Beleid en debat

De neonicotinoíden en de afbraak van het ecosysteem - moeten we echt wachten tot de voorspelling van Henk Tennekes uitkomt?

Gevallen van massale sterfte, samen met uitbraken van ziekten en andere stressfactoren voor populaties, komen steeds vaker voor. We hebben het niet over een paar dode vissen op het strand. Bij massasterfte gaat het om afzonderlijke gebeurtenissen waarbij meer dan 90 procent van een populatie wordt uitgeroeid. En volgens nieuw onderzoek komt het steeds vaker voor. Het onderzoek, dat deze week verscheen in de Proceedings of the National Academy of Sciences, is de eerste studie waarin wordt gekeken of massasterfte door de tijd heen is toegenomen. De onderzoekers hebben historische verslagen van 727 gevallen van massasterfte tussen 1940 en 2012 bekeken en vastgesteld dat vogels, ongewervelde zeedieren en vissen steeds vaker slachtoffer zijn. Massasterfte kan tot permanente verandering van de voedselketen leiden. Massasterfte kan ook gevaren met zich meebrengen voor menselijke activiteiten zoals de landbouw, bijvoorbeeld wanneer insecten die planten bevruchten (denk aan bijen) het slachtoffer zijn. “Zulke gebeurtenissen kunnen de ecologische en evolutionaire ontwikkeling van het leven op aarde in een andere richting sturen”, schrijven de onderzoekers.

De ramp in de vogelwereld schijnt niemand te deren

Het aantal vogels in Europa is de afgelopen dertig jaar flink afgenomen. Vooral onder alledaagse vogels als mussen, spreeuwen en leeuweriken is de daling groot. Dat schrijven Britse biologen maandag in het tijdschrift Ecology Letters. De onderzoekers baseren zich op waarnemingen uit 25 Europese landen. In vergelijking met dertig jaar geleden zijn er nu maar liefst 421 miljoen vogels minder. Negentig procent van de daling komt op het conto van de 36 meest voorkomende vogels. De achteruitgang baart de biologen zorgen. Niet alleen zijn vogels nuttig, bijvoorbeeld omdat ze schadelijke insecten eten of zaden verspreiden, ze dragen ook bij aan het welbevinden van de bevolking – door het luisteren naar vogelzang of door bij wijze van hobby naar vogels te kijken. Doordat juist de meest algemene soorten achteruitgaan, valt er minder te genieten voor de doorsnee burger.

Pestizide gefährden Gewässer weltweit

Je wärmer, desto mehr Pestizide: Im Süden ist die Gefahr höher, dass Pestizide in die Gewässer geraten als im Norden. Dies erkennt man auf einer erstmals erstellten Weltkarte, die das Risiko von Agrochemikalien für Gewässer abbildet. Höhere Durchschnittstemperaturen führen zu einem höheren Einsatz von Insektiziden. Dies ist aber nur eine Erkenntnis aus der globalen Untersuchung. Die eindrücklichste und gleichzeitig auch bedenklichste ist folgende: Auf rund 40 Prozent der Erdoberfläche geraten Pestizide aus der Landwirtschaft in die Fliessgewässer. Dort können sie das Ökosystem empfindlich stören, indem sie etwa zum Rückgang der Artenvielfalt beitragen. Die grössten Risiken bestehen im Mittelmeerraum, in den USA, in Mittelamerika und Südostasien.

Bee brains and colony health jeopardised by pesticide exposure

Research at the Universities of Dundee and St Andrews has confirmed that levels of neonicotinoid insecticides accepted to exist in agriculture cause both impairment of bumblebees’ brain cells and subsequent poor performance by bee colonies. The contribution of the neonicotinoids to the global decline of insect pollinators is controversial and contested by many in the agriculture industry. However, the new research, published in the Journal of the Federation of American Societies for Experimental Biology, demonstrates for the first time that the low levels found in the nectar and pollen of plants is sufficient to deliver neuroactive levels to their site of action, the bee brain.

Stéphane Le Foll veut réduire les pesticides de 50 % d’ici 2025

Suite au fiasco du plan Ecophyto, Stéphane le Foll, le ministre de l’Agriculture sort un nouveau projet concernant les pesticides. Son objectif est de diminuer les pesticides de 50 % entre 2018 et 2025. C’est un projet assez compliqué. Suite au Grenelle de l’environnement en 2008, le plan Ecophyto a été rejeté malgré son ambition de réduite l’utilisation des pesticides à 50%. En effet, le projet n’a pas réussi à limiter l’utilisation des produits chimiques en agriculture. L’emploi du pesticide a plutôt augmenté de 5 % entre 2009 et 2013.

WWF-Report: Intensiv-Landwirtschaft verschuldet dramatischen Artenschwund in Deutschland / Rebhuhn, Singvögel und Schmetterlinge sind die großen Verlierer

Die Intensivierung der Landwirtschaft in Deutschland und Europa ist eine Hauptursache für den teils dramatischen Verlust von Tier- und Pflanzenarten. Diese Intensivierung beinhaltet unter anderem hohe Stickstofffrachten und Pestizideinsätze, die sich für viele Organismen negativ auswirken. Davor warnt die Naturschutzorganisation WWF anlässlich des Starts der „Internationalen Grünen Woche“ in Berlin auf Basis einer auszugsweisen Vorabveröffentlichung einer Grundlagenstudie für ein Pilotprojekt zu Artenvielfalt und Landwirtschaft. So gelten beispielsweise die Vögel der Agrarlandschaft als überdurchschnittlich stark gefährdet: 45 Prozent befinden sich auf der Roten Liste. Selbst die Populationen vermeintlich häufiger Arten wie Star und Feldsperling sind um rund die Hälfte zurückgegangen. Zusätzlich hat die Universität Göttingen herausgefunden, dass die große Mehrzahl der ehemals für Grün- und Ackerland typischen Pflanzen in den vergangenen Jahrzehnten um bis zu 95 Prozent abgenommen hat.

De bittere keerzijde van de bollenteelt - in Berkheide sterven de insectivore broedvogels uit

Berkheide is een relatief onbekend maar belangrijk natuurgebied, een overwegend open duinlandschap met struweel. Al vanaf 1975 wordt Berkheide jaarlijks geïnventariseerd op broedvogels. In de beginjaren alleen een gedeelte, maar gaandeweg werd dat bijna het hele gebied tussen Katwijk, de Wassenaarse Slag en de N 441. In Berkheide zijn gedurende de onderzoeksperiode 31 soorten vastgesteld die op de Rode Lijst staan. Kuifleeuwerik Galerida cristata, Paapje Saxicola rubetra, Tapuit Oenanthe oenanthe, Boomvalk Falco subbuteo, Patrijs Perdix perdix, Slobeend Anas clypeata, Visdief Sterna hirundo, Wintertaling Anas crecca, Zomertaling Anas querquedula, Zomertortel Streptopelia turtur en Veldleeuwerik Alauda arvensis zijn geen broedvogel meer. Watersnip Gallinago gallinago, Nachtzwaluw Caprimulgus europaeus, Porseleinhoen Porzana porzana, Grutto Limosa Limosa en Tureluur Tringa totanus staan alleen op de lijst door artefacten van de inventarisatiemethode, want broed(d)en hier echt niet. Boerenzwaluw Hirundo rustica, Huiszwaluw Delichon urbicum, Huismus Passer domesticus, Ringmus Passer montanus en Spotvogel Hippolais icterina spelen geen enkele of een toevallige rol in een duingebied als Berkheide. De overschrijdingen van neonicotinen, waaronder imidacloprid, in het oppervlaktewater vinden al plaats sinds 2004. Geleidelijk werden landelijk op honderden controlepunten overschrijdingen aangetroffen, variërend van iets boven de vijf tot honderden en soms duizenden maal het MTR of maximaal toelaatbaar risiconiveau en de Bollenstreek is één van de meest vervuilde gebieden. Door de bollenteelt komen neonicotinen via regenwater in nabijgelegen sloten terecht. Imidacloprid is vooral op lange termijn uitzonderlijk giftig voor insecten waarvan veel vogelsoorten volkomen afhankelijk zijn. De vervuiling van het oppervlaktewater met imidacloprid correleert dan ook met achteruitgang van insectivore vogelsoorten die door de bollenteelt de ondergang tegemoet gaan.

De tapuit wordt het slachtoffer van de bollenteelt in de Kop van Noord-Holland

De tapuit, een karakteristieke zangvogel voor duin en heide, lijkt uit Nederland te verdwijnen. Rond 1960 hebben naar scrhatting 2.500 - 3.000 tapuiten Oenanthe oenanthe in Nederland gebroed. Tot in de '80er jaren was de tapuit nog een wijdverbreide broedvogel in de kustduinen. Vanaf 1990 is er een zeer sterke afname van >5% per jaar van broedende tapuiten en in 1998-2000 was de tapuit verdwenen uit de Zuid- en Midden-Nederlandse heide- en stuifzandgebieden. De belangrijkste resterende bolwerken in 2005 waren Ameland, Texel en Noordduinen/Botgat in de Kop van Noord-Holland. De aantallen broedvogels in de Kop van Noord-Holland zijn dit voorjaar sterk achteruitgegaan. Zo broeden er momenteel nog maar vier paren in het Noord-Hollands Duinreservaat. In 1988 waren dit er nog 165. Tussen Callantsoog en Den Helder zijn de aantallen ten opzichte van voorgaande jaren met bijna een kwart afgenomen en resteren nog vijftig broedparen. Dit blijkt uit onderzoek van Stichting Bargerveen en Sovon. De overschrijdingen van neonicotinen, waaronder imidacloprid, in het oppervlaktewater vinden al plaats sinds 2004. Geleidelijk werden landelijk op honderden controlepunten overschrijdingen aangetroffen, variërend van iets boven de vijf tot honderden en soms duizenden maal het MTR of maximaal toelaatbaar risiconiveau en de kop van Noord-Holland is één van de meest vervuilde gebieden. Door de bollenteelt komen neonicotinen via regenwater in nabijgelegen sloten terecht. Imidacloprid is vooral op lange termijn uitzonderlijk giftig voor insecten waarvan de tapuit volkomen afhankelijk is. De vervuiling van het oppervlaktewater met imidacloprid correleert dan ook met achteruitgang van insectivore vogelsoorten. De tapuit gaat door de bollenteelt zijn ondergang tegemoet.

De Amerikaanse Fish and Wildlife Service gaat onderzoeken of de wereldberoemde monarchvlinder beschermd moet worden

Twintig jaar geleden legden nog meer dan een miljard van de zwart-oranje vlinders de jaarlijkse trektocht vanuit Canada en de VS naar Mexico af. Vorig jaar werd dat cijfer nog op amper 33 miljoen geschat, een historisch dieptepunt. In augustus stuurden milieugroeperingen daarom een brief naar de Amerikaanse Fish and Wildlife Service met de vraag om de vlinder als beschermde diersoort te beschermen. Die dienst heeft nu laten weten dat het de vraag ontvankelijk heeft verklaard. Het agentschap start een consultatieperiode van twee maanden waarin het informatie verzamelt van onder meer wetenschappers. Over ongeveer een jaar moet een beslissing klaar zijn.

Nederlandse banken weigeren de verkoop van kleding gemaakt van biologisch katoen te faciliteren

Infact verkoopt kleding gemaakt van biologisch katoen. Deze zomer kreeg het bedrijf een lening van een Duitse bank. Sindsdien groeit het als kool. Toen hij zijn businessplan verzegeld en wel kreeg teruggestuurd door Trio­dosbank, ‘deed dat wel een beetje pijn’. Roland Wiechert (31) produceert met zijn bedrijf Infact kleding van louter biologische katoen, betaalt zijn personeel in India meer dan het minimumloon en is van plan om daar een school op te zetten. Hoe duurzaam kun je zijn? Maar de afwijzing sloot naadloos aan bij de queeste van Wiechert naar financiering, die bijna stukliep op de banken. ‘Ik had anderhalve ton nodig om de groei van mijn bedrijf te financieren. Voor een bank is dat peanuts. Ik heb alle Nederlandse banken gehad. Driekwart jaar ben ik ermee bezig geweest. Door ABN werd ik niet teruggebeld, Rabobank vond het bedrag te laag. De ene bank zei dat ik het bedrijf onmogelijk in mijn eentje kon runnen, de andere bank wilde niet investeren in personeel. Zo was er elke keer wel iets.'