Beleid en debat

Neurologists suggest a link between Parkinson's disease and golf

In a letter published in the journal Annals of Neurology, neurologists Margaret Parrish and Robert Gardner suggest a link between Parkinson's disease and golf. Of 26 patients with Parkinson's disorder that they collected for their small study of the disease, it turned out that 19 of them lived on or within two miles of a golf course. A coincidence perhaps, given the higher probability of golf courses in communities favored by senior citizens? The data suggest otherwise: "Sixteen of the 19 patients resided down-wind of a golf course," the researchers noted. Of the other three patients with Parkinson's living up-wind of a golf course, two of them had "additional golf course exposure." Such a small study proves nothing, but it may be an intriguing clue to tracking down the cause of this debilitating disease. Parkinson's disease results from the death of specific neurons deep in the brain, in a region called the substantia nigra. These neurons use the neurotransmitter dopamine to communicate, and when enough of them die, voluntary movement becomes halting or frozen. One way to kill these neurons is by ingesting certain toxic substances. MPTP, a contaminant in an illegal morphine-like street drug, turns unfortunate drug addicts into a Parkinson's patient overnight. For some reason, this toxic substance specifically attacks the neurons that are lost in Parkinson's disease, raising the possibility that other toxic substances in the environment might do the same thing.

Open brief in de NRC van 2 februari 2013 van Syngenta aan de leden van de Tweede Kamer over moratorium op de neonicotinoiden

John Atkin, COO van Syngenta schreef zaterdag 2 februari in NRC een Open Brief aan de leden van de Tweede Kamer over het dreigende verbod op neonicotinoïden. In de brief stelt Atkin dat neonicotinoïden toegepast als zaadbehandeling een belangrijke bijdrage leveren aan de duurzaamheid van de Nederlandse landbouw en dat het gevaar van neonicotinoïden voor bijen allerminst bewezen is. Volgens Atkin proberen een aantal belangengroeperingen neonicotinoïden in verband te brengen met de afnemende vitaliteit van bijen. Terwijl de werkelijke redenen de afname van habitat, de varroa-mijt en een aantal virusziekten zouden zijn. Atkin besluit zijn brief met een oproep aan de Tweede Kamer om het verbod te heroverwegen. In een reactie nodigt de toxicoloog Henk Tennekes de heer Atkin uit te reageren op zijn voordracht van 22 november 2012, tijdens de jaarvergadering van de Zwitserse Vereniging voor Toxicologie in Bazel (bijlage), over de risico's van neonicotinoide insecticiden. Deze voordracht, die werd bijgewoond door medewerkers van Syngenta, levert overtuigende bewijslast dat het gebruik van neonicotinoiden een onaanvaardbaar risico voor bijen vormt. Tot nu toe heeft Syngenta deze bewijslast genegeerd, aldus Tennekes.

Twee grote Britse tuinwinkelketens hebben besloten om producten met neonicotinoiden uit de rekken te halen

B&Q en Wickes namen het besluit nadat onderzoek had aangetoond dat de chemicaliën bijdragen tot de afname van het aantal bijen. Er werd al lang vermoed dat producten met deze stoffen schadelijk zijn, maar nu is door een studie bevestigd dat de gevolgen gigantisch kunnen zijn. Milieugroepen proberen winkelketens al een hele tijd te overtuigen om de producten niet meer te verkopen en nu vindt hun oproep dus gehoor. De Britse regering bestudeert de bewijzen van het onderzoek en zal mogelijk ook de reglementen aanpassen.

Esther Ouwehand wil een algeheel moratorium op neonicotinoiden

Het gebruik van zogenoemde neonicotinoïde pesticiden in de agrarische sector dient voor twee jaar fors te worden beperkt. Dat stelt de Europese Commissie. De beperking zou moeten gelden vanaf juli voor zonnebloem, koolzaad, maïs en katoen. De commissie is onder de indruk van het jongste rapport van de EFSA, de Europese voedselautoriteit. De Europese Commissie wil liefst voor maart een reactie van de EU-landen. In dat geval kan de beperking van het gifgebruik 1 juli 2013 ten uitvoer worden gelegd, aldus EC-voorlichter Frederic Vincent gistermiddag. In de genoemde twee jaar kan de risico-analyse ingrijpend worden verbeterd. Hoewel de Partij voor de Dieren, met PvdA en SP dé grote pleitbezorgers van een Nederlands gifverbod, blij is dat er iets gebeurt, vindt Kamerlid Esther Ouwehand dat de beperking voor álle toepassingen zou moeten gelden en niet alleen voor genoemde gewassen: een algeheel moratorium dus. ,,Dan draai je de bewijslast om’’, zegt ze. ,,De producenten moeten dan bewijzen dat het gebruik veilig is.’’ Toxicoloog Henk Tennekes is blij met de erkenning van de risico’s, waarvoor hij in 2010 al waarschuwde. ,,Maar ik lees nog niets over de vervuiling van het oppervlaktewater’’, zegt hij, ,,en de risico’s voor het zenuwgestel van de mens.’’ Ouwehand is dat ’volstrekt’ met Tennekes eens. Ze zal een en ander andermaal in Den Haag bij de staatssecretaris van landbouw aan de orde stellen.

Chemistry developed deleterious substances that now threaten the entire life of the world with deforms, extinction, nay death

Western civilization suffers from the delusion of replacing peasants and traditional culture with industrialized farmers. This goes hand-to-hand with another hazardous practice: privatizing and ruthlessly exploiting the natural world. This hubris has been infecting more than private corporate executives and governments, which, after all, have the models of nineteenth-century robber barons in mind. Scientists eat from this fruit of ignorance, too. They and their engineering colleagues modernized the infrastructure of exploitation. They made it “science based.” Chemistry, for example, developed petrochemicals and plastics and thousands of other deleterious substances that now threaten the entire life of the world with deforms, extinction, nay death. Agricultural scientists and engineers also justified the violent system of industrialized farming and food production that, in irrigating crops alone, uses about 70 percent of the world’s drinking water,[1] about 19 percent of fossil fuel energy, [2] and emits considerable amounts of the global warming gases. According to “Livestock’s long shadow,” a 2006 report of the UN Food and Agriculture Organization, animal agriculture is responsible for 18 percent of greenhouse gas emissions measured in carbon dioxide equivalent; 37 percent of methane (which is 23 times more lasting than carbon dioxide); 65 percent of nitrous oxide (which is 296 times more potent than carbon dioxide); and 64 percent of ammonia (which contributes to acid rain).

Die EU-Kommission will ab dem ersten Juli drei Pestizide aus der Substanzklasse der Neonicotinoide aus dem Verkehr ziehen

Betroffen sind die Insektizide Clothianidin und Imidacloprid von BAYER sowie Thiamethoxam von SYNGENTA. Nach zwei Jahren soll das Verbot evaluiert werden. "Gemeinsam mit UmweltschützerInnen und ImkerInnen fordern wir seit Jahren ein Verbot der bienengefährlichen Beizmittel, der sogenannten Neonicotinoide, zumindest für den Maisanbau. Seit Februar vergangenen Jahres behandeln wir unsere diesbezüglichen Anträge in einem parlamentarischen Unterausschuss. Bei all diesen Debatten wird die ÖVP nicht müde immer neue Ausflüchte gegen einen wirksamen Bienenschutz vorzubringen. Die Kommission scheint dem jetzt einen Riegel vorzuschieben. Das ist ein ganz klarer Bauchfleck für Umweltminister Berlakovich und seine ÖVP", meint der Grüne Landwirtschaftssprecher Wolfgang Pirklhuber.

Commissie wil bijen beschermen tegen neonicotinoïden

Volgens laatste berichten stelt de Europese Commissie de lidstaten voor om het gebruik van drie insecticiden gedurende twee jaar op te schorten ter bescherming van de slinkende bijenpopulatie. Het gaat om de neonicotinoïden waarvan voedselveiligheidsautoriteit EFSA oordeelde dat ze schadelijk zijn voor bijen. In een reactie op het rapport van EFSA bepleitte de Commissie op een bijeenkomst van nationale landbouwexperts een opschorting van het gebruik van neonicotinoïden voor de teelt van gewassen die bijen aantrekken. Sommige lidstaten tekenden donderdag voorbehoud aan omdat het voorstel volgens hen verder gaat dan nodig. De Commissie wil de neonicotinoïden immers ook verbieden in gewassen die niet bezocht worden door bijen, bijvoorbeeld omdat ze niet tot bloei komen. Een algemeen verbod zou bovendien inhouden dat andere insecticiden worden gebruikt. Gelet op de bezwaren die geformuleerd werden, is er nog werk aan de winkel. Bevoegd EU-commissaris Tonio Borg hoopt niettemin dat de landbouwexperts op 25 februari het licht op groen zullen zetten. Dan zou de maatregel vanaf juli van kracht kunnen worden. De uitzaai van onder meer maïs zou dus dit jaar nog gewoon met behandeld zaaizaad kunnen gebeuren. Milieuorganisaties verwelkomen het voorstel, maar betreuren dat de Commissie het voorzorgsprincipe niet strikter toepast en een breder verbod op het gebruik van de betrokken insecticiden bepleit. In enkele Europese landen bestaan al langer gedeeltelijke beperkingen op het gebruik van neonicotinoïden in bepaalde gewassen. Het online campagnenetwerk Avaaz verzamelde in geen tijd meer dan twee miljoen handtekeningen van burgers die een verbod op neonicotinoïden eisen.

Insectensterfte bedreigt de voedselketen

Alle planten en dieren in de natuur zijn van elkaar afhankelijk. Ze hebben elkaar nodig, de één is het voedsel voor de ander. Planten groeien met hulp van energie uit zonlicht en elementaire bouwstoffen, in het proces van fotosynthese. Dit noemt men de primaire productie. Alles wat daarna komt heet secundaire productie, dat begint bij plantenetende dieren. Kleine dieren worden gegeten door grotere dieren en die, op hun beurt, weer door nog grotere. Dode planten, dieren en uitwerpselen zijn voedsel voor de opruimers in de natuur, die uiteindelijk de biomassa weer afbreken tot de elementaire bouwstoffen. Zo'n reeks van eten en gegeten worden heet een voedselketen. Als de insecten zouden worden uitgeroeid, vernietigen we een onmisbare schakel in de voedselketen, en alle levensvormen die boven die schakel staan zijn dan ook gedoemd uit te sterven. Bijen en andere insectensoorten zijn ook om een andere reden onmisbaar voor de voedselketen. Zonder insecten raakt de bestuiving van wilde planten, landbouwgewassen en fruitbomen ernstig verstoord. De afgelopen jaren treedt er een grote sterfte op onder bijenvolken en andere insectensoorten zoals vlinders en wespen. De wetenschap tastte aanvankelijk in het duister over de oorzaken. Gedacht werd aan de invloeden van elektromagnetische straling, maar ook aan landbouwgif. Inmiddels zijn er steeds meer onderzoeken die neonicotinoiden, nieuwe typen gewasbeschermingsmiddelen, als oorzaak aanwijzen. Wageningen Universiteit en de Nederlandse overheid spreken dit nog steeds tegen. In Groot-Brittannië houdt het parlement nu hoorzittingen over de effecten van deze middelen.

Die Coordination gegen BAYER-Gefahren (CBG): „Hersteller für Schäden haftbar machen!“

Die EU-Kommission hat am 31.01.2013 empfohlen, drei Pestizide aus der Substanzklasse der Neonicotinoide ab dem 1. Juli aus dem Verkehr zu ziehen. Das Verbot soll zunächst für zwei Jahre gelten. Betroffen sind die Insektizide Clothianidin und Imidacloprid von BAYER sowie Thiamethoxam von SYNGENTA. Die Mitgliedsstaaten sollen Ende Februar über den Vorschlag abstimmen. Die Coordination gegen BAYER-Gefahren (CBG) begrüßt die Ankündigung als „Schritt in die richtige Richtung“, fordert jedoch ein dauerhaftes Verbot. Außerdem müssten die Hersteller für die entstandenen Schäden haften. Philipp Mimkes vom Vorstand der Coordination gegen BAYER-Gefahren: „Seit 1998 fordern wir ein Verbot von Neonicotinoiden wegen ihrer Schädlichkeit für Bienen. BAYER und SYNGENTA haben mit den Präparaten Milliarden verdient - es darf nicht sein, dass die Firmen jetzt die Gewinne einsacken, die Allgemeinheit hingegen für die entstandenen Schäden aufkommen muss!“.

De sterke achteruitgang van de gladde slang in Nederland sinds de jaren 1970

Het verspreidingsgebied van de gladde slang (Coronella austriaca) in Nederland omvatte ooit grote delen van de hogere zandgronden. Het zwaartepunt van de verspreiding ligt tegenwoordig op de Veluwe. Voor 1971 komt de soort verspreid over de hoge zandgronden (met uitzondering van de duinen) van Nederland voor. Veel heideterreinen en hoogveengebieden zijn bezet. In Zuid-Limburg is de soort aanwezig op de Sint Pietersberg en het Vijlenerbosch en omgeving nabij Vaals. Van 1971 tot 1995 valt, met uitzondering van de twee grootste kerngebieden (Veluwe en Drenthe-Friesland), een sterke achteruitgang in de verspreiding te constateren. In deze periode is de soort voor het laatst vastgesteld op de Utrechtse Heuvelrug. De laatste waarneming dateert van 1971 en komt uit de omgeving Hilversum/Bussum. Rond die tijd verdwijnt in Gelderland de gladde slang ook definitief ten oosten van de Veluwe uit de landgoederenzone rond Brummen (Leusveld en Voorstonden). Uit Overijssel worden na 1970 nauwelijks nog gladde slangen gemeld. Er zijn waarnemingen uit het Zeesserbosch ten zuiden van Ommen (1985) en Hengelerheurne ten oosten van Oldenzaal (1976). Van het Wierdense Veld zijn ook in deze periode bevestigde waarnemingen bekend. Op de Brunssummerheide en omgeving na is de soort uit Zuid-Limburg verdwenen. Van 1996 tot 2007 heeft een verdere achteruitgang in de verspreiding plaatsgevonden en verschillende deelpopulaties zijn verdwenen of geïsoleerd geraakt. De Veluwe vormt nog steeds het belangrijkste kerngebied met 30 grotendeels aaneengesloten bezette uurhokken. Het Drents-Friese grensgebied met onder andere het Fochteloërveen en het Dwingelderveld vormt de andere grote verspreidingskern.