Settlement birds

Jonge huismussen verhongeren in de steden door een gebrek aan ongewervelde dieren

De Huismus (Passer domesticus) was tot voor kort een zeer algemene broedvogel in West-Europa. De eerste afname van de soort werd duidelijk op het platteland gedurende de jaren 1960, waar deze gepaard ging met de intensivering van de landbouw. In steden wordt sinds 1980 een achteruitgang van meer dan 75%, lokaal zelfs tot 90%, waargenomen. Momenteel wordt het best wetenschappelijk gefundeerde argument voor de teloorgang van de Huismus geleverd door onderzoekers aan de Universiteit van Leicester. Zij kwamen tot de vaststelling dat het 2de en 3de broedsel van Huismussen in sterk verstedelijkte gebieden vaak mislukte. De verhoogde mortaliteit bij de stedelijke pulli was te wijten aan verhongering, veroorzaakt door een gebrek aan ongewervelden, cruciaal als voedsel tijdens de eerste levensdagen van een Huismus. Pasgeboren musjes overleven de eerste dagen enkel op insecten. Een gebrek aan groen in de stad, het verdwijnen van kleine landschapselementen (houtkanten, struweel) in het buitengebied en het gebruik van pesticiden zorgen voor een tekort aan insecten. Hierdoor verhoogt de kans op sterfte bij de nestjongen. De jongen die overleven, kennen ook een lager lichaamsgewicht waardoor hun overlevingskansen de eerste 10 dagen lager zijn na het uitvliegen.

Het voor merels dodelijke Usutu-virus verplaatst zich nu richting Nederland

Het voor vogels, en met name merels (Turdus merula), dodelijke Usutu-virus waart rond in de aan Nederland grenzende deelstaat Nordrhein-Westfalen. Het oorspronkelijk uit Afrika stammende Usutu-virus heeft in 2011 een derde van de merel populatie in Duitsland vernietigd, en er zijn aanwijzingen dat het virus zich nu richting Nederland verplaatst. Sinds de eeuwwisseling hebben zich in ook Oostenrijk, Zwitserland en Hongarije uitbraken van Usutu voorgedaan onder vogels. Het virus kan via muggenbeten op mensen worden overgebracht, maar er is nog slechts een geval bekend van een menselijke besmetting in Italie in 2009.

"Het geel" slaat sinds 2005 verwoestend toe bij tuinvogels in Europa

Een dodelijke infectieziekte bekend als ‘het geel’ die verantwoordelijk is voor massale sterfte van twee van de meest populaire tuinvogels in het Verenigd Koninkrijk heeft zich nu verder uitgebreid in Europa. Trichomonosis, een ziekte die normaliter vooral voorkomt bij duiven, heeft vanaf 2005 op de Britse eilanden verwoestend toegeslagen bij de groenling Carduelis chloris en de vink Fringilla Coelebs. De eencellige Trichomonas gallinae veroorzaakt bij deze vogels een geel abces in de keel, waardoor de dieren meestal binnen vier dagen sterven door honger of ademnood. In sommige gebieden daalde de vinken populatie met een vijfde en groenling populatie met een derde. Nu toont onderzoek dat in het tijdschrift EcoHealth werd gepubliceerd aan dat vinken die van Britse kusten naar Scandinavië migreren soortgenoten aldaar met de ziekteverwekker trichomonas gallinae hebben besmet. In Noorwegen, Zweden en Finland werden in de zomer van 2008 voor het eerst vinken gevonden die gestorven waren aan trichomonosis. Maar ook bij zangvogels in Oost-Nederland en in het westen van Duitsland werd in 2009 ‘het geel’ vastgesteld. Hoewel er niet direct vogelsoorten met uitsterven worden bedreigd, verwacht vogelexpert Jansman van Wageningen Universiteit dat de populatie groenlingen, nu 50.000 tot 100.000 broedparen, stevig zal teruglopen. „Ze sterven bij bosjes.” Begin 2012 werd gemeld dat in Lageland in de provincie Groningen huismussen zijn dood gegaan aan “het geel”, dat dus nu ook al rond gaat in het noorden van Nederland.

Der Einsatz von Pestiziden ist zu einer ernsthaften Bedrohung für viele Seglerarten geworden

Mauersegler (Apus apus) verbringen fast ihr ganzes Leben in der Luft. Neben der Nahrungssuche und dem Trinken meistert er auch das Schlafen, die Gefiederpflege und die Paarung im Flug. Lediglich zur Brut und Jungenaufzucht wird "Bodenkontakt" aufgenommen. Mauersegler fressen nur in der Luft schwebende Insekten und Spinnen. Nur wenige Vögel stehen in so ambivalenten Beziehungen zum Menschen wie die Segler. Mauersegler sind mittlerweile zu 99 Prozent Bewohner menschlicher Siedlungen. Durch Altbausanierungen und die hermetische Abriegelung der Neubauten werden Nistmöglichkeiten für den Koloniebrüter immer knapper. Auch der Einsatz von Insektiziden und Herbiziden ist zu einer ernsthaften Bedrohung für viele Seglerarten geworden. Eine natürliche Gartengestaltung und der Verzicht auf Insektizide kommen dem Mauersegler und zahlreichen anderen Gartenvögeln zugute. An den heimischen Sträuchern und Blumen finden sich viele Insekten, die nicht nur dem Mauersegler als Nahrung dienen. Es ist zu befürchten, dass diese jetzt noch häufigen Vögel, die über Jahrhunderte mit ihren Flugspielen und Rufen die Sommerabende unserer Städte belebten, aus dem Siedlungsbild ebenso unaufhaltsam verschwinden werden, wie sie es einstmals für sich erobert haben.

Plotseling stierven de mussen in Washington D.C.

In de winter van 1994 stierven plotseling de talrijke Mexicaanse roodmussen (Carpodacus mexicanus) in Washington D.C.; de epidemie verspreidde zich daarna razendsnel naar het westen. De kleine zangvogels leden aan duidelijk zichtbare oogontstekingen, waardoor ze geen voedsel meer konden vinden en ook een gemakkelijke prooi voor roofdieren werden. Ondertussen is de ziekte in Californië aan de westkust van de V.S. gearriveerd. Biologen schatten het aantal slachtoffers alleen in de eerste drie jaar van de epidemie al op 225 miljoen. De veroorzaker van de ziekte is Mycoplasma gallisepticum, een bacterie, die eigenlijk als ziekteverwekker bij kippen bekend stond. M. gallisepticum heeft nu echter ook verwoestend toegeslagen bij Mexicaanse roodmussen.

Wetenschappers verdenken pesticiden er van nieuwe infectieziekten bij amfibieën, honingbijen, vleermuizen en vogels te hebben veroorzaakt

In het laatste decennium zijn er een aantal nieuwe infectieziekten geconstateerd die amfibieën, honingbijen, vleermuizen en merels hebben gedecimeerd. Steeds meer wetenschappers verdenken bestrijdingsmiddelen er van de eigenlijke veroorzaker van deze epidemieën te zijn. Vermoed wordt dat blootstelling aan lage concentraties van bestrijdingsmiddelen een aantasting van het immuunsysteem veroorzaakt waardoor de gevoeligheid voor ziekteverwekkers toeneemt. De recente vloed van infectieziekten begon bij amfibieën. Wetenschappers ontdekten de veroorzaker - een schimmel die Batrachochytrium dendrobatidis wordt genoemd - in 1998. Meer dan 1.800 species van amfibieën worden momenteel met uitsterven bedreigd en er blijkt een sterke correlatie met het pesticiden gebruik te zijn. Zes jaar nadat wetenschappers de schimmelaanval op amfibieën ontdekten, begonnen geheimzinnige infectieziekten honingbijenvolken te decimeren.

Für Dohlen ist es fünf vor zwölf

In diesem Jahr wurde die Dohle Corvus monedula vom NABU zum Vogel des Jahres gewählt. Die Dohlen sind zwar Allesfresser, Altvögel kommen mit Getreidekörnern, Sämereien, Schnecken, gelegentlich Mäusen und Abfall zurecht. Für die Jungenaufzucht benötigen sie aber proteinhaltige Nahrung: Würmer, Insekten und Spinnen. Um 1950 gab es in Deutschland noch geschätzt 200 000 Paare, in Baden-Württemberg 2500 bis 3000. Ab 1960 änderte sich die Situation bei uns grundsätzlich. Ich untersuchte bisher in Geislingen über 200 Bruten und beringte dabei 588 junge Dohlen. An den Bruten stellte ich fest, dass die Zahl der ausfliegenden Jungen je erfolgreiche Brut seit 1961 von ursprünglich über drei auf heute knapp über zwei zurückging. Das ist, auch anderswo in Mitteleuropa festgestellt, eindeutig die Folge von Nahrungsmangel in der Brutzeit. Darauf ist der Bestandsrückgang in Deutschland auf etwa 100 000, in Baden-Württemberg auf nur 1500 Paare zurückzuführen. Das scheint dem Laien noch viel zu sein. Es ist aber ein Rückgang von 50 Prozent in nur 50 Jahren. Intensivlandwirtschaft mit großflächigen Raps- und Maisfeldern, enormem Einsatz an Dünger und Pestiziden ist aller Insekten und somit vieler Dohlenbruten Tod.

Britain has lost more than half its house sparrows and three-quarters of its starlings

Residents and staff of Pentlow Nursing Home took part in the Big Garden Birdwatch on January 28th and 29th - the world’s biggest bird survey organised by the RSPB. Disappointingly, for the second consecutive year, there were no sparrows recorded by residents. According to the RSPB the country has lost more than half its house sparrows Passer domesticus, and three-quarters of its starlings Sturnus vulgaris. Lesley Wick, manager at Pentlow Nursing Home, said: “Our residents really enjoy our garden and part of that enjoyment is the bird life. We have reported our findings back to the RSPB, which helps create a 'snapshot' of bird numbers in each region and highlight any dramatic declines.”

Plötzlich starben die Hausgimpel in Washington D.C.

Im Winter 1994 starben plötzlich die Hausgimpel in Washington D.C.; die Krankheit breitete sich schnell Richtung Westen aus. Die kleinen Singvögel litten unter deutlich sichtbaren Augenentzündungen. Sie konnten kaum noch Futter suchen oder vor Raubtieren fliehen und starben. Inzwischen ist die Krankheit an der Westküste der USA in Kalifornien angekommen. Allein in den ersten drei Jahren seien 225 Millionen Hausgimpel der Krankheit zum Opfer gefallen, schätzen Biologen. Der Auslöser der Krankheit ist kein Unbekannter, aber dennoch höchst erstaunlich: Es handelt sich um Mycoplasma gallisepticum, ein Bakterium, das eigentlich als Krankheitserreger Hühner und Truthühner befiel. M. gallisepticum befällt zwar auch andere Singvögel, doch bei keiner Art ist die Krankheit so verheerend wie beim Hausgimpel Carpodacus mexicanus.