Herbicides

Genetic engineering is now applied to more than 90% of US corn, soybeans, and cotton acreage

Herbicide-tolerant (HT) crops, developed to survive application of specific herbicides that previously would have destroyed the crop along with the targeted weeds, provide farmers with a broader variety of options for effective weed control. Based on USDA survey data, HT soybeans went from 17 percent of U.S. soybean acreage in 1997 to 68 percent in 2001 and 94 percent in 2014. Plantings of HT cotton expanded from about 10 percent of U.S. acreage in 1997 to 56 percent in 2001 and 91 percent in 2014. The adoption of HT corn, which had been slower in previous years, has accelerated, reaching 89 percent of U.S. corn acreage in 2014. Insect-resistant crops containing the gene from the soil bacterium Bt (Bacillus thuringiensis) have been available for corn and cotton since 1996. These bacteria produce a protein that is toxic to specific insects, protecting the plant over its entire life. Plantings of Bt corn grew from about 8 percent of U.S. corn acreage in 1997 to 26 percent in 1999, then fell to 19 percent in 2000 and 2001, before climbing to 29 percent in 2003 and 80 percent in 2014. The increases in acreage share in recent years may be largely due to the commercial introduction of new Bt corn varieties resistant to the corn rootworm and the corn earworm, in addition to the European corn borer, which was previously the only pest targeted by Bt corn. Plantings of Bt cotton also expanded rapidly, from 15 percent of U.S. cotton acreage in 1997 to 37 percent in 2001 and 84 percent in 2014.

De Nederlandse landbouw blijft wereldkampioen in de export van met pesticiden verontreinigde voeding

Het biologisch landbouwareaal in Europa is tussen 2003 en 2010 met 55% toegenomen. Dit blijkt uit een publicatie van de EU op basis van Eurostat-data. Ook is het aantal biologische landbouwbedrijven toegenomen met 50%. In Nederland blijft de groei van biologische landbouwgrond echter achter, daar ligt het aandeel op 2,7%. Tussen 2002 en 2011 groeide het biologisch areaal in de hele EU van 5,7 naar 9,6 miljoen hectare. In de 'oude' lidstaten groeide het biologisch areaal met 5% per jaar. De 'nieuwe' lidstaten die sinds 2004 deel uit maken van de EU zijn met een inhaalslag bezig; zij zagen het biologisch areaal jaarlijks met 13% toenemen. Van het totale landbouwareaal is nu 5,4% biologisch; op deze landbouwgrond wordt geen gebruik gemaakt van kunstmest en chemisch-synthetische bestrijdingsmiddelen.

Ctgb legt beperkende voorwaarden op aan gebruik metam-natrium

Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) stelt vanaf 25 augustus beperkende voorwaarden aan het gebruik van middelen op basis van metam- natrium. Met deze nieuwe aanvullende voorwaarden wordt voldaan aan het beschermingsniveau voor omwonenden en in het bijzonder die voor kinderen. Naar aanleiding van de schorsing van 28 mei 2014 van de toelating van de metam-natrium houdende gewasbeschermingsmiddelen, heeft de toelatinghouder nieuwe wetenschappelijke informatie aangeleverd. Daarnaast heeft de toelatinghouder, vanwege een herregistratie, dezelfde informatie aangeleverd aan de Belgische toelatingsautoriteit. De beoordeling van de gegevens heeft dan ook in nauwe samenspraak met België plaatsgevonden. Hieruit blijkt dat de betreffende middelen veilig kunnen worden gebruikt met aanvullende, strikte voorwaarden; namelijk: Een onbehandelde bufferzone van 150 meter tussen behandeld perceel en de kadastrale grens van woningen en overige verblijfsplaatsen waar mensen langere tijd verblijven, zoals winkels, scholen, bedrijven en kantoren; Afdekking van het perceel direct na behandeling voor minstens 14 dagen met virtually impermeable film (VIF); Inbrengen op tenminste 20 centimeter diepte; Maximaal te behandelen areaal van 1 hectare, met minimaal 150 meter afstand tussen behandelde velden.

De stad Antwerpen voert op 1 januari 2015 een verbod in op het gebruik van pesticiden op openbare plaatsen en rond openbare gebouwen

Zowel de stadsdiensten als externe partners zullen er vanaf dan geen pesticiden meer mogen inzetten. De hoeveelheid gebruikte pesticiden was de voorbije jaren al sterk gedaald uit milieuoverwegingen, maar nu zal de stad er dus volledig mee stoppen. Het verbod is deels een gevolg van het decreet dat de Vlaamse overheid begin vorig jaar opstelde. Antwerpen had de hoeveelheid gebruikte pesticiden op openbaar terrein al verminderd van meer dan 800 kilogram in 2000 naar nog amper 13 kilogram vorig jaar. "We zullen in de toekomst allerlei milieuvriendelijke alternatieven hanteren om het openbaar domein van onkruid en ongedierte te verlossen", zegt schepen voor Leefmilieu Nabilla Ait Daoud (N-VA). "Daarnaast zal het groen in de stad ook intensiever beheerd worden." Op de nieuwe regel blijven voorlopig wel nog twee uitzonderingen mogelijk. Enerzijds voor het bestrijden van een wespenplaag of een bruine rattenplaag en anderzijds voor het terugdringen van agressieve invasieve soorten zoals de Japanse duizendknoop.

Organic chemicals jeopardize the health of freshwater ecosystems on the continental scale

Organic chemicals can contribute to local and regional losses of freshwater biodiversity and ecosystem services. However, their overall relevance regarding larger spatial scales remains unknown. Here, we present, to our knowledge, the first risk assessment of organic chemicals on the continental scale comprising 4,000 European monitoring sites. Organic chemicals were likely to exert acute lethal and chronic long-term effects on sensitive fish, invertebrate, or algae species in 14% and 42% of the sites, respectively. Of the 223 chemicals monitored, pesticides, tributyltin, polycyclic aromatic hydrocarbons, and brominated flame retardants were the major contributors to the chemical risk. Their presence was related to agricultural and urban areas in the upstream catchment. The risk of potential acute lethal and chronic long-term effects increased with the number of ecotoxicologically relevant chemicals analyzed at each site. As most monitoring programs considered in this study only included a subset of these chemicals, our assessment likely underestimates the actual risk. Increasing chemical risk was associated with deterioration in the quality status of fish and invertebrate communities. Our results clearly indicate that chemical pollution is a large-scale environmental problem and requires far-reaching, holistic mitigation measures to preserve and restore ecosystem health.

Europas Gewässer in Gefahr

Flüsse und Seen auf dem Kontinent sind offenbar stärker mit Chemie belastet als weitgehend angenommen. Eine Studie im Fachmagazin "PNAS" macht das Ausmaß klar. Die große Bedrohung für Wasserlebewesen: Pharmazeutika und Pestizide. Viele regen sich über die angebliche Regelwut der Europäischen Union auf. Der Ökotoxikologe Dr. Werner Brack vom Helmholtz-Zentrum für Umweltforschung in Leipzig sieht aber durchaus Vorteile. Seit dem Jahr 2000 verpflichtet die Europäische Wasserrahmenrichtlinie die Mitgliedsstaaten zur Messung und Dokumentation der Chemikalienkonzentrationen in den Flüssen. "Wir konnten jetzt zum ersten Mal auf diese Datenbanken zugreifen sozusagen und konnten uns wirklich auf einer europäischen Ebene angucken, welchen Einfluss, welches Risiko von Chemikalien auf die Gewässerqualität ausgeht."

Pesticide use threatens rare Hawaiian species

Given its fragile and unusually rich ecology, the Hawaiian island of Kauai seems ill-suited as a site for agricultural experiments that use heavy amounts of toxic chemicals. But four transnational corporations — BASF Plant Science, Dow AgroSciences, DuPont Pioneer, and Syngenta — have been doing just those kinds of experiments here for about two decades, extensively spraying pesticides on their GMO test fields. As a result, the landscape on the southwest corner of the island, around the town of Waimea, has become one of the most toxic chemical environments in all of American agriculture. This poses serious risks for the people of Kauai, as I’ve documented, but even less noticed are the hazards posed to the unique flora and fauna of the island and the coral reefs just off its shores. Each of the seven highly toxic pesticides most commonly used by the GMO giants on Kauai (alachlor, atrazine, chlorpyrifos, methomyl, metolachlor, paraquat, and permethrin) is known to be toxic to wildlife, plants, or both. The isolated geography of Kauai has fostered the evolution of a great diversity of birds, bugs, and plants. Kauai has more unique species — species that live only on the island — than anywhere else in the world, said Carl Berg, an ecologist and long-time advocate for clean water with the Kauai chapter of the Surfrider Foundation. Berg and others fear that these endemic species are being put at great risk of extinction by exposure to the chemicals, though he says he has no idea the extent of the damage. The U.S. Fish and Wildlife Service added 48 species that live only on Kauai to the endangered species list in 2010, including two different species of the Hawaiian honeycreeper, a small bird, and the large Hawaiian picture-wing fly. Also, several protected marine species rest or breed on the island’s beaches, including the highly endangered Hawaiian monk seal and the threatened green sea turtle. Occasionally, an endangered leatherback and hawksbill sea turtle will wander close in. A total of 17 different kinds of dolphins and whales frolic in the island’s harbors and bays.

Molecular Tools and the Biology of Low-dose Effects

Most environmental protection issues concern the often chronic exposure of large populations to low doses of chemical toxins and ionizing radiation. However, measuring the effects of low doses on populations exposed over long time periods is highly problematic. Politically driven opinions often tend to take the place of science. Part of the problem is that epidemiology is a weak tool when the level of exposure is low. High background levels of exposure, genetic diversity, and exposure uncertainties all contribute to “noise” and make dose-response relationships difficult to define. Uncertainty feeds anxiety, leading to polarized politics. This review looks at the promise of molecular technologies for identifying the effects of low doses of radiation and identifies some of the issues involved in defining risk after low-dose exposures. While the main pollutant discussed in this article is ionizing radiation, the analysis could apply equally well to other toxic exposures or to combined radiation and chemical pollutants.

Pesticiden roeien de kikkers uit

Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat pesticiden en andere chemicaliën een significante rol spelen in de wereldwijde achteruitgang van amfibieën, zoals kikkers. Duitse en Zwitserse wetenschappers achter de studie zeggen in het Britse dagblad The Guardian dat het zowel “verbazingwekkend” als “alarmerend” is dat veelvoorkomende pesticiden zo giftig kunnen zijn, en dat in dosissen die goedgekeurd zijn door overheden. “Je zou niet denken dat producten, die geregistreerd zijn op de markt, zo’n giftig effect hebben”, zegt Carsten Brühl van de Duitse universiteit Koblenz-Landau. “Het is het simpelste effect dat je je kan inbeelden: je spuit de pesticide op de amfibie en die sterft. Dat moet zich vertalen in een dramatisch effect op gehele populaties.”

Die Population der Monarchfalter nimmt seit Jahren ab. Mit den Schmetterlingen ist auch ein einzigartiges Naturereignis in Gefahr - ihre jährliche Massenmigration. Kanadische Forscher wollen jetzt die Hauptbedrohung identifiziert haben

Jedes Jahr im Herbst wird die Sierra Nevada zur Kulisse eines weltweit einzigartigen Naturschauspiels: Mehrere hundert Millionen Monarchfalter (Danaus plexippus) der östlichen nordamerikanischen Population ziehen aus Kanada und den USA in das mexikanische Hochland, um dort die Wintermonate zu verbringen. In ihrem Winterquartier besiedeln sie nur wenige Hektar, was die Massenmigration umso eindrucksvoller macht. Da die Lebenserwartung der Schmetterlinge bei nur knapp einem Monat liegt, zieht sich die Wanderung über mehrere Generationen - obwohl einzelne Tiere Strecken von bis zu 4000 Kilometern zurücklegen. Der Bestand der Monarchfalter ist stetig rückläufig, immer weniger Kolonien erreichen ihr Winterexil und bevölkern dort immer kleinere Areale. Wie sie aktuell im Fachblatt "Journal of Animal Ecology" berichten, liegt das Hauptproblem bei den Brutstätten der Schmetterlinge also vornehmlich nicht in Mexiko, sondern in den USA. Und dort wiederum vor allem bei der industriellen Landwirtschaft: Die großen Monokulturanbauflächen insbesondere im sogenannten Corn Belt im Mittleren Westen der USA, der Einsatz von gentechnisch verändertem Saatgut und Pestiziden führten demnach in den vergangenen 15 Jahren zu einem drastischen Rückgang von Seidenpflanzen (Asclepias). Und diese stellen die wichtigste Nahrungsquelle von Monarchraupen dar.