Het Ctgb in Wageningen plaatst zich boven onze volksvertegenwoordiging

Na een publicatie in Nature in juli 2014 heeft staatssecretaris Dijksma van Economische Zaken direct aan het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) gevraagd om te reageren op het onderzoek en te bezien of er consequenties zijn voor de toelating van imidacloprid. Een dergelijk verzoek aan het Ctgb is te beschouwen als de eerste stap in een 'regulier traject' voor nationaal ingrijpen in de toelating van een gewasbeschermingsmiddel. Wanneer zich in de toekomst een vergelijkbaar geval voordoet, zal Dijksma het Ctgb zal opnieuw vragen te beoordelen of ingrijpen in de toelating tot de mogelijkheden behoort. Dat schrijft de staatssecretaris aan de Tweede Kamer.

Het Ctgb heeft het wetenschappelijke artikel bestudeerd en bezien of er op basis daarvan ingegrepen moest worden in de toelating. Het Ctgb bevestigt dat de Nature-publicatie inderdaad een correlatie aantoont tussen imidacloprid in oppervlaktewater en de afname vogelpopulaties, maar constateert dat de gepresenteerde gegevens geen causaal verband aantonen. Tevens geeft het Ctgb aan dat het onderzoek is gebaseerd op gegevens van voor 2010 en dat sindsdien de regelgeving meermaals is aangescherpt, onder meer door de toelaatbare norm substantieel te verlagen en daarmee samenhangend door het voorschrijven en verplicht stellen van vergaande zuiveringstechnieken van water uit kassen.

Het Ctgb stelt ook dat in de afgelopen jaren maatregelen zijn genomen om de effecten van imidacloprid op de bijenstand en op het waterleven binnen aanvaardbare normen te houden. Het effect van deze maatregelen zal de komende tijd zichtbaar moeten worden in een verdere voortzetting van de ingezette verlaging van de concentraties imidacloprid in oppervlaktewater. Het Ctgb is juridisch gehouden om de uitwerking van deze maatregelen af te wachten alvorens eventuele nieuwe maatregelen aan de orde zijn.

Er moet snel meer duidelijkheid worden verkregen over de effectiviteit van de al eerder genomen maatregelen om normoverschrijdingen van imidacloprid in oppervlaktewater terug te dringen, wil een verbod kans van slagen maken, aldus Dijksma. Zij heeft daarom ingezet op het versneld beschikbaar komen van recente meetgegevens die alsnog aanleiding kunnen geven tot ingrijpen, zowel op nationaal als Europees niveau.

Bron: Ministerie van Economische Zaken, 26/11/14 en AgriHolland Nieuws, 27/11/14
http://www.agriholland.nl/nieuws/artikel.html?id=164950

Henk Tennekes

Fri, 28/11/2014 - 10:03

We zijn de afgelopen 30 jaar tenminste 400 miljoen vogels in Europa kwijtgeraakt. Het Europese cultuurlandschap is sinds jaar en dag sterk verontreinigd met imidacloprid, een insecticide dat in bijna niet meer meetbare concentraties sterfte van insecten veroorzaakt. De insectenstand is de laatste 35 jaar bijna gehalveerd. Insecten zijn een onmisbare eiwitbron bij de voortplanting van de meeste vogels. Als je die feiten naast elkaar legt, ontkom je niet aan de conclusie dat de correlatie tussen de milieuverontreiniging met imidacloprid en de achteruitgang van vogels, zoals voor het eerst beschreven in mijn boek "The Systemic Insecticides: A Disaster in the Making" (2010) en nu bevestigd door Nijmeegse ecologen, absoluut plausibel is en meer dan voldoende reden zou moeten zijn de toelating van imidacloprid in te trekken. Maar het Ctgb dat sinds 2003 compleet heeft gefaald bij de bestrijding van oppervlaktewater verontreiniging met imidacloprid weet het weer eens beter en acht causaliteit niet bewezen. Deze instantie heeft de arrogantie zich boven onze volksvertegenwoordiging te plaatsen door doodleuk te zeggen dat de aangenomen motie van Esther Ouwehand voor een nationaal moratorium op neonicotinoïden niet hoeft te worden uitgevoerd. Met juridische steekspelletjes wordt verdoezeld dat een incompetente instantie die grotendeels door het bedrijfsleven wordt gefinancierd de touwtjes in handen houdt.