Beleid en debat

Het boek "Disaster in the Making" van Henk Tennekes van 2010 wordt ondersteund door een recent rapport van EASAC

Politici en wetenschappers staren zich in het debat over de zogenoemde 'neonicotinoïden' - een veel gebruikte groep gifstoffen voor de landbouw - te veel blind op het wel en wee van de honingbij. Er is groeiend bewijs dat juist andere onschuldige insecten en zelfs vogels ernstige schade van deze gifstoffen ondervinden. Dat schrijft het hoogste onafhankelijke wetenschapsorgaan van Europa, de koepel van wetenschapsacademies van 29 landen EASAC, in een advies aan de Europese Commissie. Die had de EASAC gevraagd om de kennis over de insectendodende neonicotinoïden nog eens goed en eerlijk op een rij te zetten. De uitkomst liegt er niet om: op basis van ruim honderd recente studies stelt het orgaan dat er 'duidelijk wetenschappelijk bewijs is' dat ook zeer lage doses neonicotinoïden schadelijk zijn voor soorten waartegen ze helemaal niet zijn bedoeld. Bovendien is er steeds meer bewijs dat de gifstoffen 'ernstige negatieve effecten' hebben op soorten als kevers, vliegen en hommels.

Pesticides Linked to Honeybee Deaths Pose More Risks, European Group Says

An influential European scientific body said on Wednesday that a group of pesticides believed to contribute to mass deaths of honeybees is probably more damaging to ecosystems than previously thought and questioned whether the substances had a place in sustainable agriculture. The finding could have repercussions on both sides of the Atlantic for the companies that produce the chemicals, which are known as neonicotinoids because of their chemical similarity to nicotine. Global sales of the chemicals reach into the billions of dollars. Research has been directed largely at the effects of neonicotinoids on honeybees, but that focus “has distorted the debate,” according to the report released on Wednesday by the European Academies Science Advisory Council. The council is an independent body composed of representatives from the national science academies of European Union member states. The European ban is up for review this year, and the council’s report, based on the examination of more than 100 peer-reviewed papers that were published since the food safety agency’s finding, was prepared to provide officials with recommendations on how to proceed.

Tasmanian Swift Parrot is on Brink of Extinction, Finds Study

The critically endangered swift parrot (Lathamus discolor) could become extinct within less than two decades, says a new study published online in the journal Biological Conservation. The bird breeds only in Tasmania, and migrates to mainland Australia in autumn, undertaking the longest migration of any parrot species in the world. The breeding range is always within eight km of the coast, largely restricted to an area of less than 500 sq. km. During the breeding season, nectar from the flowers of Tasmanian blue gum is the principal food source. During the non-breeding period, swift parrots feed extensively on nectar and lerp and other items from eucalypt foliage. The bird also eats psyllid insects and lerps, seeds and fruit. The new five-year study discovered that swift parrots move between different areas of Tasmania each year to breed, depending on where food is available. “Swift parrots are in far worse trouble than anybody previously thought. Everyone, including foresters, environmentalists and members of the public will be severely affected if they go extinct,” said Prof Robert Heinsohn of the Australian National University, who is the lead author on the study. Prof Heinsohn and co-authors predicted that the population of the swift parrots will halve every four years, with a possible decline of 94.7 per cent over 16 years.

Oppervlaktewaterverontreiniging met neonicotinoiden bedreigt de vlokreeft, een belangrijk voedselorganisme voor bijna alle vissoorten

Het Tjeukemeer is een van de grootste meren in Friesland. Het water staat via spuisluizen in indirecte verbinding met het IJsselmeer, zodat gedurende het late voorjaar en in de zomer IJsselmeerwater kan worden ingelaten. In de winter fungeert het meer als afwateringsgebied voor een groot gedeelte van Zuid-Oost Friesland. Dankzij de regelmatig uitgevoerde sleepnetbemonsteringen is er een redelijk goed beeld verkregen van de relatieve aantallen van 8 algemene vissoorten namelijk: Paling (Anguilla anguilla). Brasem (Abramis brama), Kolblei (Blicca bfoerkna). Blankvoorn Rutilus rutilus). Spiering (Osmerus eperlanus). Snoekbaars (Stizostedion lucioperca). Baars (Perca fluviatilis) en Pos (Gymnocephalus cernua). Hiervan is Brasem verreweg de meest voorkomende vis. De Paling neemt na 1983 sterk af. Tussen 1973 en 1980 nemen vooral Baars en Pos sterk in aantal af. De vlokreeft (Gammarus tigrinus) is een belangrijk voedselorganisme voor bijna alle vissoorten in het meer. Deze vlokreeftensoort is na 1979 enorm in aantal gedaald. Deze achteruitgang is ongetwijfeld van invloed geweest op de visfauna.

Sharon Dijksma voert aangenomen Kamermoties voor verboden op neonics, glyfosaat, fungiciden en metam-natrium niet uit

In de afgelopen 2 jaar kreeg de Partij voor de Dieren een meerderheid van de Kamer aan haar kant, om de gevaarlijkste gifstoffen van de Nederlandse akkers en winkelschappen te weren.
• De neonicotinoïden, die een belangrijke bijdrage leveren aan de zorgwekkende bijensterfte, wil dit parlement in Europees verband aanpakken, maar omdat dat niet gaat gebeuren in de nabije toekomst, wil zij ook een volledig nationaal moratorium op dit gif.
• Het parlement wil dat glyfosaat niet alleen niet meer gebruikt mag worden door gemeenten, maar ook niet door particulieren.
• Een meerderheid van de Kamer wil dat 5 schimmelbestrijdingsmiddelen die verantwoordelijk zijn voor het ontstaan van resistente schimmelziektes bij mensen, niet meer gebruikt mogen worden.
• Metam-natrium, een grondontsmettingsmiddel dat een giftig gas vormt en waar verschillende
gevaarlijke incidenten mee zijn gebeurt de afgelopen jaren, moet volgens een meerderheid
van de Kamer uitgebannen worden.
Deze aangenomen moties om de mens, milieu en de biodiversiteit te beschermen tegen gevaarlijke gifstoffen, worden echter niet uitgevoerd door de regering. Het kabinet zegt dat uitvoering juridisch onmogelijk zou zijn, omdat er volgens haar in geen van de gevallen genoeg wetenschappelijk bewijs is dat de middelen zo schadelijk zijn, dat ze niet gebruikt mogen worden. In een Kamerbrief van 30 maart 2015 bevestigt staatssecretaris Sharon Dijksma geen aanleiding te zien om de kabinetsreactie dat de moties niet uitvoerbaar zijn te herzien.

Songbirds in decline across Canada

It’s a sure sign of spring when the chorus of songbirds once again returns to our region. Recent mornings, I’ve awoken to the sounds of robins chirping, the tune of a white-throated sparrow and the gentle cooing of morning doves. The silence of the winter has broken. Imagine for moment if that winter silence continued into spring and summer. Unfortunately, it’s a scenario that could very well unfold as we’ve seen sharp declines in the number of songbirds over the past few decades. Birdsong that has graced the Earth for millions of years, and for all of human history, could soon be stilled in a human-made perfect-storm of negligence and unintended consequences. A film that was shown on CBC-TV last week, Song Bird SOS, shines light on the ever-growing decline of songbirds, and outlines some of the potential causes. You can view the documentary at cbc.ca.

RSPB’s Big Garden Bird Watch confirms many species still declining

More than 585,000 people took part in the RSPB’s Big Garden Bird Watch. The survey took place over a January weekend, as it has for the past 36 years. The number of amateur scientists was almost 100,000 more than last year, falling just short of the record participation in 2011. Citizen science allows scientists to tap the vast resources of an interested and passionate public by asking them to act as observers of nature. Dr Daniel Hayhow, a scientist at the RSPB Centre for Conservation Science, said the numbers of people taking the time to join the bird watch was “really exciting and the dataset that we have is a real goldmine”. Nature commentator and former RSPB conservation director Mark Avery said the turn out for birds showed how passionate the British public are about their feathered fauna. “More people counted birds in their gardens than are members of all the political parties altogether. That ought to be a lesson to them coming up to the general election,” he said. Unfortunately, the results of the bird watch struck a less positive note. Some of Britain’s most taken-for-granted birds are on a precipitous decline. House sparrows, which have declined 58% since the survey began in 1979, and starlings (down 80%) continue to worry scientists.

Auswirkungen der Intensiv-Landwirtschaft in Deutschland und Europa

In Deutschland werden über 50 Prozent der Fläche durch die Agrarwirtschaft genutzt. Viele Tiere und Pflanzen sind auf diese Flächen als Lebensraum angewiesen. Aufgrund der Intensivierung der Agrarnutzung gilt eine Vielzahl von ihnen mittlerweile als gefährdet, darunter ehemals verbreitete Arten wie Feldhase, Kiebitz oder Acker-Rittersporn. Derzeit befinden sich 45 Prozent der Agrarvogelarten auf der Roten Liste und über 30 Prozent auf der Vorwarnliste. Besonders dramatisch ist der Einbruch beim Bestand der Rebhühner. Laut Daten des European Bird Census Council ist deren Vorkommen in Europa zwischen 1980 und 2010 von 13,4 Millionen auf nur noch 800.000 Exemplare zurückgegangen (minus 90 Prozent). Ähnlich dramatische Einbußen verzeichnen demnach unter anderem die Populationen von Ortolan (minus 87 Prozent) und Braunkehlchen (minus 71 Prozent). Eine weitere Artengruppe, die europaweit stark negative Trends aufweist, sind Tagfalter, die in Grünlandlebensräumen vorkommen. Dazu zählen Arten wie der Hauhechelbläuling oder das Große Ochsenauge. Der europäische Trendindikator für 17 ausgewählte Arten zeigt gegenüber dem Referenzwert von 1990 einen Rückgang um fast 50 Prozent. Zu den typischen Arten in Agrarlandschaften zählt die Rotbauchunke, die innerhalb Deutschlands einen Verbreitungsschwerpunkt in Mecklenburg-Vorpommern hat. Laut der Roten Liste Deutschland wird die Rotbauchunke als "stark gefährdet" eingestuft.

Gemanipuleerde studie van de Britse overheid toont aan dat neonicotinoïden in veldconcentraties schadelijk zijn voor bijen en hommels

Afgelopen week werd een schandaal over de neonicotinoïden beschreven in de Britse media, onder andere in de Guardian en Nature. Het verhaal gaat dat het milieu ministerie van de Britse regering, Defra, wist dat er correlaties waren tussen neonicotinoïden en de gezondheid van hommels in de gegevens van een belangrijke studie die zij in opdracht hadden gegeven bij de Food and Environment Research Agency (Fera), maar toeliet dat Fera de gegevens manipuleerde om de correlaties te verwijderen, en vervolgens een Defra beleidsdocument bekend maakte dat een eerder uitgesproken positie voor het behoud van deze pesticiden van minister Owen Paterson ondersteunde. Een heranalyse van de Fera gegevens door Prof Dave Goulson van de universiteit Sussex laat zien dat de gegevens niet alleen verkeerd werden geïnterpreteerd, maar dat de conclusie van het Fera onderzoek had moeten zijn dat de studie in feite sterke aanwijzingen leverde voor een groot aantal schadelijke effecten van neonicotinoïden op de gezondheid van bijenvolken, en met name dat een besmetting van voedselbronnen met het neonicotinoide insecticide clothianidin in concentraties lager dan 0,3 ppb (microgram per kilogram) grote schade kan toebrengen aan hommels (minder groei en koninginnen). Goulson's analyse wordt ondersteund door een recente in Nature gepubliceerde risico analyse die aangeeft dat 0,25 ppb imidacloprid binnen de levensverwachting van bijen een dodelijke werking heeft. Dergelijke concentraties zijn een grootte orde lager dan de concentraties die in het veld werden gemeten.

A reappraisal of a Government scientific study has raised serious concerns about the scientific integrity of the pro-neonicotinoid UK Government

Earlier last week a neonicotinoid scandal broke in the media. Here are two examples of the coverage this scandal received, from the Guardian and Nature. The story is that Government’s environment department, Defra, knew that there were correlations between neonicotinoids and bumblebee health in the data from a key study that they had commissioned from the Food and Environment Research Agency (Fera), but despite this they allowed Fera to ignore and massage the data to remove the correlations, then produced a Defra policy paper that supported the previously expressed position of the Owen Paterson’s department.