General

Humans are responsible for so many species dying out that we are now in a sixth mass extinction, Stanford University has warned

Earth has entered its sixth mass extinction with animals now dying out at 100 times the normal rate, scientists have warned. Humans have created a toxic mix of habitat loss, pollution and climate change, which has already led to the loss of at least 77 species of mammals, 140 types of bird since and 34 amphibians since 1500. They include creatures like the dodo, Steller’s Sea Cow, the Falkland Islands wolf, the quagga, the Formosan clouded leopard, the Atlas bear, the Caspian tiger and the Cape lion. Scientists at Stanford University in the US claim it is the biggest loss of species since the Cretaceous-Tertiary mass extinction which wiped out the dinosaurs 66 million years ago. “Without any significant doubt that we are now entering the sixth great mass extinction event," said Professor Paul Ehrlich, at the Stanford Woods Institute for the Environment. “Species are disappearing up to about 100 times faster than the normal rate between mass extinctions, known as the background rate. “Our calculations very likely underestimate the severity of the extinction crisis. There are examples of species all over the world that are essentially the walking dead.”

How good is the evidence base for pollinator declines? A comment on the recent Ghazoul and Goulson Science correspondence

In a recent issue of the journal Science, Dave Goulson and colleagues presented a review entitled “Bee declines driven by combined stress from parasites, pesticides, and lack of flowers”. This stimulated Jaboury Ghazoul to submit a letter to Science criticising the Goulson et al. paper from a number of perspectives, but particularly the paucity of the evidence base for pollinator declines. Dave and his co-authors robustly responded to that letter, as you might imagine. In some respects this was an unsatisfactory exchange, however, as the focus was largely on agricultural pollinators, rather than pollinators of all plants (including the majority non-cultivated species) and I think that (perhaps with more space?) Dave could have outlined the evidence in more depth. The most striking statement in Jaboury’s letter was that the “evidence for pollinator declines is almost entirely confined to honeybees and bumblebees in Europe and North America”. Now, even given the fact that Jaboury was possibly referring specifically to agricultural pollinators, that is a very extreme statement to make. Underlying it is the suggestion that global concerns about declining pollinator biodiversity (a subject I’ve discussed repeatedly on this blog) is underpinned by a taxonomically and geographically thin evidence base. Is that really true? I don’t believe so and I think it’s worth presenting a brief overview of the evidence, not least because Dave’s review and the resulting correspondence is pay-walled at the Science site (though if you Google the titles you might, just might, find copies posted on the web…).

Het Vlaamse oppervlaktewater is sterk verontreinigd met neonicotinoïden

In 2014 heeft de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) voor het eerst metingen uitgevoerd op 92 locaties in Vlaanderen om een algemeen beeld te krijgen van de aanwezigheid van neonicotinoïden in de sloten. Het oppervlaktewater werd specifiek onderzocht op aanwezigheid van imidacloprid, thiamethoxam en clothianidine, gifstoffen die onderdeel uitmaken van gewasbeschermingsmiddelen en biociden die in de landbouw veelvuldig worden toegepast voor de bestrijding van insecten. De eerste meetresultaten zijn uiterst verontrustend. Maar liefst 90 procent van de meetlocaties bevat imidacloprid, 44 procent thiamethoxam en 26 procent clothianidine. Het VMM heeft de cijfers getoetst aan de PNEC (Predicted No Effect Concentration), het cijfer dat niet mag worden overschreden omdat dan het ecosysteem serieus gevaar loopt. Toetsing toont aan dat imidacloprid op alle meetplaatsen met 8 nanogram per liter de gemiddelde PNEC-waarde overschrijdt.

Deutlicher Vogelschwund in Fukushima. Trotz sinkender Radioaktivität nimmt die Zahl der Singvögel im Sperrgebiet immer stärker ab

Tim Mousseau von der University of South Carolina und seine Kollegen haben seit dem Atomunglück von Fukushima im April 2011 jedes Jahr im dortigen Sperrgebiet eine Reihe von Vogelzählungen durchgeführt. Zusätzlich analysierten sie Blutproben einiger Vogelarten, um festzustellen, welche physiologischen Folgen die erhöhte Strahlung für die Tiere hatte. Jetzt haben sie ihr erstes Fazit in mehreren Publikationen veröffentlicht. Das Ergebnis: Die radioaktive Belastung hat deutliche Schneisen in die einst reiche Vogelwelt rund um Fukushima geschlagen. Die Bestände vieler Arten sind zurückgegangen, einige sogar drastisch, wie die Forscher berichten. Ein Beispiel dafür ist die Rauchschwalbe: "Von dieser gab es in der Region vor der Katastrophe Hunderte, jetzt, nur ein paar Jahre später, sind nur noch ein paar Dutzend übrig", sagt Mousseau. "Der Rückgang ist wirklich dramatisch." Auch die Zahl der Vogelarten in der Region ist zurückgegangen.

Het boek "Disaster in the Making" van Henk Tennekes van 2010 wordt ondersteund door een recent rapport van EASAC

Politici en wetenschappers staren zich in het debat over de zogenoemde 'neonicotinoïden' - een veel gebruikte groep gifstoffen voor de landbouw - te veel blind op het wel en wee van de honingbij. Er is groeiend bewijs dat juist andere onschuldige insecten en zelfs vogels ernstige schade van deze gifstoffen ondervinden. Dat schrijft het hoogste onafhankelijke wetenschapsorgaan van Europa, de koepel van wetenschapsacademies van 29 landen EASAC, in een advies aan de Europese Commissie. Die had de EASAC gevraagd om de kennis over de insectendodende neonicotinoïden nog eens goed en eerlijk op een rij te zetten. De uitkomst liegt er niet om: op basis van ruim honderd recente studies stelt het orgaan dat er 'duidelijk wetenschappelijk bewijs is' dat ook zeer lage doses neonicotinoïden schadelijk zijn voor soorten waartegen ze helemaal niet zijn bedoeld. Bovendien is er steeds meer bewijs dat de gifstoffen 'ernstige negatieve effecten' hebben op soorten als kevers, vliegen en hommels.

Crucial bird and mammal pollinators moving to extinction

More and more pollinating bird and mammal species are moving towards extinction, raising concerns over the billion dollar eco-services they provide, says a new IUCN study. On average, 2.4 bird and mammal pollinator species per year have moved on the IUCN Red List category towards extinction in recent decades. During the period 1988 to 2012, 18 pollinator bird species qualified for being "up-listed" to a higher threat category while none qualified for a down-listing. Between 1996 and 2008, 13 mammal species identified as pollinators were up-listed to a higher threat category and two species qualified for down-listing to a lower category of threat. The study, Global Trends in the Status of Bird and Mammal Pollinators, was produced in collaboration by the United Nations Environment Programme World Conservation Monitoring Centre (UNEP-WCMC), the International Union for Conservation of Nature (IUCN), Sapienza University of Rome and BirdLife International. It is published online in the journal Conservation Letters.

Pestizide: Erst sterben die Insekten – dann die Vögel

Paul Nothers ist diplomierter Landwirt, passionierter Jäger – und liebt die Natur. Als er vor mehr als 50 Jahren auf den Hof seiner Familie in Orbroich zog, war die Welt noch in Ordnung. „Insekten überall, Wild, Hasen, Rebhühner und Fasane im Überfluss“, erinnert er sich. Singvögel hörte und sah er ständig. Und wenn er eine längere Fahrt im Auto unternahm, musste er danach seine Windschutzscheibe von Insekten säubern. Das ist lange her. Heutzutage gibt es eine Fülle von heimischen Tierarten, die laut Bericht des Bundesumweltministeriums kurz vor dem Aussterben stehen. Für den 82-Jährigen ein triftiger Grund, in seiner Dankesrede zur Verleihung des Bundesverdienstkreuzes an die Gäste aus Verwaltung, Politik, Natur- und Umweltschutz in Krefeld einen dringenden Appell zu richten. Deutschland stehe vor einer ähnlichen Öko-Katastrophe wie die USA in den 60er Jahren, als neue Pestizide auf DDT-Basis und Herbizide wie Agent Orange auf den Markt kamen. Viele dieser tödlichen Gifte sind in den vergangenen Jahrzehnten verboten worden. Neue dafür nachgerückt. Beispielsweise die Neonikotinoide, eine neue Generation von Insektiziden. „Die sich anbahnende Katastrophe ist viel gefährlicher“, warnt Nothers. Man sehe nicht mehr massenweise tote Vögel, weil sie sang- und klanglos verschwinden. Auch die Insekten verschwinden und mit ihnen der Anfang der Nahrungskette. In der Folge sterben die Amphibien. Wespen, Heimchen und Schmetterlinge gehen stark zurück. „Wann haben Sie zuletzt mal ein Glühwürmchen gesehen?“, fragt er suchend in die Runde.

De neonicotinoíden en de afbraak van het ecosysteem - moeten we echt wachten tot de voorspelling van Henk Tennekes uitkomt?

Gevallen van massale sterfte, samen met uitbraken van ziekten en andere stressfactoren voor populaties, komen steeds vaker voor. We hebben het niet over een paar dode vissen op het strand. Bij massasterfte gaat het om afzonderlijke gebeurtenissen waarbij meer dan 90 procent van een populatie wordt uitgeroeid. En volgens nieuw onderzoek komt het steeds vaker voor. Het onderzoek, dat deze week verscheen in de Proceedings of the National Academy of Sciences, is de eerste studie waarin wordt gekeken of massasterfte door de tijd heen is toegenomen. De onderzoekers hebben historische verslagen van 727 gevallen van massasterfte tussen 1940 en 2012 bekeken en vastgesteld dat vogels, ongewervelde zeedieren en vissen steeds vaker slachtoffer zijn. Massasterfte kan tot permanente verandering van de voedselketen leiden. Massasterfte kan ook gevaren met zich meebrengen voor menselijke activiteiten zoals de landbouw, bijvoorbeeld wanneer insecten die planten bevruchten (denk aan bijen) het slachtoffer zijn. “Zulke gebeurtenissen kunnen de ecologische en evolutionaire ontwikkeling van het leven op aarde in een andere richting sturen”, schrijven de onderzoekers.

De ramp in de vogelwereld schijnt niemand te deren

Het aantal vogels in Europa is de afgelopen dertig jaar flink afgenomen. Vooral onder alledaagse vogels als mussen, spreeuwen en leeuweriken is de daling groot. Dat schrijven Britse biologen maandag in het tijdschrift Ecology Letters. De onderzoekers baseren zich op waarnemingen uit 25 Europese landen. In vergelijking met dertig jaar geleden zijn er nu maar liefst 421 miljoen vogels minder. Negentig procent van de daling komt op het conto van de 36 meest voorkomende vogels. De achteruitgang baart de biologen zorgen. Niet alleen zijn vogels nuttig, bijvoorbeeld omdat ze schadelijke insecten eten of zaden verspreiden, ze dragen ook bij aan het welbevinden van de bevolking – door het luisteren naar vogelzang of door bij wijze van hobby naar vogels te kijken. Doordat juist de meest algemene soorten achteruitgaan, valt er minder te genieten voor de doorsnee burger.

In Europa sterben die Vögel in Massen weg

Anfang der 60er-Jahre schrieb Rachel Carson ihr berühmtestes Buch: "Silent Spring", der "Stumme Frühling". Die Biologin beschreibt hier am Beispiel einer fiktiven Kleinstadt, was passieren würde, wenn Tiere und Pflanzen sterben würden. Nun veröffentlichen Forscher verschiedener Forschungseinrichtungen einen Bericht, der sich mit dem Sterben der Vögel in Europa beschäftigt. Sofort fühlt man sich an "Silent Spring" erinnert. Die Wissenschaftler haben den Rückgang der Vogelbestände in den vergangenen 30 Jahren untersucht. In den "Ecology Letters" berichten sie, dass vor allem die Populationen der 36 häufigsten Vogelarten, etwa Spatzen, Feldlärchen, Stare und auch Rebhühner, drastisch an Größe verlieren. Die Wissenschaftler hatten alle verfügbaren Studien über 144 europäische Vogelarten in 25 Ländern ausgewertet. Datensätze, die von professionellen Ornithologen, aber auch von Hobby-Vogelkundlern zur Verfügung gestellt wurden, waren darunter. Die Ökosysteme haben sich in den vergangenen Jahrzehnten massiv verändert, viele Arten finden keine Nistplätze mehr oder nicht genügend Nahrung. Auch der Einsatz von Pestiziden schadet Vögeln – entweder direkt, weil sie die Gifte selbst aufnehmen, oder indirekt, weil Vogelfutter wie Insekten und andere Wirbellose durch die Pflanzenschutzmittel getötet wird.