Beleid en debat

Ackerbauinsektizid Biscaya® und Insektizid Calypso® für den Obstbau stehen unverändert zur Verfügung

Der Bayer-Wirkstoff Thiacloprid - ebenfalls aus der Gruppe der Neonikotinoide - ist von dem Verbot nicht betroffen. Thiacloprid ist sowohl im Ackerbauinsektizid Biscaya® als auch in dem Insektizid Calypso® für den Obstbau und weitere Sonderkulturen enthalten. Der Einsatz beider Produkte ist sichergestellt. Es gibt keine Veränderungen in der Zulassung gegenüber 2012. Da die Rapsblüte bereits begonnen hat und der Rapsglanzkäfer bekämpft werden sollte, empfielt Bayer CropScience folgenden Tankmix : Propulse® 1 l/ha + Biscaya® 300 ml/ha.

Neonicotinoid pesticides are a huge risk – so ban is welcome, says EEA

The European Commission has decided to ban three neonicotinoid insecticides. These chemicals can harm honeybees, according to a large body of scientific evidence, so the European Environment Agency (EEA) commends the precautionary decision to ban them. The three banned insecticides are clothianidin, imidacloprid and thiametoxam. A recent assessment from the European Food Safety Authority also found that there were “high acute risks” from the three insecticides. In the recent EEA report ‘Late Lessons from Early Warnings, volume II’, published in January this year, the EEA considered the body of evidence surrounding imidacloprid from scientific studies, beekeepers and industry, concluding that the chemical should be withdrawn from the market given the evidence of harm and scale of the risk.

Uit onderzoek van de Universiteit Utrecht blijkt dat er een verband is tussen imidacloprid concentraties en de insectenrijkdom in het oppervlaktewater

Er vliegen de laatste jaren steeds minder insecten rond. Uit onderzoek van de Universiteit Utrecht blijkt dat er een verband is tussen imidacloprid concentraties en de insectenrijkdom in het oppervlaktewater:
http://dx.plos.org/10.1371/journal.pone.0062374. Op bijna de helft van het aantal plekken waar de afgelopen acht jaar in Nederland gemeten is zit er te veel imidacloprid in het water. Sommige metingen gaven zelfs aan dat de concentratie imidacloprid in het oppervlaktewater 25.000 keer de norm overschreed. Op plekken met te hoge imidacloprid concentraties werden gemiddeld drie keer zo weinig ongewervelde dieren gevonden dan in water dat wel aan de norm voldeed. Ook onder die 13 nanogram per liter grens heeft imidacloprid nog steeds een schadelijk effect op de insectenrijkdom in het water, zo vonden de onderzoekers. De resultaten bevestigen de conclusies van het in 2010 verschenen boek van de toxicoloog Henk Tennekes (The Systemic Insecticides: A Disaster in the Making"): chronische blootstelling van geleedpotigen (arthropoden) aan stoffen die onomkeerbare en zich stapelende beschadigingen in het centrale zenuwstel veroorzaken, leiden tot een milieuramp. In een reactie, die op 11 mei 2013 werd gepubliceerd in de NRC, komen de Utrechtse toxicologen Dr. Henk Vijverberg en Prof. Dr. Bas Blaauboer tot de conclusie dat het onderzoek in een aantal opzichten manco's vertoont en geen argument vormt om de milieunorm voor imidacloprid aan te passen. In een weerwoord schrijft de Utrechtse universitaire docent en auteur Jeroen van der Sluijs dat in het onderhavige geval (imidacloprid en sterke afname van rijkdom van ongewervelden in en om het water) alle drie de vereiste bewijzen om van causaliteit te mogen spreken zijn geleverd. Ingrijpen is nu geen kwestie meer van het voorzorgsprincipe maar van het preventie principe (zie UNESCO COMEST rapport The Precautionary Principle voor uitleg van het verschil), aldus Van der Sluijs. De toxicoloog Henk Tennekes onderschrijft deze visie en is ook van mening dat de waarschuwingen over de mogelijke rol van milieuverontreiniging met neonicotinoiden bij de sterk dalende populaties van vogels, kikkers, egels, vleermuizen en andere insectenetende dieren niet ver gezocht zijn en serieus moeten worden genomen. Groteske overschrijdingen van milieunormen zijn ontoelaatbaar, aldus Tennekes.

Utrecht University researchers demonstrate a link between imidacloprid levels and abundance of insects and other invertebrates in surface water

Research by Utrecht University has demonstrated a link between the insecticide imidacloprid and the abundance of insects and other invertebrates in surface-water: http://dx.plos.org/10.1371/journal.pone.0062374. The concentration of imidacloprid in surface water was in excess of the limit in almost half the sites monitored by Water Boards in the Netherlands in the past eight years. In one instance, the imidacloprid concentration in surface water was 25,000 times above the limit. On average they found three times less invertebrates in polluted locations than in water that meets the standard. The scientists found that even below the limit of 13 nanogram per litre, imidacloprid still adversely affected aquatic insect life. The data underpin Henk Tennekes' long-standing thesis that ground and surface water contamination with persistent insecticides that cause irreversible and cumulative damage to aquatic and terrestrial (non-target) insects must lead to an environmental catastrophe, as described in chapter 3 of his book "The Systemic Insecticides: A Disaster in the Making", published in November 2010 (attached).

Gevaarlijke neonicotinoiden mogen nog steeds worden toegepast in de teelt van meer dan vijftig voedingsmiddelen

Nu de Europese Commissie maandag besloot drie landbouwbestrijdingsmiddelen voor twee jaar te verbieden op voor bijen aantrekkelijke gewassen en te onderzoeken wat dat voor gevolgen heeft voor de bijensterfte, moeten voorvechters van de honingbijen niet te vroeg juichen. De drie neonicotinoïden worden weliswaar wereldwijd het meest verhandeld en toegepast, maar andere schadelijke middelen uit dezelfde familie mogen nog gebruikt worden. ,,Dit betekent geen adempauze van twee jaar voor de bijen”, reageerde toxicoloog Henk Tennekes. ,,Boeren zullen nu neonicotinoïden als thiacloprid gaan gebruiken. Alle neonicotinoïden zullen moeten worden verboden, anders zal de bijensterfte doorgaan.” Het College voor toelating gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) verruimde eind vorig jaar het gebruik van het middel Calypso, met als werkzame stof de neonicotinoïde thiacloprid. Dat middel was voorheen alleen toegestaan in de bloemenkweek. Nu is het gebruik toegestaan in de teelt van meer dan vijftig voedingsmiddelen, onder andere veel koolsoorten als bloemkool, broccoli, granen, peulvruchten, vele bessensoorten en wortelen.

Vanaf 1 december 2013 is het gebruik van drie neonicotinoïden op voor bijen aantrekkelijke gewassen verboden

Vanaf 1 december is het gebruik van neonicotinoïden verboden. Maandag nam de Europese Commissie het moratorium aan. Na twee jaar wordt bekeken of de maatregelen effect hadden en of er Europese wetgeving moet komen. Het gaat om de inperking van drie middelen in de neonicotinoidengroep; clothianidine, imidacloprid en thiamethoxam. Niet alle toepassingen worden stopgezet. Het gaat met name om zaadtoepassingen van de insecticiden in door bijen bevlogen gewassen (zie bijgevoegde lijst). Gebruik in de glastuinbouw krijgt waarschijnlijk een uitzondering. Het verbod moet de slinkende bijenpopulatie beschermen.

De aanwezigheid van 6-chloornicotinezuur in de menselijke urine correleerde met symptomen van overstimulatie van nicotinerge acetylcholine receptoren

Neonicotinoide insecticiden werken als nicotinerge acetylcholine receptor agonisten. Chloropyridinyl neonicotinoiden zijn een subgroep van de neonicotinoiden, en zijn in de handel verkrijgbaar als imidacloprid, nitenpyram, acetamiprid, en thiacloprid. De maximaal toelaatbare residu waarden van acetamiprid voor fruit en thee bladeren zijn nogal hoog in Japan, bijvoorbeeld 5 ppm voor druiven en 30 ppm voor theeblaadjes. 6-chloornicotinezuur (6 CNA) is een veel voorkomende metaboliet bij dieren na blootstelling aan chloropyridinyl neonicotinoïden, maar nog nooit in menselijke urine aangetroffen. Urinemonsters van elf patiënten in de leeftijd van 6-52 jaar, die een Japanse kliniek bezochten van augustus tot december 2008 na symptoombegin met onbekende oorsprong werden binnen 24 uur bij het eerste bezoek en daarna verzameld. 6 CNA werd met LC / MS in de urine aangetoond bij zes van de elf patiënten (IC positieve groep) tot waarden van maximaal 84,8 microgram / L. Veel voorkomende symptomen in de IC-positieve groep waren hoofdpijn, algemene vermoeidheid, vinger tremor, verstoring van het korte termijn geheugen, koorts (> 37,0 C), hoesten, hartkloppingen, pijn op de borst, buikpijn, spierpijn / spierspasmen / spierzwakte, hart afwijkingen (sinus tachycardie, sinus bradycardie of intermitterende WPW syndroom), een hoge inname van vruchten (> 500 g / dag), en een hoge theeconsumptie (> 500 ml. / dag). De patiënten herstelden binnen enkele dagen tot twee maanden door ondersteunende therapie en de beperking van fruit en thee consumptie. Concluderend werd aangetoond dat de aanwezigheid van een gemeenschappelijke metaboliet van chloropyridinyl neonicotinoïde insecticiden, 6-chloornicotinezuur, in de urine van zes patiënten correleerde met symptomen van overstimulatie van nicotinerge acetylcholine receptoren.

Detection of chloropyridinyl neonicotinoid insecticide metabolite 6-chloronicotinic acid in the urine: six cases with subacute nicotinic symptoms

Neonicotinoid is a recently developed insecticide with worldwide use that has been increasing. It acts as a nicotinic acetylcholine receptor agonist. Chloropyridinyl neonicotinoid is a subgroup of neonicotinoid, and are commercially available as imidacloprid, nitenpyram, acetamiprid, and thiadoprid. The maximum residue limits of acetamiprid for fruits and tea leaves are high in Japan, e.g. 5 ppm for grapes and 30 ppm for tea leaves. 6-chloronicotinic acid (6 CNA) is a common metabolite in animals after exposure to chloropyridinyl neonicotinoids, but has not yet been detected in human urine. "Spot" urine samples on the first visit and after were collected from eleven patients 6-52 years-old, who visited X-clinic from August to December in 2008, within 24 hours after symptom onset with unknown origin. Urinary 6 CNA was detected in six out of the eleven patients (IC positive group), by ion chromatography and identified in twenty specimens of these six patients by liquid chromatography-mass spectrometry (LC/MS), maximum 84.8 microg/L from the first visit to the 20th visit. The sensitivity of ion chromatography for LC/MS was 45%, and the specificity was 100%. The IC positive group showed headache, general fatigue, finger tremor, and short time memory disturbance in 100%, fever (> 37.0 C), cough, palpitation, chest pain, stomachache, myalgia/muscle spasm/muscle weakness in 83%, heart rate abnormality (sinus tachycardia, sinus bradycardia, or intermittent WPW syndrome) in 83%, high domestic fruits intake > 500 g/day) in 83%, high tea beverage intake (>500 ml./day) in 66%. Five patients who were not among the IC positive group showed<80%, <40%, 60%, 60%, 20%, respectively. The patients gradually recovered through supportive therapy and the restriction of fruits and tea intake within several days to two months. In conclusion, urinary 6-chloronicotinic acid, a common metabolite of chloropyridinyl neonicotinoid insecticide, was detected for the first time, from six patients with subacute nicotinic symptoms.

Kommentar des BUND zum heute in Brüssel beschlossenen vorübergehenden Teilverbot von Neonikotinoiden: „Wichtiger erster Schritt zum besseren Schutz von Bienen – weitere müssen folgen“

Der Bund für Umwelt und Naturschutz Deutschland (BUND) hat die Entscheidung von Vertretern der EU-Mitgliedstaaten für ein vorübergehendes Verbot der drei Pestizide Imidacloprid, Clothianidin und Thiamethoxam begrüßt. Dies sei ein wichtiger erster Schritt zum besseren Schutz von Bienen, dem dringend weitere folgen müssten, sagte der BUND-Vorsitzende Hubert Weiger. „Der Einsatz von Neonikotinoiden ist für das massenhafte Sterben von Bienenvölkern in ganz Europa verantwortlich. Das Verbot war überfällig, reicht aber nicht aus. Die drei Wirkstoffe und alle für Bienen und andere bestäubende Insekten schädliche Pestizide müssen generell vom Markt genommen werden. Außerdem muss die Forschung nach Alternativen zu Neonikotinoiden intensiviert werden. Das Überleben der Bienen ist überlebenswichtig für uns Menschen. Gut, dass Landwirtschaftsministerin Ilse Aigner sich für das Verbot ausgesprochen hat“, sagte Weiger.

A clear majority of EU countries have supported the European Commission proposal to temporarily ban three pesticides that are scientifically shown to be harmful to bees

A clear majority of EU countries have supported the European Commission proposal to temporarily ban three pesticides that are scientifically shown to be harmful to bees: imidacloprid and clothianidin, produced by chemical company Bayer, and thiamethoxam, produced by Syngenta. The following member states voted against the European Commission proposal: CZ, IT, HU, RO, SK, AT, PT, UK. The following member states abstained: IE, EL, LT, FI. The other member states were in favour. Greenpeace EU agriculture policy director Marco Contiero said: “Today’s vote makes it crystal clear that there is overwhelming scientific, political and public support for a ban. Those countries opposing a ban have failed. Now, the Commission must draw the only conclusion possible and immediately halt the use of these pesticides as a first step to protect European food production and ecosystems. Any further delay would mean giving in to the lobbying muscle of Bayer and Syngenta.” The three pesticides are all neonicotinoids, pesticides that are used to coat seeds before germination, added to soil or sprayed on plants. Greenpeace European bees campaign coordinator Matthias Wüthrich said: "Bee decline is one of the most obvious and visible effects of a failed industrial farming model, which contaminates our environment and destroys farmers' smartest natural ally - pollinators. European policymakers should shift funding away from chemical-intensive agriculture and promote ecological farming."