Beleid en debat

Greenfinches, which have been hard hit by the disease trichomonosis, continue to decline

Kate Risely, Breeding Bird Survey (BBS) organiser at the British Trust for Ornithology, said "While many people are seeing Siskins and Lesser Redpolls in their gardens for the first time, others are noticing the decline in Greenfinches. Numbers of this common garden bird have been badly affected by the disease trichomonosis, particularly in London, the south-east and the south-west, where numbers have declined by 58%, 30% and 30% respectively since the start of the survey in 1994. These figures tell us exactly what is happening to the populations over one hundred of our bird species, and put into a national context the changes that people are seeing played out in their back gardens and on their bird feeders. We owe this information to dedicated volunteer birdwatchers across the country."

Experten vermuten, dass eine Vergiftung mit Glyphosat gefährlichen Botulismuserregern den Weg ebnet

Leipziger Wissenschaftler haben die extreme Belastung eines sächsischen Landwirts mit dem Pflanzengift Glyphosat festgestellt. Sie liegt um ein Tausendfaches höher als in durchschnittlichen Vergleichsproben, so die Veterinärin und Mikrobiologin Prof. Monika Krüger von der Universität Leipzig gegenüber dem MDR-Nachrichtenmagazin "exakt". Prof. Monika Krüger bezeichnet die ermittelten Werte im Urin des Landwirts als besorgniserregend. Glyphosat ist der weltweit am häufigsten eingesetzte Unkrautvernichter. Tausende Tonnen davon werden allein auf Feldern in Deutschland versprüht. Umweltverbände warnen seit Jahren vor möglichen gesundheitlichen Schäden durch Glyphosat und seine Zusatzstoffe. Gegenüber "exakt" bewertete die Referentin für Gentechnik und Naturschutz beim NABU, Steffi Ober, den Einsatz von glyphosathaltigen Mitteln als einen "Blindversuch an der gesamten Bevölkerung". Experten vermuten, dass die Vergiftung mit Glyphosat gefährlichen Botulismuserregern den Weg ebnet; Bakterien, die normalerweise gesunden Menschen nichts anhaben können. Der Landwirt in dem aktuellen Fall leidet seit längerer Zeit an massiven Nervenstörungen. Möglich erscheint nun, dass die Krankheitssymptome des Landwirts aus einer gleichzeitigen Vergiftung durch Glyphosat und Botulinumtoxin zu erklären sind. Prof. Monika Krüger: "Das ist unsere erste Vermutung, dass hier eine solche Wegbereitung durch das Glyphosat eintreten kann."

Staat de uitbraak van botulisme bij watervogels in verband met oppervlaktewaterverontreiniging met glyfosaat?

De meldingen over botulisme bij watervogels stapelen zich. Het water van de Jan Gijzenvaart in Haarlem Noord is waarschijnlijk vergiftigd met botulisme. Spaarnelanden heeft al diverse dode watervogels moeten verwijderen uit de vaart. Bij Het Haf in Kattenbroek (bij Amersfoort), in het water dat vanaf de fietsbrug parallel loopt aan de Rondweg Oost, zijn drie dode eenden aangetroffen. Deze eenden zijn door botulisme omgekomen. In Oosterhout is in de sloot tussen de Keizersdam en de Heemraadsdam botulisme geconstateerd. Ook bij de Plas Prinsenbos in Naaldwijk, in het water van het Gelderse Diep in Lelystad, in het water rondom het Beatrixpark in Almere en in de sloot tussen de Gemini en de Bosruiter in Lemmer noord is botulisme aangetroffen. Bezoekers van het Beatrixpark in Almere zijn teleurgesteld dat er niet meer gezwommen mag worden. Botulisme kan ontstaan bij warm weer, wanneer het water gedurende lange tijd een temperatuur van 20 graden Celsius heeft. Zeker in ondiep water met weinig waterplanten kan de botulismebacterie zich dan goed ontwikkelen. Die bacterie veroorzaakt bij waterdieren een dodelijke spierverlamming. De kadavers zijn een bron van besmetting. Wetenschappers van de universiteit Leipzig vermoeden dat het werkzame bestanddeel van het herbicide Roundup, glyfosaat, iets te maken zou kunnen hebben met botulisme vergiftiging. Glyfosaat blokkeert bij planten de aanmaak van bepaalde aminozuren, de bouwstenen van eiwitten. Pathogene bacteriën als salmonella entritidis, salmonella gallinarum, salmonella typhimurium, clostridium perfringens en clostridium botulinum zijn volgens de onderzoekers resistent tegen glyfosaat. Gunstige bacteriën als enterococcus faecalis, enterococcus faecium, bacillus badius, bifidobacterium adolescentis og lactobacillus zijn daarentegen matig tot zeer gevoelig voor het veel gebruikte onkruidbestrijdingsmiddel. De wetenschappers wijzen er op dat glyfosaat de weg kan vrijmaken voor ziektekiemen zoals de gevaarlijke botulismebacteriën, die in een gezonde gastro-intestinale flora geen schade kunnen aanrichten. Resten van glyfosaat zijn de afgelopen jaren in hoge concentraties in het oppervlaktewater aangetroffen en vaak afkomstig van onkruidbestrijding op verhardingen.

OVG Lüneburg: Pflanzenschutzmittel dürfen Nahrungsquellen von Bienen nicht vergiften

Pflanzenschutzmittel dürfen Nahrungsquellen von Bienen nicht vergiften. Das ergibt sich aus zwei Urteilen des niedersächsischen Oberverwaltungsgerichts in Lüneburg vom 20.08.2013. Das Gericht hat entschieden, dass bienengefährliche Pflanzenschutzmittel unter anderem auf Kartoffeln bereits dann nicht mehr angewandt werden dürfen, wenn damit zu rechnen ist, dass Bienen innerhalb des Wirkungszeitraums des Mittels die behandelten Pflanzen zwecks Nahrungssuche anfliegen. Die Revision wurde nicht zugelassen (Az.: 10 LC 113/11 und 10 LC 131/11).

An open letter from OBA president Dan Davidson to fellow farmers in Ontario

The Ontario Beekeepers Association (OBA) is requesting support to ban neonicotinoid pesticides. Neonicotonoids have been implicated in widespread bee deaths across the province and over 150 peer reviewed papers have been published supporting this evidence. Meanwhile OMAF stats show less than 4% yield improvements from using seeds treated with neonics. As part of the OBA’s commitment to work with their agricultural partners as they advocate for the suspension of neonicotinoid pesticides, they have circulated an open letter from OBA president Dan Davidson to fellow farmers in Ontario (attached).

Boswachter André Donker van Natuurmonumenten neemt ferm stelling tegen de teelt van lelies in nationaal park Het Drents-Friese Wold.

Donker spreekt van 'kwalijke gewassen' die volgens hem schade aanrichten aan het milieu. Dit omdat voor de teelt veel bestrijdingsmiddelen worden gebruikt. De boswachter maakt zich vooral zorgen over de uitspoeling van de omstreden stoffen in grond- en oppervlaktewater van het park. Donker kaartte de kwestie gisteren aan bij Kamerlid Esther Ouwehand (Partij voor de Dieren). Zij bezocht bewoners van Westerveld die overlast ervaren van de gebruikte bestrijdingsmiddelen. Hart van Nederland maakte een reportage over de bestrijdingsmiddelen in de lelieteelt: http://www.hartvannederland.nl/nederland/drenthe/2013/elke-week-gifbest…. Het Drents-Friese Wold is na de Veluwe het grootste aaneengesloten bosgebied van Nederland. In het Drents-Friese Wold is ruim 130 kilometer wandelpad beschikbaar, verdeeld over meer dan 30 gemarkeerde rondwandelingen.

Normoverschrijdingen van glyfosaat en AMPA in het Rijnstroomgebied in 2012

De RIWA - Vereniging van Rivierwaterbedrijven - is 60 jaar geleden opgericht als samenwerkingsverband van Nederlandse waterleidingbedrijven, die oppervlaktewater gebruiken voor de bereiding van drinkwater. Het RIWA-waterkwaliteitsmeetnet in het Rijnstroomgebied omvat in 2012 een viertal meetlocaties, te weten: Lobith, Nieuwegein (of Hagestein voor de afvoer), Andijk en Nieuwersluis. De metingen worden getoetst met streefwaarden uit het Donau-, Maas- en Rijnmemorandum (DMR). Bij de meetlocaties Lobith en Nieuwersluis kwamen de hoogste waarnemingen voor glyfosaat voor (respectievelijk 0.11 en 0.12 μg/l), beide boven de DMR-streefwaarde. Ook de verbinding aminomethylfosfonzuur, beter bekend als AMPA (een afbraakproduct van glyfosaat) overschrijdt nog steeds fors de DMR-streefwaarde, in Andijk een maximum gehalte van 0.30 μg/l, maar bij de andere drie monsternamepunten met meer dan 5 maal de streefwaarde: Lobith 0.54 μg/l, Nieuwegein en Nieuwersluis beide 0.70 μg/l.

EPA Faces Calls For Neonicotinoids Risk Review In House GOP's FY14 Bill

House Republicans appear poised to direct EPA to better assess the risks a controversial form of pesticide may pose to pollinators and possibly encourage the agency to take regulatory action, calls that may strengthen a push from Democrats and environmentalists for EPA to suspend some neonicotinoids until their risks to pollinators are known. In a draft report on a proposed fiscal year 2014 spending bill, House appropriators say new research suggests neonicotinoids increase bees' susceptibility to parasites and pathogens. The draft report also tasks EPA with adopting a comprehensive assessment of neonicotinoids' risks to pollinators and with taking "appropriate regulatory action to protect bees from pesticides" if necessary. The language in the House appropriations committee's draft report could open a new front in the broad push for EPA to move more quickly to address the controversial pesticides' risks to bees. The effort includes environmentalists' and food safety groups' federal lawsuit seeking bans on two neonicotinoids, as well as a House bill that Democrats introduced last month that would require the agency to suspend within six months the "most bee-toxic neonicotinoids for use in seed treatment, soil application, or foliar treatment on bee attractive plants" until further study is complete.

De technieken voor cis-genese (het inbrengen van DNA uit verwante soorten) en trans-genese (het inbrengen van DNA uit andere soorten) zijn precies hetzelfde

Het opmerkelijke van gentechnologen in dienst van de grote zaad-manipulerende bedrijven is, dat zij hun ingrepen altijd bagatelliseren en zeggen dat er ‘slechts 1 of 2 onschuldige eigenschappen worden toegevoegd’ (of weggelaten) aan/uit het ontvangende gewas. Hetgeen de multinationals overigens niet belet om niet alleen de techniek, maar direct de hele plant maar te patenteren. De problemen beginnen in de genetische modificatie echter niet met het inbrengen van een nieuw stukje DNA, maar met het openknippen van de oorspronkelijke DNA-streng. Dat laatste is een onbestuurbaar proces, waarbij het DNA wordt opengeknipt op alle plaatsen waar een bepaalde volgorde van aminozuren voorkomt. Die volgorde hangt af van de programmering van het enzym dat voor het openknippen wordt gebruikt. Er kunnen dus meerdere open plaatsen ontstaan waar het nieuwe DNA kan ‘landen’. Daarnaast is het vaststellen of het ‘gewenste’ stukje DNA wel is meegekomen, een zeer belangrijk onderdeel van het proces. In dit stadium vallen heel veel gemanipuleerde cellen al af, wanneer blijkt dat de nieuwe eigenschap niet ‘werkt’. Dat kan komen omdat het juiste DNA gewoon niet is meegekomen, maar het kan ook veroorzaakt worden doordat een ander gen, het promotor gen, het nieuwe gen niet heeft ingeschakeld. De beschreven processen zijn voor cis-genese (het inbrengen van DNA uit verwante soorten) en trans-genese (het inbrengen van DNA uit andere soorten) precies hetzelfde. Het is dus niet zo dat cis-genese de integriteit van de cel minder zou aantasten dan transgenese, want de techniek van de manipulatie is in beide gevallen precies gelijk. Er is dus ook geen grond voor de stelling dat cisgenese in dat opzicht acceptabeler zou zijn dan transgenese.

Agricultural pesticide use has contributed significantly to the decline of imperiled species in Canada

Humans are modifying the global landscape at an unprecedented scale and pace. As a result, species are declining and going extinct at an alarming rate. I examined patterns of species’ declines in three different groups in relation to a number of anthropogenic variables. I found high losses of Canadian imperiled bird, mammal, amphibian and reptile species in regions with high proportions of agricultural land cover. However, losses of imperiled species are significantly more strongly related to the proportion of the region treated with agricultural pesticides. This is consistent with the hypothesis that agricultural pesticide use, or something strongly collinear with it (perhaps intensive agriculture more generally), has contributed significantly to the decline of imperiled species.