"Pesticiden kunnen kikkers binnen het uur doden"

Nieuw onderzoek veronderstelt dat pesticiden en andere chemicaliën een significante rol spelen in de wereldwijde achteruitgang van amfibieën. Dat schrijft de Britse krant The Guardian. De wetenschappers achter de studie zeggen dat het zowel "verbazingwekkend" als "alarmerend" is dat veelvoorkomende pesticiden zo giftig kunnen zijn, en dat in dosissen die goedgekeurd zijn door overheden. De onderzoekers uiten ook kritiek op hoe de pesticiden getest worden. "Je zou niet denken dat producten, die geregistreerd zijn op de markt, zo'n giftig effect hebben", zegt Carsten Brühl van de Duitse universiteit Koblenz-Landau. "Het is het simpelste effect dat je je kan inbeelden: je spuit de pesticide op de amfibie en die sterft. Dat moet zich vertalen in een dramatisch effect op gehele populaties."

Nieuwe zuiveringstechnieken verwijderen 80 tot 100% van de gewasbeschermingsmiddelen uit lozingswater glastuinbouw

Uit onderzoek geïnitieerd door het Platform Duurzame Glastuinbouw zijn drie waterzuiveringstechnieken naar voren gekomen die 80 tot 100% van de gewasbeschermingsmiddelen uit lozingswater van de glastuinbouw kunnen verwijderen. Deze technieken kunnen daarmee een bijdrage leveren aan het verder verbeteren van de oppervlaktewaterkwaliteit in tuinbouwgebieden en het beschikbaar houden van gewasbeschermingsmiddelen voor de glastuinbouw. Het gaat om de volgende vier technieken: ozon met en zonder actiefkoolfilter, waterstofperoxide + lagedruk-UV, waterstofperoxide + middendruk-UV en elektrochemische flocculatie. De technieken zijn op semi-praktijkschaal getest met Standaard Water; dit is een gestandaardiseerd glastuinbouw lozingswater met daarin gangbare hoeveelheden meststoffen, vervuilingen en 12 gewasbeschermingsmiddelen. Ook is een vergelijk met praktijkwater van een rozenbedrijf gemaakt. Met ozon (zonder koolfilter) en met waterstofperoxide + UV (lagedruk en middendruk) wordt een gemiddeld zuiveringsrendement van 80% bereikt. Voor individuele stoffen lag de afbraak soms hoger en soms lager. Als ozon in combinatie met een actiefkoolfilter wordt toegepast, kan bij kortstondige belasting een zuiveringsgraad van 100% worden bereikt.

Koning der zeevogels in het nauw

Vanwege zijn grootte is de albatros onbetwist de koning onder de zeevogels. De op surfplanken lijkende vleugels dragen de vogel maanden achtereen en tienduizenden kilometers ver over de uitgestrekte zeeen en oceanen. Altijd op zoek naar voedsel dat zich ergens in het donkere water onder hem bevindt. De lange lijnvisserij is momenteel misschien wel de grootste bedreiging voor albatrossen en andere zeevogels, waaronder grote stormvogels en pijlstormvogels. Naast de 100.000 albatrossen sterven jaarlijks ook nog eens 200.000 andere zeevogels deze gruwelijke dood. Dat is iedere twee minuten één zeevogel, vierentwintig uur per dag.

De vlucht van de Condor - El Condor Pasa

De Condor (Vultur gryphus) zweeft hoog boven het landschap met de kop omlaag gericht, soms wel op een hoogte van 5000 meter. De opstijgende warme lucht ( thermiek ) wordt door de vogels op de zelfde wijze benut als dat een piloot van een zweefvliegtuig dat doet. In grote kringen zweven ze op de thermiek hoger en hoger, steeds hun aandacht op het landschap beneden hen gevestigd. Een Condor kan net als de andere gieren soorten zeer grote afstanden afleggen om aan voedsel te komen.Deze vogels zijn de grootste roofvogels op onze Aarde en naast de Reuzen Albatros de grootste vliegende vogels. De Condor is een aaseter wat duidelijk aan de enigzins kale hals en kop van de vogel is te zien. De Condor heeft het moeilijk in onze geïndustrialiseerde tijd. Niet alleen wordt zijn leefgebied steeds kleiner, maar ook wordt zijn voortbestaan bedreigd door vergiftigde prooidieren en kadavers die door boeren worden neergelegd om de vogels te vernietigen en zodoende hun jonge vee te beschermen. Het is een beetje hetzelfde verhaal als voor vele andere roof en stootvogels. De mens is in hun voortbestaan, zoals bij de meeste wilde dieren, de grootste bedreiging.

Fruit en groenten bevatten resten van pesticiden

De groenten en fruit bevatten zelden meer resten van pesticiden dan wettelijk toegelaten, maar er zijn vaak wel sporen van meerdere producten. Dat blijkt uit cijfers van het Federaal Agentschap voor Voedselveiligheid (FAVV) die Eos magazine kon inkijken. Ongeveer 80 procent van het fruit en 60 procent van de groenten in de Belgische rekken bevat resten van pesticiden, stelt het voedselagentschap. Het FAVV voerde in 2011 1.800 routinecontroles uit op groente- en fruitstalen. Overschrijdingen van de wettelijke norm zijn zeldzaam: op 1,3 procent van het fruit en 2,7 procent van de groenten is de achtergebleven hoeveelheid pesticide te hoog. Overtredingen komen onder meer voor bij bepaalde tropische en rode vruchten, verse kruiden en chilipepers. Vaak bevatten producten meerdere sporen. Op meer dan 60 procent van de gecontroleerde appels, druiven, aalbessen en sla werden 3 of meer verschillende producten aangetroffen. Appels en peren bevatten gemiddeld 3,5 en in sommige gevallen 8 verschillende pesticidenresidu's. Op één aardbeienstaal werden 12 producten gevonden. Wat het effect is van al die stoffen samen, is nog onduidelijk, stelt het wetenschapsmagazine Eos.

Zorgwekkende oppervlaktewaterverontreiniging met bestrijdingsmiddelen in akkerbouw gebieden van de Wieringermeer en Wieringerwaard

Noord-Holland is een landbouwprovincie, met mooie groene landerijen en productieve akkers. Het vruchtbare akkerland levert veel op. Helaas heeft deze opbrengst een keerzijde. Om al deze agrarische productie te beschermen, wordt er veel gebruik gemaakt van gewasbeschermingsmiddelen. Met name in periodes van veel neerslag bestaat er de kans dat de stoffen van de erven wegspoelen en in het oppervlaktewater terecht komen. We noemen dit erfemissies. Om te kijken welke stoffen - en in welke hoeveelheden - in het water terechtkomen, doet het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier in de periode 2011-2015 onderzoek naar gewasbeschermingsmiddelen in dit gebied. In 2011-2012 zijn er op vier locaties in met name de Wieringermeer en Wieringerwaard metingen verricht. Het betrof gebieden die gedomineerd worden door akkerbouw. In het oppervlaktewater in deze akkergebieden werden het afgelopen onderzoeksjaar maar liefst dertig verschillende stoffen aangetroffen. Gelukkig werden er nauwelijks normen overschreden. Daarnaast werden er ook vier verboden middelen aangetroffen: dinoterb, diuron, metalaxyl, dnoc. Het aantreffen van zoveel gewasbeschermingsmiddelen vanuit de akkerbouw in het oppervlaktewater is zorgwekkend.

De huismus is verdwenen uit de grote steden

Op 19 en 20 januari 2013 werden voor het tiende jaar de tuinvogels in Nederland geteld. Met jaarlijks rond de 40.000 deelnemers is de Tuinvogeltelling tegenwoordig het grootste citizen science of burgerwetenschap project in Nederland. Welke trends zijn af te leiden uit de resultaten van tien jaar tuinvogels tellen? De belangrijkste conclusie uit de Tuinvogeltelling is dat mensen in steden de achteruitgang van de huismus (Passer domesticus) zien. De huismus komt nog ieder jaar op 1 in de Tuinvogeltelling, maar dat komt alleen maar omdat er nog relatief hoge aantallen huismussen over zijn. De Tuinvogeltelling laat zien dat met name in de grote steden witte vlekken ontstaan. Huismussen verdwijnen uit onze grote steden, maar omdat huismussen in kolonies leven, zijn ze in de buitengebieden nog steeds in relatief grote aantallen aanwezig.

Gaan we het donker pimpernelblauwtje voor de tweede keer verliezen?

Het donker pimpernelblauwtje (Phengaris nausithous) is een kenmerkende dagvlinder van wegbermen en sinds 1970 verdwenen uit Nederland. In 1990 werd de soort geherintroduceerd in de Moerputten (een natuurgebied bij 's-Hertogenbosch in Noord-Brabant) en sindsdien geldt de soort als een uiterst zeldzame standvlinder. In 2001 heeft het donker pimpernelblauwtje zich spontaan gevestigd in de omgeving van Posterholt in Limburg. Het gaat echter helemaal niet goed met het donker pimpernelblauwtje in Nederland. We hebben alleen nog maar een populatie in een aantal wegbermen in het Roerdal bij Posterholt, en in de afgelopen zomer zijn de aantallen flink gekelderd. Als er niets gebeurt, zullen we deze soort weer verliezen. Het is tien voor 12.

Regelmatige waterbemonstering kan onderschatting van de risico's van insecticiden tot gevolg hebben

Dit blijkt uit een studie van het Institute of Environmental Sciences van de Universiteit van Koblenz-Landau. Tot nu toe worden watermonsters meestal genomen op vaste data, bijvoorbeeld een keer per maand. Echter, insecticiden veronteinigen waterbronnen meestal incidenteel (bijvoorbeeld na de toepassing of na zware neerslag), en alhoewel de concentraties de drempelwaarden slechts kortstondig overschrijden, worden wel schadelijke effecten veroorzaakt. Het gevolg: als de evaluatie op de nul-waarden, die vaak gemeten worden in het kader van regelmatige bemonstering, wordt gebaseerd, worden de werkelijke risico's onderschat.

DONATIES

In juli 2010 heb ik een baanbrekende ontdekking gepubliceerd in het tijdschrift Toxicology (bijlage). Daarin wordt overtuigend aangetoond dat het risico van chronische blootstelling van geleedpotigen (daaronder bijen) aan een relatief nieuwe categorie bestrijdingsmiddelen, de zogenaamde neonicotinoiden, die voornamelijk door Bayer CropScience worden geproduceerd, zwaar onderschat is. Over deze conclusie bestaat op dit moment algemene overeenstemming. De ontdekking verklaarde ook de sedert een aantal jaren sterk verhoogde bijensterfte. Uit onderzoek van Krefeldse entomologen bleek dat 75% van de biomassa van vliegende insecten was verdwenen sinds de invoering van de neonicotinoïden midden jaren 1990 (bijlage). De neonicotinoiden zijn een belangrijk product van Bayer CropScience, die per jaar honderden miljoenen oplevert.