Beleid en debat

Seit drei Jahren durchkämmen rund 350 ehrenamtlich arbeitende Florawächter die Schweiz und spähen nach 1000 seltenen und bedrohten Pflanzenarten – mehr als ein Drittel der einheimischen Flora also. Ihre Daten sollen helfen, die Rote Liste der gefährdeten Pflanzen aus dem Jahr 2002 zu aktualisieren. Die Hälfte der Feldarbeiten ist inzwischen erledigt. Das Fazit: Mehr als jeder dritte Fundort, auf dem die Florawächter vor 10 bis 30 Jahren seltene oder bedrohte Arten nachweisen konnten, ist verwaist. Die Fachleute vom Nationalen Daten- und Informationszentrum der Schweizer Flora (Info Flora) gehen davon aus, dass die betreffenden Arten am gesuchten Fundort ausgestorben oder zumindest äusserst rar geworden sind. Andreas Gygax, der die Feldaufnahmen koordiniert, wertet den Befund als «ziemlich dramatisch». «Der Verlust an Biodiversität in den letzten drei Jahrzehnten fällt noch grösser als befürchtet aus.». Nicht besser präsentiert sich die Bilanz bei den anderen 26 Roten Listen der Schweiz. Rund ein Drittel der über 10'000 untersuchten Tier-, Pflanzen und Pilzarten – knapp 25 Prozent aller Arten in der Schweiz – gelten als unterschiedlich gefährdet. Sorgen macht dies nicht nur den Naturschützern, sondern auch dem Bundesrat. Letztes Jahr hat er deshalb eine nationale Biodiversitätsstrategie verabschiedet. Bis im Mai nächsten Jahres will das federführende Bundesamt für Umwelt (Bafu) einen Aktionsplan erarbeiten. Ein ganzer Strauss von Massnahmen soll den Schwund der Biodiversität stoppen.

Een meerderheid van de Kamer schaarde zich vandaag achter een motie van de Partij voor de Dieren voor een verbod op de verkoop van neonicotinoiden aan particulieren. De Partij voor de Dieren pleit al sinds haar entree in de Tweede Kamer voor een verbod op deze bestrijdingsmiddelen. Eerder dit jaar steunde een Kamermeerderheid een motie van de Partij voor de Dieren voor een Europees verbod. Mede daardoor wordt de verkoop van drie soorten neonicotinoïden aan boeren en particulieren eind dit jaar aan banden gelegd. Dat gaat maar om een klein deel van het grote aanbod van de gevaarlijke bestrijdingsmiddelen. De Kamer steunde vandaag een motie van de Partij voor de Dieren waardoor ook de verkoop van andere neonicotinoïden aan particuliere klanten wordt verboden. Daarmee mogen ook producten zoals vlooienbandjes en mierenmiddelen waar het middel imidacloprid in zit niet meer verkocht worden. Dat is belangrijk, omdat wetenschappers erop wijzen dat de neonicotinoïden ook een bedreiging zijn voor de gezondheid van mensen. Een brief van staatssecretaris Dijksma (EZ) aan de Tweede Kamer van 1 juli 2013 over de motie rond een verbod op de verkoop van neonicotinoïden aan particulieren in de bijlage.

Te vaak wordt de maximaal toelaatbare concentratie van deze stof ruim overschreden. Imidacloprid wordt hoofdzakelijk toegepast in de boomteelt, fruitteelt en bollenteelt. Deze teelten nemen in Brabant enorm toe en daardoor ook het gebruik van Imidacloprid. Dat de normen voor imidacloprid in oppervlaktewater worden overschreden is al langer bekend. Met name de boomteelt en de aardbeienteelt spelen hierbij in Brabant een belangrijke rol. Het nu verschenen “Feitenrapport brede screening bestrijdingsmiddelen en nieuwe stoffen Maasstroomgebied 2011-2012” bevestigt dat de overschrijdingen in Brabant en Limburg een probleem vormen. De Brabantse Milieufederatie vindt een doortastende aanpak op alle fronten hard nodig. Om te beginnen moeten de waterschappen handhaven – een norm mag je toch niet blijven overschrijden? De overheden roepen zij op hun verantwoordelijkheid te nemen en te werken aan een verbod op alle middelen die onze natuurlijke systemen en voedselketens aantasten. De provincie voor die middelen en die gebieden waar zij de bevoegdheid heeft. Landelijk moet een veel stringenter toelatings- en toepassingsbeleid komen en Europa moet gaan zorgen voor een totaalverbod.

Eine britische Studie über Hummeln, mit der das britische Landwirtschaftsministerium die Unbedenklichkeit von Neonikotinoiden für Bienen belegen wollte, ist nach Einschätzung der Europäischen Behörde für Lebensmittelsicherheit (EFSA) mit Schwächen behaftet. Wie die EFSA mitteilte, sieht sie deshalb keinen Anlass, ihre eigenen Schlussfolgerungen zur Bienengefährlichkeit der Insektizide Thiamethoxam, Clothianidin und Imidacloprid zu revidieren.

Une nouvelle étude publiée par l'Agence britannique de recherche sur l'alimentation et l'environnement (Fera) tendrait à montrer que les pesticides néonicotinoïdes n'affectent pas les bourdons et donc les abeilles. Mais l'Agence de Sécurité alimentaire européenne (Efsa) n'est pas d'accord avec les conclusions de cette étude. Les fabricants de pesticides n'ont pas encore digéré l'avis de l'Agence Européenne de Sécurité Alimentaire publié en janvier 2013 et qui pointait la responsabilité de trois familles de pesticides néonicotinoïdes dans la mortalité des abeilles, l'imidaclopride (Gaucho, Coboy 350, Confidor, Provado), la clothianidine (Poncho , Elado, Modesto, Smaragd) et le thiaméthoxame ( Cruiser, Actara) très utilisés en Europe dans l'agriculture. De nouvelles études visant à démontrer à l'Efsa qu'elle s'est trompée dans son évaluation sont donc régulièrement lancées. Ainsi l'étude publiée par l'Agence britannique de recherche sur l'alimentation et l'environnement (Food and Environment Research Agency - Fera) et intitulée " Effects of neonicotinoid seed treatments on bumble bee colonies under field conditions" (Thompson et al.) suggère que les pesticides néonicotinoïdes n'ont pas d'effet majeur sur les colonies de bourdons en conditions réelles. Mais L'Efsa vient de préciser dans un communiqué diffusé ce mercredi 5 juin qu'elle avait identifié plusieurs faiblesses dans l'étude et qu'elle ne changeait donc pas son avis.

Die meisten Tierarten auf den Britischen Inseln sehen sich einem anhaltend dramatischen Rückgang ausgesetzt, und der Bestand etwa jeder dritten Spezies hat sich in den letzten 50 Jahren halbiert. Das ist das Fazit einer beispiellosen Studie. Die aktuelle Botschaft zur Lage der Natur wurde von 25 Umweltgruppen erarbeitet. Sie beruht auch auf jahrelangen Zählungen von Millionen Freiwilliger im Lande und zeigt: Egal ob im Wald oder auf Wiesen, in Bächen, Flüssen oder Meer - viele Säuger und Amphibien, Vögel, Fische und Insekten stecken in Schwierigkeiten. Auf und über landwirtschaftlich genutzten Flächen - sie machen drei Viertel im Königreich aus - ist der Vogelbestand seit 1970 um die Hälfte, die Zahl der Schmetterlinge um ein Drittel gesunken. Eine ähnliche Tendenz bei Sommerlerchen. Besonders dramatisch ist die Lage bei einem kleinen Säugetier. Der »Guardian«: »Der Igel verschwindet heute ebenso rasch wie der Tiger.« Doch während große und exotische bestandsgefährdete Tiere wie Tiger und Pandabären nach Ansicht des Ökologen Hugh Warwick »heute vom Status als Hollywood-Berühmtheiten in bestimmtem Maße« profitierten und Aufmerksamkeit auf sich zögen, vollzieht sich der Rückgang anderer Spezies oft unbemerkt - und alarmierend rasch.

Neue Untersuchungen von WissenschaftlerInnen der Universität Utrecht in den Niederlanden zeigen, dass Belastungen von Oberflächengewässern mit dem Pestizid Imidacloprid zu einem Rückgang wirbelloser Kleinlebewesen in Gewässern führt (1). Die schädigende Wirkung des Neonikotinoids Imidacloprid auf Gewässerorganismen wurde auch durch Schweizer Forscher bestätigt: Besonders lang anhaltende Belastungen mit niedrigen Konzentrationen von Imidacloprid können dazu führen, dass Bachflohkrebse geschädigt werden und verhungern (2).

Honeybee disorders and high colony losses have become global phenomena. An international team of scientists synthesized recent findings on the effects of neonicotinoid pesticides on bees. Scientists conclude in the scientific journal Current Opinion in Environmental Sustainability that owing to their large scale prophylaxic use in agriculture, their high persistence in soil and water, and their uptake by plants and translocation to flowers, neonicotinoids put pollinator services at risk.