, insecten en de bodem. Natuur en Milieu vraagt staatssecretaris Van Dam (milieu) morgen de meeste giftige middelen zo snel mogelijk te verbieden. De milieuorganisatie heeft CLM, kennis- en adviesbureau voor landbouw en voedsel, gevraagd de risico's te inventariseren van de middelen die in de land- en tuinbouw worden gebruikt om schimmels en insecten te bestrijden. Uit de lijst blijkt dat 89 veel toegepaste bestrijdingsmiddelen, een zeer verhoogd risico opleveren, 41 middelen hebben een verhoogd risico. CLM heeft bij de inventarisatie gebruik gemaakt van tien erkende lijsten en systemen voor het vaststellen van risicoprofielen.

Aantal baardvleermuizen daalt in rap tempo in Drenthe

Het aantal baardvleermuizen in Drenthe is de afgelopen jaren drastisch gedaald, bleek bij de telling afgelopen weekend in Herinneringscentrum Kamp Westerbork. De aardappelkelder op het terrein van Kamp Westerbork is de grootste overwinteringsplek van baardvleermuizen in Nederland. In 2012 zaten er nog 1006, afgelopen weekend waren dat nog maar 255. Er zitten nog drie soorten vleermuizen in de kelder. De baardvleermuizen vormen de grootste groep. Het totale aantal vleermuizen in de kelder is ook flink gedaald, van 1014 in 2012 tot 340 dit jaar. Er zijn andere overwinteringsplekken in de provincie, maar die herbergen vaak niet meer dan 50 vleermuizen. Jan Mager, van de afdeling Zuid-west Drenthe van de werkgroep, ziet een trend. ,,Als de daling zo doorgaat, is de baardvleermuis over tien jaar verdwenen.'' Volgens de toxicoloog Henk Tennekes bestaat er een verband met milieuverontreiniging met imidacloprid.

Beter even nadenken alvorens de kinderen te laten spelen op een vloer waar mierenpoeder gestrooid is

Pesticiden worden doorgaans in verband gebracht met hun gebruik in de landbouw, waar ze ingezet worden voor de bestrijding van allerlei ziekten en plagen om hogere opbrengsten en een hogere voedselkwaliteit te bekomen. Het ontgaat echter velen dat ze ook buiten de landbouw toegepast worden. Dergelijk gebruik van bestrijdingsmiddelen ter verdelging van allerlei schadelijke, vervelende en ongewenste insecten en andere geleedpotigen (spinnen) vindt frequent plaats in onze huishoudelijke omgeving en op het werk. In 2013 kochten Belgen ongeveer 800 ton producten om insecten te bestrijden, zoals spuitbussen, verdampers, strips, cassettes, lokazen en vlooienbanden. Het gaat dan vooral om producten tegen insecten (muggen, vliegen, mieren, enz.), mijten (tapijtmijt, enz.) en andere geleedpotigen (spinnen, enz.). Deze producten bevatten in totaal 75 ton aan werkzame stoffen om binnenshuis insecten te bestrijden, hetgeen een aanzienlijke hoeveelheid is. De particuliere gebruiker is doorgaans niet volledig op de hoogte van de risico’s van deze producten en is, in tegenstelling tot de professionele gebruiker, weinig of niet beschermd tijdens de toepassing. De mate van blootstelling is daarenboven moeilijk in te schatten en afhankelijk van diverse factoren, zoals de frequentie van gebruik, het gebruik van beschermende kledij, de dosering en het type van formulering (aerosol, verdamper,…). In opdracht van de Hoge Gezondheidsraad werd dat onderzocht door professor Pieter Spanoghe (UGent) en andere experten. De blootstelling op deze manier ligt vele malen hoger dan de opname van residuen van gewasbeschermingsmiddelen die kunnen achterblijven op groenten en fruit. Door insecticidensprays of luizenshampoos in huis te gebruiken, krijg je 100 tot 1.000 keer meer van een chemisch bestrijdingsmiddel in je lichaam.

Het rapen van kievitseieren kunnen de Friezen voorlopig wel vergeten

Onderzoek door vogelonderzoekbureau Sovon toont aan dat de stand van de kievit in Fryslân ongunstig is. In officiële termen: de kievit bevindt zich in een ongunstige staat van instandhouding. Sovon onderzocht verschillende zaken die van invloed zijn op de kievitstand. Hierbij gaat het onder andere om het aantal kieviten dat broedt, de beschikbare habitat (leefgebied) en de verspreiding. Daarnaast is onder meer gekeken naar het nestsucces, kans op herleg en de overleving van kuikens. De vogelonderzoekers concluderen dat de stand van de kievit in de periode 2003-2014 gemiddeld met 2,8 % per jaar achteruit ging. En dat het leefgebied en de verspreiding van de vogel afneemt. Dit onderzoek werd in opdracht van de provincie Fryslân verricht en was nodig naar aanleiding van de uitspraak van de Raad van State begin 2015. Het college van gedeputeerde staten neemt begin 2016 officieel een besluit op bezwaar in het kader van deze uitspraak. Ze betrekt daarbij het Sovon-rapport. In deze uitspraak werd de ontheffing die de provincie afgaf voor het rapen van kievitseieren in de periode 2013-2015 beoordeeld. De Raad vond dat eerst voldoende onderbouwd moest worden hoe het met de kievitstand gaat. Volgens de RvS heeft het Friese college van Gedeputeerde staten bij het verlenen van een ontheffing niet voldoende onderzocht of de Friese kievitenpopulatie zich in een "gunstige staat van instandhouding bevindt".

Nog steeds te veel imidacloprid in de sloten van het boomteeltgebied rondom Boskoop

Ondanks alle regelgeving zit er nog steeds te veel van het insecticide imidacloprid in de sloten rond de boomkwekers in Boskoop. Dit veelgebruikte middel wordt gezien als de veroorzaker van de massale bijensterfte. Dit blijkt uit onderzoek van het Centrum voor Milieuwetenschappen van de Universiteit Leiden in opdracht van het ministerie van Economische Zaken. Op 13 plekken in het boomteeltgebied van 54 vierkante kilometer zijn tussen eind 2004 en begin 2015 ruim duizend metingen verricht. Bij 20 procent van de monsters zat de imidacloprid-concentratie boven de maximale norm. ,,We zien de afgelopen vier jaar geen daling, dat betekent dat de bijensterfte gewoon door gaat'', zegt ecotoxicoloog Martina Vijver van Universiteit Leiden, die het onderzoek heeft gedaan. ,,Ook het waterleven en dan bedoel ik de insecten, gaat ervan kapot. Het kan zijn dat het middel minder snel afbreekt dan de producent aangeeft op basis van laboratoriumonderzoek'', zegt onderzoekster Vijver. Daarnaast voldoet de zuiveringsmethode overduidelijk niet. Het Leidse onderzoek richtte zich op zowel regio's met bomen- en bloembollenteelt als op regio's met kassenteelt. Tegen de verwachting in hebben de maatregelen niet geleid tot een lagere emissie van het insecticide. Het rapport ligt bij de Tweede Kamer, die op 20 januari debatteert over de uitkomsten.

Staatssecretaris Martijn van Dam (economische zaken) dreigt met een verbod op het 'bijengif' imidacloprid in de glastuinbouw

In een brief aan de Tweede Kamer schrijft hij dat de risico's van het insecticide zo groot zijn voor het milieu dat ingrijpende maatregelen nodig zijn. Hij geeft telers nog tot maart om de normoverschrijdingen van imidacloprid in sloten en vaarten terug te dringen. Het bestrijdingsmiddel van fabrikant Bayer zorgt volgens wetenschappelijke studies voor sterfte onder veel meer insecten dan waarvoor het is bedoeld. Bijen, maar ook vlinders, hommels en zweefvliegen hebben te lijden van het bestrijdingsmiddel, dat makkelijk oplost in oppervlaktewater. Volgens een Nijmeegse studie leidt het gebruik van imidacloprid ook tot sterfte onder insecten-etende weidevogels. Uit een analyse van het Centrum voor milieuwetenschappen van de Universiteit Leiden (bijlage) blijkt dat ondanks de verplichte zuivering van afvalwater in kassenregio's de hoeveelheden imidacloprid in oppervlaktewater niet zijn gedaald. Nog altijd komen grote overschrijdingen voor. Toezichthouder Ctgb vindt het nog te vroeg voor ingrijpen. Van Dam wil maximaal drie maanden wachten. Als uit aanvullende metingen blijkt dat de normoverschrijdingen in maart niet zijn teruggedrongen, wil hij dat het Ctgb grenzen stelt aan het gebruik van het middel. "Als het Ctgb niet kan ingrijpen, zal ik een verbod op imidacloprid in de glastuinbouw instellen." Vorig jaar kondigde ook Van Dams voorgangster Dijksma een verbod aan. Van Dam werkt al aan een Algemene maatregel van bestuur voor een verbod op imidacloprid.