Syngenta en Bayer stappen naar de rechter

Bayer CropScience zal een klacht indienen bij het Hof van Justitie van de Europese Unie om het moratorium op de toelating van een drietal neonicotinoïden aan te vechten. Ook het Zwitserse agrochemiebedrijf Syngenta vecht voor de rechtbank het verbod aan dat de Europese Commissie instelde op het gebruik van de insecticide thiamethoxam op gewassen die bijen aantrekken. Die beslissing werd genomen 'op basis van een gebrekkige procedure, en een ontoereikende en onvolledige evaluatie van het Europese agentschap voor de voedselveiligheid', luidt het in interview met Vilt.be. 'We waren liever niet naar de rechtbank gestapt, maar hebben geen keuze omdat we ervan overtuigd zijn dat de Commissie ten onrechte een link heeft gelegd tussen thiamethoxam en de achteruitgang van de gezondheid van de bijen', zegt John Atkin, de operationeel directeur van Syngenta. 'Door het product op te schorten, heeft de Commissie gezondigd tegen de Europese pesticidewetgeving en het voorzorgsprincipe foutief toegepast.' De Europese Commissie bevestigde in mei de beslissing om het gebruik van drie pesticiden uit de familie van de neonicotinoïden (clothianidine, thiamethoxam en imidaclopride) gedurende twee jaar te verbieden, omdat die gevaarlijk zijn voor bijen. De beperkingen treden op 1 december in werking. In een reactie schrijft de toxicoloog Henk Tennekes dat Bayer en Syngenta het feit negeren dat de traditionele risicoanalyse bij de neonicotinoiden volledig heeft gefaald en de risico's voor honingbijen schromelijk zijn onderschat. Sporen van thiamethoxam of imidacloprid in stuifmeel/nectar hebben ruimschoots binnen de gemiddelde levensverwachting een dodelijke werking op honingbijen, aldus Tennekes.

'Sinds de beslissing hebben verschillende landbouwers en landbouworganisaties wereldwijd hun bezorgdheid uitgedrukt over het verlies van dit zeer effectieve, lage dosis-product. Ze zullen het moeten vervangen door minder duurzame alternatieven', voegt Atkin toe.

Syngenta roept alle betrokkenen op om zich te concentreren op praktische oplossingen voor de gezondheid van de bijen. 'De meeste experts zijn het erover eens dat die aangetast is door ziektes, virussen en het verdwijnen van hun habitat en hun voedsel', klinkt het.

Eerder deze maand ondernam ook de Duitse groep Bayer al gerechtelijke stappen tegen het verbod.

Bronnen: Boerenbusiness, 27-8-2013
http://www.boerenbusiness.nl/granenmarkt/artikel/item/10833057/Syngenta…
Landbouwleven & Groene Ruimte, 28-8-2013
http://www.groeneruimte.nl/nieuws/artikel.html?id=151505

Henk Tennekes

Tue, 27/08/2013 - 16:46

De dodelijke werking van imidacloprid en thiamethoxam op honingbijen wordt beschreven door de Druckrey-Küpfmüller vergelijking c x t˄n = constant, waarbij c = blootstellingsconcentratie , t = mediane tijd tot dodelijk effect, en n = exponent, die groter is dan 1, waarmee de versterkende werking van de tijd tot uitdrukking wordt gebracht (zie bijlage). De waarde van n voor de dodelijke werking van thiamethoxam op honingbijen = 2,21. Voor imidacloprid is de waarde van n = 5,83. Dat betekent dat uiterst geringe sporen van deze stoffen in stuifmeel en nectar ruimschoots binnen de levensverwachting een dodelijke werking op honingbijen zullen hebben. Dit overtuigende bewijs van het onaanvaardbare risico van neonicotinoiden voor honingbijen wordt door Bayer CropScience en Syngenta glashard genegeerd.
Volgens Druckrey en Küpfmüller wordt het karakter van een gif hoofdzakelijk bepaald door de omkeerbaarheid van kritische receptorbinding. Stoffen met onomkeerbare of langzaam reversibele binding aan specifieke receptoren zullen een cumulatieve werking hebben en de toxiciteit wordt dan tijdsafhankelijk. Wanneer de effecten die door de receptorbinding worden veroorzaakt eveneens onomkeerbaar zijn kan de werking zelfs door de tijd worden versterkt. Dat is de theoretische verklaring van de Druckrey-Küpfmüller vergelijking c x t˄n = constant, die voor het eerst door Druckrey en medewerkers werd aangetoond met genotoxische carcinogenen. De Nederlandse toxicoloog Henk Tennekes ontdekte enkele jaren geleden met gegevens van Francisco Sánchez-Bayo dat de Druckrey-Küpfmüller vergelijking ook de toxiciteit van de niet-genotoxische neonicotinoiden voor geleedpotigen beschrijft. Daarmee werd aangetoond dat de theorieën van Druckrey en Küpfmüller algemeen toepasbaar zijn in de toxicologie en dat een ingrijpende herziening van de risicobeoordeling dringend noodzakelijk is.

Henk Tennekes

Wed, 28/08/2013 - 13:00

De traditionele risicobeoordeling van chemische stoffen slaagt er niet in om het milieu te beschermen. Regelgevende beslissingen die gebaseerd zijn op de huidige risico benaderingen zijn gebrekkig omdat een wetenschappelijke onderbouwing van het risico vrijwel altijd ontbreekt. Een fundamenteel probleem is dat één methode wordt gebruikt voor alle verbindingen, ongeacht hun toxische werkingsmechanisme in organismen. Een nieuwe aanpak is nodig die rekening houdt met de verschillende werkingsmechanismen van toxische verbindingen. Hieronder wordt aangetoond dat voorspellingen die werden verkregen met een nieuwe benadering veel realistischer zijn dan die van gangbare technieken.