Beleid en debat

In Europa leben einer Studie zufolge heute rund 421 Millionen Vögel weniger als noch vor drei Jahrzehnten

Verantwortlich dafür seien die moderne Landwirtschaft sowie der zunehmende Verlust des natürlichen Lebensraums der Tiere, heißt es in der am Montag im Wissenschaftsmagazin"Ecology Letters" veröffentlichten Studie. Zu etwa 90 Prozent betrifft der Rückgang demnach gewöhnliche Arten wie Spatz, Star, Lerche sowie das graue Rebhuhn. Der Co-Autor der Studie, Richard Gregory vom britischen Tierschutzverband, sprach von einer "Warnung für ganz Europa": "Es ist eindeutig, dass unser Umgang mit der Umwelt für viele unserer vertrautesten Vögel nicht nachhaltig ist", erklärte er. Umso wichtiger seien Maßnahmen und Gesetze zum Schutz der Vögel und ihres Lebensraums. Als Vorbild nannte er die bereits bestehenden Schutzmaßnahmen für seltenere Gattungen, deren Zahl in den vergangenen Jahren wieder gestiegen sei. Für die Studie analysierten die Forscher Daten über 144 typische Vogelarten aus 25 europäischen Ländern. Als Reaktion auf die schrumpfenden Zahlen verlangen sie mehr Grünflächen in den Städten sowie eine ökologische Landwirtschaft.

Tweederde van alle soorten nachtvlinders is in de periode vanaf 1980 achteruit gegaan

Nederland telt ruim 2.100 soorten vlinders. Dagvlinders maken met 54 inheemse soorten daarvan maar een klein deel uit, al zijn ze door hun grootte, uiterlijk en activiteit wel de opvallendste groep. Dat het met de meeste dagvlinders niet goed gaat, is uitvoerig gedocumenteerd. Over het lot van de overige soorten, de nachtvlinders, ontbraken tot dusver harde cijfers. Die zijn er nu wel voor de 766 soorten grote nachtvlinders. Vooral dankzij de hulp van veel waarnemers die hun gegevens ter beschikking hebben gesteld kon een grote database worden opgebouwd, waarmee medewerkers van de Werkgroep Vlinderfaunistiek en van De Vlinderstichting de noodzakelijke berekeningen konden uitvoeren. Het blijkt dat tweederde van alle soorten in de periode vanaf 1980 achteruit is gegaan. Als er een Rode Lijst van nachtvlinders zou worden opgesteld, zou maar liefst de helft van alle soorten daarop terecht komen. Ook als er niet naar individuele soorten wordt gekeken, maar naar de fauna van grote nachtvlinders als geheel, blijkt een dramatische verslechtering. Het totaal aantal exemplaren dat een getrainde waarnemer telt is sinds 1980 met een derde afgenomen. De achteruitgang is niet alleen voor de vlinderfauna een dramatische ontwikkeling. Voor veel dieren - denk aan vogels en vleermuizen - zijn vlinders en hun rupsen het belangrijkste voedsel, zeker in de voortplantingstijd.

Bijna 400 miljoen minder akkervogels in Europa dan 30 jaar geleden - wanneer komt Sharon Dijksma tot bezinning?

De vogelpopulaties in Europa zijn er de voorbije dertig jaar fors op achteruit gegaan. In de voorbij dertig jaar is het Europese vogelbestand met 421 miljoen exemplaren achteruit gegaan. Ongeveer negentig procent daarvan behoort tot algemene en wijdverspreide soorten die vaak in landbouwlandschappen voorkomen, zoals huismussen, leeuweriken, patrijzen en spreeuwen. Dat melden wetenschappers van de Universiteit of Exeter (VK) en de Britse Royal Society for the Protection of Birds (RSPB) in het vakblad Ecology Letters. De onderzoekers zien een verband tussen de achteruitgang van het vogelbestand en moderne landbouw, versnippering van natuur en milieuvervuiling. Tegen dat licht gezien is volgens de toxicoloog Henk Tennekes de weigering van staatssecretaris Sharon Dijksma het insecticide imidacloprid uit voorzorg te verbieden absoluut onbegrijpelijk.

Broedvogels in het waddengebied gaan de ondergang tegemoet

Vogels die in het waddengebied broeden, zitten flink in de problemen. Dat blijkt uit een nieuwe studie waarbij alle beschikbare gegevens van de afgelopen twintig jaar over elkaar zijn gelegd. Het Vogeltrekstation (NIOO-KNAW) en Sovon Vogelonderzoek Nederland hebben data geanalyseerd over de populatieontwikkeling van 54 karakteristieke vogelsoorten van de Nederlandse Waddenzee. De conclusies voor broedvogels zijn verontrustend. Sommige wadvogels hebben het moeilijk,” concludeert Henk van der Jeugd, onderzoeker bij het Vogeltrekstation en hoofdauteur van het rapport. “Uit ons onderzoek komt duidelijk naar voren dat vooral soorten die de Waddenzee als broedgebied gebruiken vaak in aantal achteruit gaan. Aanvankelijk waren het vooral de soorten die afhankelijk zijn van de droogvallende wadplaten die achteruit gingen, maar recent komt achteruitgang bij alle soorten broedvogels voor. De vijf sterkste dalers onder de broedvogels zijn blauwe kiekendief, kluut, velduil, strandplevier en scholekster. En omdat we ook hebben gekeken naar de balans tussen geboorte en sterfte, weten we dat veel broedvogels voorlopig achteruit zullen blijven gaan.”

Het behandelen van zaden met neonicotinoïden geeft geen grotere oogsten

Dat zegt het Amerikaans milieuagentschap EPA op grond van onderzoek. Neonicotinoïden zijn pesticiden die zich vanuit het zaad verspreiden over heel de plant. De wetenschappers deden onderzoek naar met neonicotinoïden behandelde sojabonen. Volgens het Environmental Protection Agency geven behandelde bonen geen of nauwelijks hogere opbrengsten dan onbehandelde sojabonen. Volgens het EPA kan een neonicotinoïden-behandeling wel bescherming bieden tegen "zeldzame en onvoorspelbare plagen, maar dit potentiële voordeel is waarschijnlijk niet groot in de Verenigde Staten".

EFSA conclusion on the peer review of the pesticide risk assessment for aquatic organisms for the active substance imidacloprid

The European Food Safety Authority (EFSA) was asked by the European Commission to perform an evaluation of imidacloprid as regards the risk to aquatic organisms. In this context the conclusions of EFSA concerning the risk assessment for aquatic organisms for the active substance imidacloprid are reported. The context of the evaluation was that required by the European Commission in accordance with Article 21 of Regulation (EC) No 1107/2009 to review the approval of active substances in light of new scientific and technical knowledge and monitoring data. The conclusions were reached on the basis of the evaluation of the representative uses of imidacloprid authorised at the time of approval of the substance. The proposed endpoints concluded as being most appropriate for use in regulatory risk assessment, derived from the submitted studies and literature data, are presented. Missing information identified as being required to allow for a complete risk assessment is listed.

Insecticides and fungicides are impacting survival and reproduction of earthworms

Earthworms provide key soil functions that favour many positive ecosystem services. These services are important for agroecosystem sustainability but can be degraded by intensive agricultural practices such as use of pesticides. Many literature reports have investigated the effect of pesticides on earthworms. Here, we review those reports to assess the relevance of the indicators of earthworm response to pesticides, to assess their sensitivity to pesti- cides, and to highlight the remaining knowledge gaps. We focus on European earthworm species and products authorised in Europe, excluding natural compounds and metals. We consider different organisation levels: the infra-individual level (gene expression and physiology), the individual and population levels (life-history traits, population density and behaviour) and the community level: community biomass and density. Our analysis shows that earthworms are impacted by pesticides at all organisation levels. For example, pesticides disrupt enzymatic activities, increase individual mortality, decrease fecundity and growth, change individual behaviour such as feeding rate and decrease the overall community biomass and density.

Two Midwest Butterflies Suffer Bee-like Declines

Federal listing protection has been finalized for two Midwest prairie butterfly species under the Endangered Species Act (ESA) due to dramatic population declines. The Dakota skipper has been listed as a threatened species, and the Powershiek skipperling has been listed as an endangered species under the act, according to a final rule published Friday. The rule also specifies a special 4(d) exemption for the threatened skipper. The listing is the result of a 2011 settlement agreement between the U.S. Fish and Wildlife Service and the Center for Biological Diversity (CBD), one of the agency's most frequent litigants. The settlement created a five-year work plan to speed listing decisions for hundreds of species across the country. "It is great news that these remarkable little butterflies now have the Endangered Species Act protection that will save them and their beautiful prairie homes," Tierra Curry, a CBD senior scientist was quoted as saying in the group's response to the listing. "Protecting the last high-quality prairie habitats for the butterflies will keep these special places safe, along with all the other plants and animals that need them to survive."

Voordracht van Henk Tennekes in Hardenberg voor omwonenden van de bollenteelt

De Werkgroep Bollenteelt Hardenberg organiseerde op zaterdag 25 oktober 2014 een informatiedag voor inwoners van Oost-Nederland die zich betrokken voelen bij de gevaren voor mens en milieu van de huidige bollenteelt. De toxicoloog Henk Tennekes gaf in zijn voordracht voorbeelden van bestrijdingsmiddelen die de leefomgeving van de bollenteelt belasten (monam, metribuzin, carbendazim, metolachloor en imidacloprid) en ging in op de bedreigingen van de gezondheid van mens en milieu door de verontreiniging van de leefomgeving met bestrijdingsmiddelen. Hij riep op tot een radicale ommekeer in de landbouw en een veel strenger toelatingsbeleid voor bestrijdingsmiddelen.De Werkgroep Bollenteelt Hardenberg, die circa 80 bezorgde inwoners van de gemeente Hardenberg vertegenwoordigt, heeft in een brief van 27 augustus 2015 staatssecretaris Wilma J. Mansveld van Infrastructuur en Milieu dringend verzocht, om alle insecticiden waarin neonicotinoïden zitten door het Ctgb per direct van de markt te laten halen en per direct het gebruik hiervan als bestrijdingsmiddel in de landbouw te verbieden.

Geen verbod op ecocide - Sharon Dijksma vergeet weer eens dat de normoverschrijdingen van imidacloprid in het oppervlaktewater op zich al ontoelaatbaar zijn

Er komt nog geen verbod op het gewasbeschermingsmiddel imidacloprid. Dat heeft verantwoordelijk staatssecretaris Sharon Dijksma (Economische Zaken) maandag aan de Tweede Kamer laten weten. Eerder dit jaar meldden Nederlandse onderzoekers in het vakblad Nature dat het gif ook voor veel vogels fataal kan zijn. Zodra er een oorzakelijk verband kan worden aangetoond tussen het middel en de vogelsterfte, zal ze het gif verbieden. Volgens het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden en de Europese voedselveiligheidsautoriteit wijst de publicatie in Nature wel op een samenhang, maar is niet bewezen dat de vogels sterven als gevolg van het gif. Zolang dat causaal verband niet bewezen is, bestaat er geen rechtsgrond om middelen op basis van imidacloprid te verbieden, aldus Dijksma.