Insecticides

The explanation for farmland bird declines - Loss of insect food could be a major factor

Research into the declines of some species of farmland birds have shown that there is no single reason, but that different species have reacted to different factors, and that often, declines are associated with more than one factor impacting on a species simultaneously. Loss of insect food could be a major factor.

Increased pesticide use has been a key cause of Grey Partridge decline

Population declines in many farmland bird species have been documented during the last quarter of the 20th century in parts of Europe and North America where agricultural intensification has been most marked. 'Intensification' is multivariate, difficult to define precisely, but taken to subsume all those advances that have allowed farmers to increase primary productivity. Increased pesticide use on arable land has been a key cause of Grey Partridge Perdix perdix decline through its impact on the availability of insect foods to chicks, and hence on reproductive success.

Extreme Normoverschrijdingen van Imidacloprid in Nederlands oppervlaktewater in 2007

Onlangs gaven de waterschappen en waterbeheerders nieuwe meetgegevens vrij over imidacloprid in Nederlands oppervlaktewater. De toestand is zeer alarmerend: ook in 2007 zijn in het westen van Nederland extreme normoverschrijdingen van imidacloprid in het oppervlakte water gemeten. De hoogste gemeten imidacloprid concentratie (15 maart 2007) overschreed meer dan 4.000 keer de (ad hoc) MTR (maximaal toelaatbaar risiconiveau) norm voor oppervlaktewater. Veel normoverschrijdingen in de Randstad liggen veel hoger dan de imidacloprid concentraties die in laboratorium studies binnen enkele dagen sterfte van insecten veroorzaken.

The decline of the birds and the bees - Rachel Carson's Silent Spring revisited

Monitoring data reveal significant changes in the number of meadow birds in the Netherlands. The overall yearly decline has nearly quadrupled in recent years, i.e. from 1.2% in 1990-2000 to 4.6% since 2000. All meadow birds in the monitoring scheme (Skylark Alauda arvensis, Northern Shoveler Anas clypeata, Yellow Wagtail Motacilla flava, Oystercatcher Haematopus ostralegus, Black-tailed Godwit Limosa limosa, Northern Lapwing Vanellus vanellus, Common Redshank Tringa totanus, Meadow Pipit Anthus pratensis en Tufted Duck Aythya fuligula) are declining since 2000. Songbirds like Skylark, Meadow Pipit and Yellow Wagtail declined up to 30% from year to year in some regions which may lead to a population drop of 75% in only five years. Particularly alarming is the steep decline of meadow birds in the western peat land of the Netherlands (with an overall annual decline of 13% since 2000). The bird decline observed since the nineties correlates well with the increasing use of imidacloprid, which was first introduced in agriculture in 1994 and is now by far the most widely used insecticide. Imidacloprid is may leach from soil and is a major surface water pollutant in the Netherlands, particularly in the western part of the country.

Het Nederlandse oppervlaktewater is zwaar belast met insecticiden

In een aantal artikelen is per regio of provincie een overzicht gegeven van oppervlaktewaterverontreiniging met insecticiden, gebaseerd op metingen van waterschappen en waterbeheerders verzameld in de Bestrijdingsmiddelenatlas. Het beeld dat naar voren komt is dat in het overgrote deel van Nederland de zware belasting van het oppervlaktewater met insecticiden (imidacloprid, organofosfaten en carbamaten) een acute bedreiging vormt voor insecten. Bijen, hommels, dagvlinders, libellen en waterjuffers dreigen daardoor uit te sterven in ons land. Alleen al de gemeten imidacloprid concentraties in het oppervlaktewater van de Randstad veroorzaken in laboratorium onderzoek binnen enkele dagen sterfte van honingbijen. De hoogste gemeten imidacloprid concentratie in het oppervlaktewater van de Bollenstreek zou in een laboratorium studie binnen enkele uren dodelijk zijn voor honingbijen.

De milieuverontreiniging met imidacloprid veroorzaakt insectensterfte en verklaart uitsterven van vogelsoorten

Recentelijk toonde de Nederlandse toxicoloog Henk Tennekes aan dat de blootstellingstijd een versterkende werking op de toxiciteit van imidacloprid en thiacloprid voor ongewervelde dieren heeft (zie bijlage). Er is sinds 2004 sprake van zware oppervlaktewater verontreiniging met imidacloprid, die vooral in het westen van Nederland goed gedocumenteerd is (zie bijlage). Er zijn sterke aanwijzingen dat chronische blootstelling aan imidacloprid sterfte van ongewervelde dieren veroorzaakt. De achteruitgang van ongewervelde dieren heeft ook rampzalige gevolgen voor vogels, omdat een onmisbare eiwitbron voor het groot brengen van hun kuikens steeds schaarser wordt. Uit onderzoek van de Universiteit Utrecht bleek dat Diptera (vliegen en muggen) schaarser worden naarmate de concentraties van imidacloprid in het oppervlaktewater toenemen. Deze waarneming zou kunnen verklaren waarom de achteruitgang van zwaluwen (gespecialiseerd in het vangen van insecten in volle vlucht) zowel in Europa als ook in Noord Amerika dramatische vormen heeft aangenomen sinds de invoering van imidacloprid. Het ultieme bewijs voor de bepalende rol van het neonicotinoide insecticide imidacloprid bij de bijenvolksterfte (tabel 5 in de bijlage) wordt geleverd met een wiskundige vergelijking, die het verband beschrijft tussen de blootstellingsconcentraties en blootstellingstijd totdat een dodelijke werking optreedt. Als je dus weet met hoeveel imidacloprid de nectar en het stuifmeel (dat was meegenomen naar de bijenkast) besmet waren, kun je uitrekenen na hoeveel tijd bijensterfte zal optreden. Dat bleek in het onderhavige geval binnen 14 dagen te zijn. Aangezien winterbijen een levensverwachting van enkele maanden hebben, betekent daze dodelijke werking dus gegarandeerd het einde van een bijenvolk.

Insectensterfte is de oorzaak van de neergang van de boerenlandvogels

Op 24 september 2009 schreef Minister Verburg in een brief aan de Tweede Kamer dat zij van plan was de handhaving van milieu normen voor oppervlaktewater aan te scherpen, maar dat zij een verband tussen de normoverschrijdingen en bijensterfte niet bewezen achtte. De minister was niet bereid een moratorium op imidacloprid en soortgelijke middelen in te stellen op basis van de extreme normoverschrijdingen en wilde eerst het onderzoek naar bijenziekten en de oorzaken ervan intensiveren. Volgens toxicoloog Henk Tennekes zijn er intussen voldoende bewijzen dat in het overgrote deel van Nederland de zware belasting van het oppervlaktewater met insecticiden (imidacloprid, organofosfaten en carbamaten) een dodelijke bedreiging vormt voor insecten. Bijen, hommels, dagvlinders, libellen en waterjuffers dreigen daardoor uit te sterven in ons land. Alleen al de gemeten imidacloprid concentraties in het oppervlaktewater van de Randstad veroorzaken in laboratorium onderzoek binnen enkele dagen sterfte van honingbijen.

De patrijs verdwijnt door insectenschaarste uit grote delen van Nederland

Patrijzen Perdix perdix zijn standvogels van open agrarisch gebied, heidevelden en hoogvenen. Akkerland is het meest in trek. Tot ver in de 20e eeuw was de patrijs een algemene broedvogel, met een populatie van naar schatting enkele honderdduizenden broedparen. Vanaf de jaren vijftig wordt gesproken van een afname, die met name in de jaren zestig en zeventig schrikbarende vormen heeft aangenomen en welke nog steeds voortduurt. Rond 1975 bedroeg het totaal aantal broedparen minder dan 50.000 en begin jaren negentig was het verder geslonken tot 20.000-25.000 paar. Inmiddels kunnen we spreken van nog slechts 10.000 paren. Volgens de Vogelbescherming is de populatie sinds 1980 met 95% geslonken. De afname is het sterkst in het oosten en midden van het land. Het zuidwesten komt er relatief goed vanaf, al is ook hier sprake van een niet mis te verstane afname. Inmiddels is de patrijs uit grote delen van Nederland aan het verdwijnen. Ook in België, Luxemburg, Frankrijk, Engeland, Ierland, Duitsland, Zwitserland en Polen is de soort ernstig bedreigd (gegevens Birdlife International, zie bijlage).

Patrijzen eten zowel plantaardig als dierlijk voedsel, maar de jongen leven de eerste weken louter van insekten en ander klein gedierte.

Sterke afname van weidevogels in Nederland sinds de invoering van imidacloprid

Weidevogels namen in de periode 1990-2000 in het agrarisch gebied jaarlijks met 1.2% af. Sinds 2000 is die jaarlijkse afname bijna verviervoudigd (4.6%). Sinds 2000 vertonen alle 9 onderzochte soorten weidevogels (veldleeuwerik (Alauda arvensis), slobeend (Anas clypeata), gele kwikstaart (Motacilla flava), scholekster (Haematopus ostralegus), grutto (Limosa limosa), kievit (Vanellus vanellus), tureluur (Tringa totanus), graspieper (Anthus pratensis) en kuifeend (Aythya fuligula)) jaarlijks een afname in aantal. De veldleeuwerik is koploper in achteruitgang met een jaarlijkse afname van 9,2%. Vooral de ontwikkeling in de laagveengebieden van West-Nederland draagt hieraan bij (met een jaarlijkse afname van weidevogels van 13%).